Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloofsopvoeding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloofsopvoeding

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke zondag komen ze achter elkaar binnenlopen in de kerk. In hun zwarte pak. De ouderlingen, diakenen en de dominee. Maar wat is nu eigenlijk hun taak in de kerk? In dit artikel willen we in het bijzonder stil staan bij het ambt van ouderling.Onderzoek wijst uit dat ouders de grootste invloed hebben op het geloof van hun kinderen. Geweldig, zou je zeggen. Wat een bemoediging! Met nog meer enthousiasme werp je je op de geloofsopvoeding. Je koopt een mooi project in voor Pasen en knutselt, zingt en onderzoekt er lustig op los.

We staan stil bij de volgende onderdelen:

1. Wettig van Gods gemeente en mitsdien van God zelf tot deze heilige dienst beroepen

Korter of langer geleden hebt u geantwoord op de vraag:’ Of u niet gevoelt in uw hart, dat u wettig van Gods gemeente en mitsdien van God zelf tot deze heilige dienst beroepen bent’. U was met volstrekte meerderheid van stemmen gekozen, wettig door Gods gemeente. En u hebt zich niet kunnen ontworstelen aan de overtuiging, dat het God zelf was, die u riep. Maar… Hoe was het met uw motivatie? En achteraf die twijfel: ‘Heb ik het wel goed gedaan. Als ik al die taken had geweten…’

2. Als Aäron en Hur

Van tijd tot tijd wordt de ouderling geroepen om een gebed te doen in de consistorie. Ik denk dan aan het zgn. consistoriegebed voorafgaande aan de kerkdienst. Dit gebed is ontstaan in de tijd van de Afscheiding. Het waren onrustige tijden. Kerkdiensten werden vaak verstoord door militair geweld. Die tijd is gelukkig voorbij, maar het gebed is gebleven. In dit gebed vragen we de Heere of Hij de predikant nabij wil zijn en hem Zijn zegen wil schenken. Dat de dienst rustig mag verlopen, maar dat de Heere bovenal met Zijn Geest wil werken in de harten van jongeren en ouderen. Het is niet de bedoeling in dit gebed andere za-ken te benoemen. Dat mag plaatsvinden in de dienst van de gebeden tijdens de eredienst. Na afloop van de dienst mag de dienstdoende ouderling de Heere danken voor wat Hij in de dienst heeft geschonken.

3. In vergadering bijeen

Lid zijn van de kerkenraad betekent ook veel vergaderwerk. Binnen onze kerken worden in veel gemeenten iedere maand twee kerkenraadsvergaderingen gehouden. Een ‘brede’ vergadering met de predikant, ouderlingen en de diakenen. Hier worden o.a. veel beleidszaken besproken. Op de ‘smalle’ vergadering zien we de predikant en de ouderlingen. Hier worden pastorale zaken besproken en o.a. verslagen van huisbezoeken. De diakenen vergaderen in de regel één keer per maand apart. De ‘brede’ vergadering wordt meestal voorbereid door het moderamen van de kerkenraad. Wat tijdens deze vergadering aan de orde komt vraagt van een ambtsdrager strikte geheimhouding. Het is heel goed mogelijk dat u als ouderling een keer afgevaardigd wordt naar de vergadering van de classis, particuliere of generale synode. In een vacante gemeente kan het wel eens voorkomen dat een ouderling geroepen wordt om voor te gaan tijdens een ‘leesdienst’.

4. Met het oog op de jonge gemeente

De zorg voor het jeugdwerk behoort ook tot de werkzaamheden van de kerkenraad. Die zorg blijft bij de kerkenraad berusten, ook al benoemt hij een jeugdraad, die hem in deze zorg ‘bijstaat’. Hoe kan echter de kerkenraad bij al zijn werkzaamheden ook de zorg voor het jeugdwerk behartigen? Moet de predikant hiermee belast worden? Heeft hij al niet veel taken te vervullen? De prediking, de catechese, het pastoraat aan zieken en anderen, het meedenken in veel kerkelijke vergaderingen, de met het oog op dit alles de vereiste studie, enzovoort. Bovendien is het lang niet zeker, dat het jeugdwerk hem zo erg ‘ligt’, ook al mag hij zich daarop niet te snel beroepen. Om al deze redenen hebben veel kerkenraden een ‘jeugdouderling’. Iemand, die goede contacten met jongeren en jongerengroepen weet te leggen. Iemand, die werkelijk weet te luisteren naar wat jongeren zeggen, maar vooral naar wat ze bedoelen en wat vaak achter hun woorden schuilgaat. Iemand, die het ‘leefklimaat’ van de jeugd aanvoelt en die na goed geluisterd te hebben, ook weet te spreken, in begrijpelijke taal, vanuit het Woord van God, vanuit de bewogenheid van Christus.

5. Regeren

Voor Calvijn is de ouderling een belangrijke ambtsdrager die samen met de predikant, toezicht heeft over de gemeente. Hij moet kunnen spreken met goddelijk gezag. De regering van de kerk kan alleen worden uitgeoefend in overeenstemming met Gods Woord. Christus heeft ons Gods Woord en wil geopenbaard. De ambtsdragers zijn dan plaatsbekleders van Christus. Samen met de diakenen vormen zij de kerkenraad. De kerkenraad vergadert zeer regelmatig. Alle leden van de kerkenraad vormen samen de ‘brede’ kerkenraad en de predikant met de ouderlingen vormen de ‘pastorale’ kerkenraad. Het moderamen bereidt alle vergaderingen voor. In de praktijk van het kerkelijke leven zal juist het ambt van ouderling het gemeentelijke leven bepalen en bevorderen. Dat is sinds de Reformatie onder invloed van Calvijn binnen de kerken van de Reformatie zo geregeld. Het is een zegen voor een gemeente om geoefende en Godvrezende ouderlingen te hebben, die toezicht uitoefenen op de gemeente, de predikant en de prediking.

6. Kom, ga met ons en doe als wij

Een pastorale ontmoeting met hen die van de kerk vervreemd zijn: regelmatig worden op de pastorale vergaderingen de ‘randkerkelijken’ genoemd. Elke kerkenraad heeft ermee te maken. Je ontmoet ze soms bij tientallen, bij wie een proces van vervreemding gaande is. Het zijn de randkerkelijken en praktisch buitenkerkelijken. Velen staan nog ingeschreven in de kerkelijke ledenadministratie. De ouderlingen worden geroepen om ook hen te bezoeken. De verzuchting kan geslaakt worden: ‘Wat moet ik ermee aan?’ Ga volhardend door met het uitdragen van het Evangelie met sterke hoop en verwachting, dat deze arbeid toch niet tevergeefs zal zijn. Probeer u in te leven in de situatie van de ander. Ga naast hem staan. Spreek niet vanuit de hoogte en afstandelijk. Laat de ander zich vooral openlijk uitspreken. Kom daar niet direct tussen met een vermaning of oproep. Probeer zoveel mogelijk een debat te vermijden. Vergeet niet dat de Heilige Geest de vrijheid heeft om verrassend te werken en in te grijpen.

7. Rondom de doopvont

Stelt u zich voor, dat u een ambtelijk bezoek moet afleggen bij een gezin, dat een kindje wil laten dopen. Enkele factoren zullen dan onmiddellijk meespreken. In de eerste plaats denk ik aan de achtergrond, waartegen dit gezin leeft en waaruit de vraag om de doop voortkomt. Vervolgens speelt een rol, de mate van kennis, die de ouderling bezit om het gesprek te voeren over de doop. Uiteindelijk zullen we beseffen dat tijdens het doopgesprek de Derde eigenlijk het meest behoort te spreken. Dat is God in Zijn Woord, zoals dit samengevat wordt in de belijdenisgeschriften. De situatie van dit gesprek is telkens verschillend, maar willen wij het doopgesprek niet laten verworden, dan dient Gods Woord het meest aan het Woord te komen. Bezinning over de doop is heel belangrijk, o.a. waarom zijn we voor de kinderdoop. Vraag ook maar gerust aan de ouders waarom ze hun kind willen laten dopen. Het mag immers niet uit gewoonte of bijgelovigheid.

8. Aan ’s Heeren Tafel

Er is een duidelijk verband tussen het huisbezoek en het Heilig Avondmaal. Calvijn heeft het huisbezoek al verbonden aan het Heilig Avondmaal. Tijdens het huisbezoek mogen we ons laten leiden door vraag en antwoord 81 van de Catechismus. De Heere Jezus heeft dit sacrament zelf ingesteld. We moeten daarom niet onverschillig, noch nalatig zijn met betrekking tot dit sacrament. Tijdens de huisbezoeken bij Avondmaalsgangers is het toch normaal dat erover gesproken zal worden? Verder zijn er ook altijd gemeenteleden die worstelen met de vraag: kan ik wel of niet aangaan? Om deel te nemen aan het Avondmaal, moeten we immers in staat zijn om het lichaam van de Heere Jezus te onderscheiden (1 Kor. 11:29). Als ouderling hebben we in de gesprekken ook hierin pastoraal leiding te geven.

Verder zijn we als ouderling van tijd tot tijd aan de beurt om tijdens de bediening te fungeren als tafelwacht. We hebben er dan op toe te zien dat de bediening en de viering van het Heilig Avondmaal eerbiedig en ordelijk zal verlopen.

9. Weidt de kudde Gods, die onder u is

Om toezicht uit te oefenen op de gemeente is het huisbezoek onmisbaar. Dit is het hart van het werk van de ouderling. Het huisbezoek is eigenlijk hoog bezoek. Dan komen de ambassadeurs van de Heere Jezus Christus in het huis om namens Christus te spreken. Zielsonderzoek! Tijdens het huisbezoek zal er navraag worden gedaan naar de geestelijke en natuurlijke noden in het leven van de gemeenteleden. Hoe is het gebruik van de genademiddelen? Zijn er vruchten van bekering en geloof? Het kan ook nodig zijn om tijdens het huisbezoek vanuit het Woord van God leden te vermanen of te vertroosten. Spreek met gezag vanuit het Woord van God.

