Lees maar

Als je wilt weten wat iemand vindt of je hebt ergens moeite mee, kun je dat maar het beste met die persoon zelf bespreken. Maar mag je met vragen of klachten ook naar God toe gaan? Gelukkig wel, laat deze psalm zien. De dichter vraagt ‘hoelang’, vier keer maar liefst. Dat is geen vraag om informatie, maar een klacht: het kan zo niet langer, zijn situatie is ondraaglijk.

Wat er precies aan de hand is, vertelt de psalm niet. Maar de vraag is ook niet om zijn problemen op te lossen, maar dat God zelf weer komt. ‘Hoelang zult Ú uw aangezicht nog voor mij verbergen?’ God kan zich verbergen vanwege onze zonde, maar dat hoeft niet altijd de oorzaak te zijn. Deze psalm spreekt daar niet over. Waarom verbergt Hij zich dan?

David stelt in deze psalm indringende, gedurfde vragen en hij is niet de enige in de Bijbel. Maar de almachtige God kan stevige vragen wel hebben. De Heilige Geest heeft deze klacht laten opnemen in het psalmboek, om mee te bidden en ons te leren bidden. Je mag worstelen met God, je kunt met alle vragen en vertwijfeling bij Hem terecht. Ik heb deze psalm nogal eens gelezen na een pastoraal gesprek waarin zulke indringende vragen naar boven kwamen.

De dichter van Psalm 13 worstelt met God, want Hij kan Gods nabijheid niet missen. In moeite komt het erop aan wie de levende God werkelijk is. Hij staat niet op afroep tot onze beschikking. Hij kan zich ook verbergen en dan moet je lerenwachten op Gods tijd. Zouden wij niet veel te weinig zo met God worstelen? Omdat we het al snel opgeven of verder leven zonder Gods nabijheid? Deze dichter stelt diepe vragen, maar dat laat juist het levende geloof zien. Dat kent aanvechting, vragen, gelovig ongeduld. Als je met zulke vragen dan maar wel bij God zelf komt. Je kunt in het pastoraat over heel veel vragen spreken, graag zelfs, als iemand die vragen dan ook maar met God zelf bespreekt.

De dichter beroept zich op God, ‘mijn God’, en op Zijn goedertierenheid, Zijn verbondstrouw. Dan zal Hij horen. Aan het slot van de psalm wordt de toon plotseling anders. ‘Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid.’ Dat is niet omdat de vijanden verdwenen zijn of zijn vragen zijn opgelost. Het begin van de psalm is niet alsnog geschrapt en misschien blijft de worsteling wel. Maar toch is zijn hart anders geworden, het licht van Gods gelaat breekt door. ‘Ik zal voor de HEERE zingen, omdat Hij goed voor mij geweest is.’

Gods weg is vaak anders, zoveel dieper dan wij denken. Hoe diep die weg is, zie je pas in de Heere Jezus Christus. Hij werd door God verlaten, Zijn weg ging door de dood heen. Wij krijgen op zoveel vragen geen antwoord, maar bij Hem is wel rust en troost te vinden. Zo kun je verder en zo kun je toch zingen, zelfs in de nacht.

A. Versluis

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen