Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maaltijdkarakter van de Maaltijd van de Heer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maaltijdkarakter van de Maaltijd van de Heer

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De manier waarop de Maaltijd van de Heer 1 gevierd wordt, kan per gemeente verschillen. Maar in al die variaties is dit het gemeenschappelijke: iedereen nuttigt evenveel van wat de maaltijd te bieden heeft, namelijk een stukje brood en een slokje wijn of druivensap, meer niet. De vraag is dan of de benaming ‘maaltijd’ of ‘avondmaal’ wel klopt met wat er gegeten en gedronken wordt. Kun je dit nog een maaltijd noemen? God is goed en gul, royaal. Maar is dit niet wat karig?

Bijbelse tijden

Maaltijden spelen in Bijbelse tijden een heel belangrijke rol. Ze zijn natuurlijk nodig om de honger te stillen. Maar daarnaast wordt er verbondenheid beleefd door degenen die aan de maaltijd deelnemen. De tafelgenoten vormen een gemeenschap. Gasten zijn welkom, zie bijvoorbeeld Genesis 18,3-5. We krijgen de indruk dat maaltijden overvloedig waren (zie o.a. Gen. 18,6-8; 21,8; 2 Kon. 6,23). Het heil voor de volken wordt in Jesaja 25,6-9 geschilderd als een feestmaal rijk aan merg en vet met pure rijpe wijnen. Regelmatig wordt verteld dat men at, verzadigd werd en overhield (zie bijv. Neh. 9,25; 2 Kron. 31,10).

Ook in het Nieuwe Testament komen we herhaaldelijk maaltijden tegen. Jezus eet met tollenaars en zondaars (Matt. 9,11) en Hij wordt uitgenodigd om brood te eten bij een Farizeeër aan huis (Luc. 14,1-11). Jezus zelf schept van enkele broden en een paar visjes een maaltijd voor duizenden mensen. De mensen worden verzadigd en men houdt over. (Matt. 14,13-21). Het geschenk van Jezus van ongeveer zeshonderd liter wijn op de bruiloft te Kana (Joh. 2,1-11) is ook niet gering. Het is nota bene het eerste teken dat Jezus verricht. Dat is tekenend. Het Rijk Gods wordt geschilderd als een bruiloftsmaal waar het aan niets zal ontbreken en de vreugde optimaal is.

Maar uitgerekend de maaltijd die we tot op de dag van vandaag in opdracht van de Heer vieren, ziet er zeer sober uit. Het staat in schril contrast met deze in de Bijbel genoemde maaltijden en zelfs met onze dagelijkse maaltijden, al zal het daar, naar ik aanneem, over het algemeen niet gebruikelijk zijn dat er wijn wordt geschonken.

De vraag is nu: is het schrale menu van de Maaltijd van de Heer wel in overeenstemming met de opdracht die we van Hem hebben gekregen? Zou wat wij Heilig Avondmaal zijn gaan noemen niet ook een echte maaltijd moeten zijn?

Avondmaalsberichten

Op vier plaatsen in het Nieuwe Testament wordt de instelling van de Maaltijd van de Heer verteld, t.w. Matt. 26,26-29; Marc. 14,22-25; Luc. 22,14-20 en 1 Kor. 11,23-25. In het evangelie naar Johannes komen we het avondmaal ook tegen of verwijzingen daarnaar (Joh. 6,22-59; 13), maar de instelling zelf wordt niet verteld.

Volgens Matteüs, Marcus en Lucas vond de instelling van de Maaltijd van de Heer plaats tijdens de viering van Pesach.

De Pesachviering is een maaltijd waarin voedsel wordt genuttigd waarbij het toch ook de bedoe-ling is dat de deelnemers verzadigd worden. Maar er zijn tijdens deze maaltijd rituelen en elementen die het verhaal van de uittocht uit Egypte oproepen. Het symbolische karakter springt eruit. Er is een moment dat de matze (ongedesemd brood), ‘brood der ellende’ wordt genoemd. Zo wordt de ellende van de slavernij in gedachten geroepen als iets waar de tafelgenoten direct bij betrokken zijn. En een van de bekers wijn heeft de naam ‘beker der dankzegging (eucharistia)’ of ‘beker der lofprijzing’ gekregen. Valt bij het breken van de matze de nadruk op de ellende van de tijd van de slavernij, bij de beker der dankzegging valt de nadruk op de vreugde vanwege de bevrijding uit de slavernij.

In de eerste brief aan de Korintiërs refereert Paulus aan de instelling van het avondmaal (11,23-25), zoals hem dat is verteld en dat hij nu ook weer doorvertelt. Aanleiding van zijn uiteenzetting vormen de misstanden die plaatsvonden tijdens de maaltijden die blijkbaar in de samenkomsten van de gemeente werden gehouden, 1 Korintiërs 11,17,20. Dat waren gewone maaltijden waarbij degenen die daartoe in staat waren in natura voldoende meebrachten zodat er gemeenschappelijk gegeten en gedronken kon worden. De beleving van de gemeenschap speelt hier een belangrijke rol. Om het anders te zeggen: de rijken deelden van hun overvloed met de armen. Dat ‘delen met’ werd hier met voeten getreden. Nog voordat de wat minder bedeelden konden aanschuiven, hadden de rijken zich al tegoed gedaan. Tijdens zo’n maaltijd was er blijkbaar ook een ritueel moment dat wij sacrament zijn gaan noemen. In 1 Korintiërs 10,16 en 17 zoomt Paulus daarop in. En alleen dat rituele moment van de maaltijd hebben wij overgehouden.

Hoe het verder ging

Het kopje hierboven veronderstelt dat we na kunnen gaan hoe in en direct na de nieuwtestamentische tijd de Maaltijd van de Heer werd gevierd. Dat is echter een illusie. ‘Ten aanzien van de vroegste vormen van de avondmaalsviering tasten we volledig in het duister’(G.N. Lammens). De manier waarop deze maaltijd werd gehouden zal naar plaats en tijd hebben verschild. Het is daarom een zoeken en tasten aan de hand van de bronnen die er zijn, het Nieuwe Testament en geschriften direct na de nieuwtestamentische tijd zoals bijvoorbeeld de Apostolische Vaders en de Didachè. Maar dan nog kom je niet veel verder dan veronderstellingen.

Duidelijk is wel dat met de term ‘breken van het brood’ (o.a. Hd. 2,42,46; 1Kor. 10,16; 11,24) een gewone maaltijd werd bedoeld waarin onderlinge gemeenschap werd ervaren en waardoor honger kon worden gestild. De gemeente van Christus hield dergelijke maaltijden wanneer ze samenkwam. Men gaat ervan uit dat dit een avondmaaltijd was omdat in de Grieks-Romeinse wereld de hoofdmaaltijd werd gehouden in de avond, na het werk. Tijdens die gewone gemeenschappelijke maaltijd was er ook een moment dat een sacraal karakter had, een ritueel met brood en wijn dat in verband werd gebracht met Christus en zijn volbrachte werk.

Vanaf de tweede eeuw ontstond er naast de avondmaaltijd ook in de vroege ochtend een samenkomst voor lofzang en gebed. In de loop van de tweede eeuw moeten deze ochtendbijeenkomsten uitgebreid zijn waarbij brood en wijn in kleine, symbolische hoeveelheden werden uitgereikt. Tot in het midden van de derde eeuw bleef daarnaast de volledige maaltijd in de avond bestaan. Uiteindelijk is de ontwikkeling dan zo geweest dat de Maaltijd van de Heer in de ochtendbijeenkomst plaatsvond, terwijl ’s avonds een maaltijd werd aangericht zonder sacraal moment voor hen die daar behoefte aan hadden en om de onderlinge gemeenschap te onderhouden, een liefdemaaltijd (agapè).

Hoe nu verder?

Is het aan te bevelen om weer terug te keren naar het allereerste begin en de Maaltijd van de Heer te integreren in een gewone complete maaltijd? Sommigen pleiten daarvoor. Dat hangt vaak ook samen met een bepaalde visie op de eredienst. Een gewone maaltijd waar gasten welkom zijn, hoort bij een zogenaamd laagdrempelig en open karakter van de eredienst. Daarin past niet zozeer een vreemd ritueel waarbij een reepje brood gebroken wordt en elk een brokje krijgt. Ook de beker wijn die van mond tot mond gaat, doet vreemd aan. Dat sinds corona de wijn vaak in bekertjes, zo klein als een vingerhoed, wordt aangereikt, blijft net zo vreemd.

Als de Maaltijd van de Heer gevierd wordt tijdens een gewone complete maaltijd is het de vraag hoe ‘gewoon’ zo’n complete maaltijd is. Welk karakter zal de boventoon voeren, het ‘gewone’ van eten en drinken en verzadigd worden, of het ‘bijzondere’, het sacrale moment, waarin brood en wijn de betekenis krijgen van Christus en zijn volbrachte werk? Of mag er geen boventoon zijn en gaat het om beide?

Onderscheid

Hoewel in de vroegste tijden het gedenken van Christus en zijn volbrachte werk leek op een gewone maaltijd, toch was er onderscheid tussen het gewone en het bijzondere.

Het avondmaal lijkt op andere maaltijden, maar het gewicht ervan is Christus, zijn leven, dood en verrijzenis. De rituelen rond brood en wijn zijn er niet op gericht om onze maag te vullen zodat we verzadigd worden. Het gaat om een stukje brood en een slokje wijn dat voedsel is van een andere orde, laten we zeggen ´geestelijk´ voedsel dat concreet, tastbaar en zichtbaar wordt uitgereikt. De aardse elementen (brood en wijn) mogen meedoen om ons met het hemelse te verbinden. Bij een gewone maaltijd gaat het om onderlinge gemeenschap, verzadigd worden, dankbaar en vrolijk genieten. Wanneer tijdens zo´n maaltijd er ook een moment zit van de Maaltijd van de Heer, een brokje brood en een slokje wijn dat in verband wordt gebracht met het lichaam en bloed van Christus, dan krijgt die maaltijd daardoor toch een wat ander karakter. Want naast vreugde herinnert de Maaltijd van de Heer ons ook aan onze tekorten, onze zonde en alle ellende die daarmee samenhangt in de wereld en in persoonlijke levens. Christus is aan ons ´tekort´ gestorven. In dat licht is die gewone maaltijd niet alleen maar tot verzadiging, maar maakt hij ook hongerig en dorstig naar de voltooiing van Gods Rijk.

Spanning

Gelet op hoe in de eerste eeuwen de Maaltijd van de Heer werd gevierd - voor zover we dat kunnen nagaan – zou er iets voor te zeggen zijn om ook in onze tijd naar die praktijk terug te keren. Toch valt daarop af te dingen.

Uit 1 Korintiërs 11 is al op te maken dat een dergelijke vorm tot wanverhoudingen kan leiden. Het zou wel eens zo kunnen zijn, dat dit ook mede de oorzaak ervan is dat uiteindelijk alleen het sacrale gedeelte van de maaltijd is overgebleven. Paulus stelt in vers 22 dan ook de vraag of de maaltijdvierders geen eigen huis hebben om te eten en te drinken. Met andere woorden: als er eerst thuis gegeten en gedronken wordt, voorkomt dat de misstanden tijdens de samenkomst van de gemeente waarin de Maaltijd van de Heer wordt gevierd.

De kans bestaat dat bepaalde facetten van de Maaltijd van de Heer uit het oog worden verloren. De Maaltijd van de Heer is een vreugdevolle maaltijd, zeker, maar wijst ons ook op ons tekort.

Het brood der ellende brengt ons als het ware de situatie te binnen waarin we van nature verkeren. Gerechtigheid, liefde en vrede hebben het, zacht gezegd, moeilijk in onze wereld en in het leven van mensen. Dat het er ooit van komt is te danken aan Hem die zich tot in de dood gegeven heeft voor zondaren.

De beker der dankzegging geeft ons een voorproefje van de vreugde die komen zal als het Rijk Gods ten volle aanbreekt. Het licht van de heerlijke toekomst fonkelt als het ware al in de wijn. Het is er, maar toch nog niet ten volle. We zien ernaar uit.

In onze cultuur neemt consumptie soms ziekelijke en ziek makende vormen aan. Hier in alle vrolijkheid overdadig eten en drinken, terwijl in de Hoorn van Afrika mensen creperen van de honger, is letterlijk schrikbarend. Natuurlijk mag er genoten worden. Maar deze discrepantie in de wereld roept op tot matiging en bezinning, ter wille van de arme en ellendige en wie geen helper heeft (Psalm 72,12).

Onderscheid en verbondenheid

Dat we een brokje brood en een slokje wijn nuttigen, en dat we daar vrolijk en blij en dankbaar voor zijn, is oppervlakkig gezien heel vreemd. Maar in geloof zien we meer dan wat we zien met het oog. In dat brokje brood en slokje wijn worden we begenadigd met iets dat het zichtbare en tastbare niet waardeloos maakt, maar wel overstijgt. In het brokje brood en slokje wijn zien we het Rijk Gods oplichten dat ons in Christus geschonken wordt. Hij geeft zichzelf aan ons met al zijn schatten en gaven. In verbondenheid met Hem worden we ook aan elkaar gegeven.

In onze cultuur kan de Maaltijd van de Heer een kritische functie hebben, juist door hem niet te integreren in een gewone maaltijd. Dan komt in brood en wijn het volle gewicht te liggen op Christus en zijn volbrachte werk.

Alle andere maaltijden – in een gemeentelijke samenkomst of thuis – worden voller en rijker als we ze beleven in het licht van wat we in de Maaltijd van de Heer vieren. We ontvangen als een geschenk eten en drinken en genieten ervan. Tegelijk wordt daarin het besef wakker geroepen dat er een maaltijd te wachten staat die het genot van deze gewone maaltijd verre overtreft, het bruiloftsmaal van het Lam. En in het licht van de Maaltijd van de Heer zal aan onze gewone maaltijden de gedachtenis aan de arme, ellendige en hulpeloze niet ontbreken. Gedenken is dan niet alleen maar denken aan, maar vooral daadwerkelijk iets doen voor.

Zo blijft er onderscheid tussen de Maaltijd van de Heer en de gewone maaltijden. Maar de gewone maaltijden, beleefd in het licht van de Maaltijd van de Heer, worden rijker en voller.

J. Groenleer


Jan Groenleer is emeritus predikant en woont in Leiden.


1 Wat wij over het algemeen ‘Heilig Avondmaal’ noemen wordt door de apostel Paulus in 1 Korintiërs 11,20 aangeduid als ‘Maaltijd van de Heer’. In rooms-katholieke kring wordt deze maaltijd ‘eucharistie’ genoemd, naar het Griekse woord ‘eucharistia’, dankzegging, vgl. 1 Korintiërs 10,16.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2023

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's

Maaltijdkarakter van de Maaltijd van de Heer

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2023

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's