Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begeleiding van rouwende mensen, groot en klein

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begeleiding van rouwende mensen, groot en klein

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Ambtelijk Contact van november/ december 2021 verscheen een artikel van mijn hand over pastorale begeleiding rond het sterven. Met name de tijd voor het sterven, het sterven zelf en de week na het sterven kreeg aandacht.

Dit artikel bestaat uit twee delen. Eerst wordt besproken hoe je rouwende mensen het beste kunt begeleiden, hoe je troostend aanwezig kunt zijn. Het tweede deel gaat over de vraag hoe kinderen omgaan met de dood en hoe ze daarbij het beste geholpen kunnen worden.

Deel 1 - Rouwbegeleiding

Omgeving

Veel mensen uit de omgeving vinden het heel moeilijk om contact met een nabestaande op te nemen. Zij zijn met de situatie verlegen en hebben de neiging om de rouwende te ontlopen. Sommigen laten niets van zich horen omdat ze niet weten wat ze moeten zeggen of schrijven. Daarom doen ze maar niets in de mening dat ze dan ook niets verkeerds kunnen doen. Maar dat is niet juist. De pastor of geestelijk begeleider zou deze mensen kunnen aanmoedigen om juist wél aanwezig te zijn. Hij kan aangeven dat ze niets hoeven te zeggen. Alleen maar luisteren of zeggen dat je geen woorden kunt vinden; een arm om de nabestaande heenslaan; een hand geven - als de coronasituatie dat toestaat -; een brief schrijven waarin je een herinnering aan de gestorvene ophaalt.

Na een aantal maanden wordt het stiller en stiller om de rouwenden heen. Juist dan is het nodig dat er mensen dichtbij zijn die het aankunnen om keer op keer naar hun verhaal te luisteren.

Rouwen doet iedereen op zijn of haar manier

De nabestaanden hebben een heel proces te gaan. Rouw is de achterkant van de liefde wordt wel gezegd. Als je iemand zo hebt liefgehad doet het verlies van die persoon zoveel pijn. Je hart is gebroken of verscheurd. Niet voor niets wordt er gesproken over een ‘brokenheartsyndrom’. Hoe moet je verder na dit verlies? In je hoofd is het een chaos. Rouwen doet iedereen, maar op een eigen manier, zo lang en zo diep als iemand nodig heeft. Manou Keirse beschrijft dit in zijn boekje “Vingerafdruk van verdriet”. Een vingerafdruk heeft iedereen, maar tegelijk is iedere vingerafdruk uniek. Terwijl de één zegt: ”Het is al anderhalf jaar geleden.” zegt de ander: “het is pas vijf jaar geleden.” De een zegt: ”Na zes jaar zijn de scherpe kantjes eraf. Ik denk niet meer alle dagen aan hem.” De ander zegt: “Mijn dochter is al meer dan zeventien jaar dood en ieder jaar op haar geboorte- en sterfdag gedenken we haar als gezin. Haar naam wordt dan genoemd, de herinneringen aan haar worden gedeeld.”

We kunnen niet in het hart of de ziel van een ander kijken maar de uitingen van rouw kun je opmerken. Hoe divers die kunnen zijn lees je in de onderstaande tabel.

Twee aanvullingen bij de tabel:

* Bij verdriet is geen sprake van goed of fout: we moeten elke vorm die dat verdriet aanneemt accepteren.

** Schuldgevoelens komen heel vaak voor. Ze moeten niet worden weggepraat maar doorgepraat! Opmerkingen als ‘had ik maar’ of ‘als ik maar niet…’ niet afdoen met: ‘Ja maar, daar kon jij toch niets aan doen! Een passender reactie is: ‘Vertel eens verder’.

Rouwtaken

Rouwen is hard werken, en dat maakt je onzegbaar moe. Toch moet je ermee aan de slag. William Worden beschrijft vier rouwtaken die verricht moeten worden. Die taken lopen soms door elkaar heen. Hieronder een korte samenvatting.

1 - Erkennenà onder ogen zien van het verlies Een vrouw vertelde: “Ik weet wel dat Erik er niet meer is, mijn hoofd weet dat, mijn hart geloof ik ook wel. Maar mijn lijf niet. Elke dag voelt het nog als een schok als hij niet thuiskomt aan het eind van de middag en besef ik dat hij niet meer, nooit meer binnenkomt.”

Het is heel belangrijk dat de nabestaande steeds in de gelegenheid gesteld wordt het verhaal te vertellen.

2 - Herkennenà het ervaren van de pijn van het verlies

De nabestaande moet door de pijn heengaan, een lichamelijke en psychisch heftige pijn, opstandigheid, agressie (rouwreacties). Een andere weg is er niet.

Leonie vertelt dat haar vriendin haar geholpen heeft om die pijngevoelens toe te laten: “ze wandelde iedere week met me, benoemde het verlies, gaf geen adviezen of misplaatste bemoedigingen. Ze luisterde naar me. Bij haar voelde ik mij veilig.”

3 - Verkennenà aanpassen aan het leven zonder die ander/dat andere

Bij verkennen gaat het erom dat de nabestaande zichzelf en zijn omgeving hervindt; Er moet nu geleefd worden zonder die ander en alle rollen die de ander uitvoerde.

We zijn met duizend draadjes met een geliefde verweven. Zijn of haar dood heeft ons hele weefsel aangetast en veel draadjes zijn afgehecht, maar hij/zij hoort altijd bij ons leven.

4 - Verbindenà het verlies verweven in je leven en opnieuw leren houden van het leven. Dat is vaak moeilijk omdat het lijkt alsof je de overledene bent vergeten. Maar je hoeft de overledene niet los te laten, je moet hem/haar anders leren

5 – Vasthouden.

Manou Keirse legt dit uit in zijn boekje ‘Stil verdriet’.

Marcel wiens vader 8 maanden geleden overleed vertelt dat herinneringen ophalen door ze op te schrijven, te delen met anderen hem heeft geholpen in zijn proces. “Ik heb ook een brief geschreven aan hem waarin ik mijn dankbaarheid aan hem betuigde. Ik heb hem voorgelezen aan mijn vriendin en later aan mijn therapeut.”

Rouwen en werken

Vakbond CNV deed in 2020 onder 1.100 werkenden onderzoek om in kaart te brengen hoe werk en rouw samengaan. Daaruit bleek dat een op de tien werkenden die een dierbare verliest, een burn-out krijgt door de combinatie rouw en werk. 16 procent van de respondenten die de afgelopen tien jaar een dierbare verloor, moest vakantiedagen opnemen omdat functioneren niet lukte, en 26 procent gaf aan te snel weer aan het werk te zijn gegaan., 33 procent heeft zich kort ziek gemeld, 9 procent ging voor langere tijd de ziekte-wet in. In Nederland is rouwen niet bij wet geregeld. In landen om ons heen hebben werkenden recht op rouwverlof. In november 2021 boden 3 vrouwen de Tweede Kamer een petitie aan waar ruim 81.000 handtekeningen onder staan voor een wettelijk vastgesteld rouwverlof. De ziektewet is nu een houtje-touwtje-oplossing waar rouwenden zich tot kunnen wenden, en daarbij zijn ze bovendien afhankelijk van de goodwill van hun baas.

Verlies verwerken?

Er wordt vaak gezegd dat je je verlies moet verwerken. Alsof je het verlies dan kwijt bent. Verlies gaat nooit over! Het helpt je om er steeds over te vertellen, om er over te schrijven, het met anderen te delen. Verlies verweven in je leven, rafelrandjes afhechten, dat is wat je te doen hebt.

Kintsukoroi is een Japanse kunstvorm waarbij iets wat in scherven ligt, niet wordt weggegooid maar wordt gerepareerd met goudlijm. Daarna is het weer bruikbaar. Nog steeds zijn de breuklijnen zichtbaar, maar door de goudlijm is het nog mooier dan eerst.

Je zou ieder met een gebroken hart door een verlieservaring gunnen, dat er voldoende goudlijm is die liefdevol, met zorg en grote precisie kan worden aangebracht. Door God en anderen, en door jezelf. Dan mag je gebroken hart zichtbaar worden en zichtbaar blijven. Dan kun je leven, doorleven met verlies.

Rouwen mannen anders dan vrouwen?

In het rouwproces kun je op verschillende manieren rouwen. Een voorbeeld hiervan is verliesgericht en herstelgericht rouwen.

Mannen zijn meer geneigd de feiten te onthouden en niet zozeer de emoties. Emoties worden liever binnen gehouden. Herstelgericht rouwen is iets nieuws aanpakken bv. de schuur verbouwen of een motor kopen en afleiding zoeken. Vrouwen zijn meer geneigd de emoties te onthouden en niet zozeer de feiten. Zij hebben de behoefte om steeds terug te kijken, te praten en nog eens te praten. Dat noemen we verliesgericht rouwen.

Daarom is het voor echtparen zo moeilijk om samen te rouwen. Wie alleen herstelgericht rouwt komt niet verder, wie alleen verliesgericht rouwt ook niet. Veerkrachtig rouwen is af en toe het ene doen en dan weer het andere, zoals in een roeiboot twee riemen nodig zijn om vooruit te komen.

Er wordt tegenwoordig veel nadruk gelegd op praten, maar dat is niet voor iedereen op elk tijdstip de beste manier.

Mannen en vrouwen kunnen van elkaar leren! Mannen kunnen vrouwen leren af en toe ook naar de toekomst te kijken, iets te doen, niet altijd met gevoelens bezig te zijn. In je verdriet verdrinkenà daar word je ziek van! Vrouwen kunnen mannen leren dat ze alleen maar hoeven te luisteren en geen oplossingen hoeven aan te dragen. Vrouwen kunnen aan mannen leren om woorden te geven aan hun verdriet. Een mens kan blijven verdringenà ook daar word je ziek van!

Een bekende uitspraak: Je hebt geen invloed op hoe de wind waait, maar wel op hoe je de zeilen zet. Je kunt de situatie niet veranderen maar wel de manier waarop je er mee omgaat.

Troost

In het Jodendom kent men de rouwstoel: een speciale stoel waar de rouwende in gaat zitten. Aan beide kanten staat een stoel voor de troosters. In principe is die altijd bezet. Er hoeft niets gezegd te worden, het gaat om aanwezigheid. De rouwende krijgt alle tijd om te treuren. Als de rouwende wil praten, dan wordt er geluisterd. Als de rouwende huilt, dan wordt er meegehuild. Als de rouwende stil is, dan is iedereen stil. Het bezoek aanvaardt de rouwende in zijn toestand. Zeven dagen duurt deze rouwperiode. Daarna wordt de rouwende voorzichtig gestimuleerd om weer deel te gaan nemen aan het leven en bepaalde verantwoordelijkheden op zich te nemen.

Troost bestaat vooral uit nabijheid, betrokkenheid, de ander geborgenheid schenken.

In het woord troost zit ook iets van trouw, vertrouwen, betrouwbaarheid: wees betrouwbaar aanwezig!

Wie een verlies heeft geleden verliest zijn evenwicht, heeft dus houvast nodig. Door jouw betrouwbare aanwezigheid vindt hij/zij dat houvast (weer).

Deel 11 – Kinderen en de dood

Kinderen van een jaar of drie én jonger voelen alles of het meeste aan, ook wat ze niet begrijpen. Je bewijst hun een dienst voor het leven als ze deel mogen zijn van wat ze waarnemen en als ze uitgenodigd worden daar op hun eigen manier aan deel te nemen.

Het is van belang in hun eigen taal te vertellen over wat er gebeurd is, hen mee te nemen naar de dode, te vertellen dat papa of mama verdrietig is omdat opa nu gestorven is; dat opa nu niet meer kan bewegen of praten en dat we zijn lichaam straks zullen begraven. Maar opa zelf blijft altijd bij God. Daar is het fijn voor hem. Daar heeft hij geen pijn of verdriet meer. Hij blijft ook altijd in je hart. Eigenlijk is hij verhuisd van de buitenkant, waar je hem kunt aanraken, naar de binnenkant waar je hem kunt voelen. In je hart kun je hem bewaren, zolang je leeft. Haal rouwende kinderen dus niet weg bij verdriet en dood. Kinderen voelen heel veel aan. Ze betrekken vaak dingen op zichzelf: het is mijn schuld dat papa dood is want ik was boos op hem…

Doodsbesef bij kinderen

Opvallend is de flexibiliteit van kinderen. Toen hun moeder de laatste weken van haar leven op een hoog bed in de kamer lag, speelden de dochtertjes, 7 en 9 jaar, gewoon bij of onder het bed met de barbies. Plotseling kroop de jongste bij mama op bed en huilde dikke tranen. “Ik wil niet dat je doodgaat, mama! Na een paar minuten kroop ze weer onder het bed en speelde verder met haar zusje. Hun moeder was 39 jaar toen ze overleed. Sanne en Noor waren erbij. Later beschilderden ze de kist waar mama in lag. Prachtige zonnebloemen want daar hield mama zo van. Nog een voorbeeld van die flexibiliteit zagen we bij de dood van onze vader.

Ik herinner me nog goed hoe mijn neefjes en nichtjes met hun overleden opa die in de logeerkamer lag opgebaard omgingen. Zo natuurlijk, zo spontaan! Eén vertelde hem dat ze wel verdrietig was omdat hij geen grapjes meer kon vertellen. De ander wilde zijn haar nog even kammen, een derde zong nog een liedje voor hem. Een ouder kleinkind zei: “Voel maar aan opa’s haar, dat is niet zo koud.” Niemand van die kleintjes werd bang van het dode lichaam van hun opa.

Veranderend doodbesef

Kinderen krijgen naarmate ze ouder worden een ander doodsbesef.

Peuters kennen nog geen onderscheid tussen levende en niet-levende dingen. Ze ervaren wel scheidingsangsten en voelen haarfijn spanning en emoties aan. Die worden vaak opgeslagen in hun lijf (lijfgeheugen).

Kleuters kennen het verschil tussen leven en dood. Ze zijn zich niet bewust van het definitieve karakter van dood zijn. Ze denken/hopen dat het tijdelijk is (als een soort slaap). Dood en leven wisselen elkaar af. Hun denken is magisch. Herinnering, fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar. Ook stellen ze vaak praktische vragen. Bij de dood van het hamstertje vraagt het oudste meisje of de hamster nu in de hamsterhemel is en haar broertje vraagt of we de hamster in de vuilnisbak hebben gegooid.

Kinderen in de onderbouw basisschool hebben een beginnend besef dat de dood onomkeerbaar is. Ze begrijpen nog niet dat het iedereen overkomt maar kennen wel de angst dat mensen dood kunnen gaan. Ze interpreteren wat ze horen zeer letterlijk, willen vaak precies weten hoe het zit en stellen nuchtere vragen.

Kinderen uit de bovenbouw basisschool beseffen dat alles wat leeft ook doodgaat. Ze zijn nieuwsgierig en stellen confronterende vragen en zijn iets minder afhankelijk van volwassenen. Ze willen niet kinderachtig lijken, laten hun echte emoties minder snel zien en uiten deze soms in opstandig gedrag.

Welke leeftijd ook, houd kinderen niet weg!

Tenslotte

Dankbaarheid

Als je ervaren hebt hoe het is om betrouwbaar aanwezig te zijn bij een stervende of een nabestaande kun je alleen maar verwonderd en dankbaar zijn dat je zó dichtbij mocht komen.

Sietske Rustenburg – van de Poppe


In 1971 startte ik mijn loopbaan als docent Engels in het middelbaar onderwijs. Later vervulde ik, ook op andere middelbare scholen functies decaan en schoolleider. Het begeleiden van jongeren heeft altijd mijn hart gehad. Na studies gevolgd te hebben in o.a.

rouwbegeleiding, ben ik mij als coach en supervisor meer en meer gaan toeleggen op het toerusten van docenten en pastorale werkers en in stervensbegeleiding.

Ik ben getrouwd en samen zijn we gezegend met een groot gezin. We wonen in Zoetermeer en zijn lid van de samenwerkingsgemeente ‘Het Lichtbaken’. In onze kerk ben ik benoemd tot adviseur van de kerkenraad.


Geef woorden aan je verdriet;

verdriet dat niet uitgesproken wordt

overvraagt het hart en doet het breken.

Shakespeare

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2022

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Begeleiding van rouwende mensen, groot en klein

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2022

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's