Vanouds hebben de kerken van gereformeerd belijden aangegeven dat het huisbezoek dient plaats te vinden door twee ouderlingen. Huisbezoek behoort tot het ambtswerk van ouderlingen. Eventueel kan met toestemming van de kerkenraad een diaken meegaan op huisbezoek.

Het spreekt vanzelf dat elk huisbezoek wordt afgesloten met Bijbellezing en gebed. U denkt: wie is tot deze dingen bekwaam? U weet dat u door God geroepen bent tot dit werk en dat wanneer er twee broeders op huisbezoek gaan, er daarom ook een Derde meegaat. Dat is God zelf. Wanneer u zelf de genade van God hebt mogen ervaren en mag leven uit de kracht van Zijn Woord en bekendgemaakt bent met Gods opzoekende liefde, dan gunt u dit ook aan anderen. Dan bent u op huisbezoek niet kritisch of hard, maar liefdevol, ootmoedig en geduldig.

10. Luisteren

Er is maar één manier waarop wij mensen elkaar kunnen verstaan en dat is door te luisteren. Dat is wat anders dan aanhoren. Luisteren betekent tussen de regels door luisteren. Bij de ene moet je de helft van de woorden maar vergeten en bij de ander moet je de helft zelf eraan toevoegen. Het is nodig om te luisteren naar wat er niet wordt gezegd. Sommige mensen spreken moeilijk over het geestelijke leven. Dat kan verschillende achtergronden hebben. Hebben ze niets te zeggen, durven ze zich niets toe te eigenen, denken ze soms dat u hen niet begrijpt of is er een opstandig zwijgen? Dat vraagt van de ouderling voorzichtigheid en bescheidenheid. Wanneer mensen zwijgen, kunnen we proberen dat te doorbreken door hun gerichte vragen te stellen over het geestelijke leven. Soms kan het zijn dat een ouderling moet volstaan met het lezen van een gepast gedeelte van het Woord van God en daarbij een hartelijke opwekking moet geven onder biddend opzien tot de Heere.

11. Op de grens van tijd en eeuwigheid

We kunnen als ouderling ook te maken krijgen met ‘het pastoraat rondom het sterfbed’. Hoe vaak worden ouderlingen in de praktijk van het ambtelijk werk niet geroepen tot een ziel zorgelijke taak bij mensen, die dicht tegen de dood aan leven; met een modern woord: terminale patiënten, die in het eindstadium van hun leven zijn. Vooral dan voelen we de zwaarte van onze ambtelijke verantwoordelijkheid. En juist hier komen we vaak voor grote vragen te staan. In de sterfkamer van een mens, die we niet dan met de grootste schuchterheid betreden, voelt iedere ambtsdrager hoe nietig en onbekwaam hij is. Wat zullen wij zeggen? Met welke woorden kunnen we helpen? Grote woorden passen niet. Maar het is onze roeping onze medemensen te begeleiden op weg naar de grenzen van het leven.

12. De zegen van het ambt als ouderling

Het is een groot voorrecht te worden verkozen tot het ambt van ouderling. Men wordt immers geroepen te werken in de wijngaard van de Heere. De Heere is een goede Meester. Hij kent Zijn knechten en draagt hen. Het werk heeft eeuwigheidswaarde. Er moeten echt zwaarwegende redenen zijn om een ambt niet te aanvaarden. Zeg niet te snel: ik ben te druk, maar denk eens na over de vraag: welke prioriteiten stel ik in mijn leven? In de Bijbel lezen we ook van personen die geroepen worden in Gods dienst. Ze hebben allemaal bezwaren. De een vindt zich te jong en de ander meent dat hij niet spreken kan. We denken aan Jeremia en Mozes. Maar steeds geeft de Heere weer kracht en bekwaamheid om Zijn roeping uit te voeren. Een predikant zei eens: de Heere geeft de kracht op het moment wanneer je het nodig hebt. Daar moet je niet van tevoren over in zitten (wijlen ds. A. Vergunst). Steeds mag worden ervaren dat Hij, ‘Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.’ (1 Thess. 5:24).

A. Kok


De auteur is ouderling in de gemeente van Veenendaal-Pniël. Daarvoor in de gemeente van Werkendam. Hij is jaren werkzaam geweest binnen het Reformatorisch onderwijs.

Maar wat als je je bevindt in een tijd van je leven dat je niet zoveel te geven hebt, of denkt te hebben? Wat als je somber bent, als de winter veel te lang duurt, als de drukte van het gezin je teveel wordt of je werk al je gedachten negatief in beslag neemt? Wat als je lichamelijk beperkt bent of ziekte al je energie opslokt? Dan kan de uitkomst van dat onderzoek zomaar een extra last worden.

Als ik rondkijk op Instagram en Facebook, dan krijg ik de indruk dat geloofsopvoeding groots en meeslepend moet en mag zijn. Aanbieders van middelen om geloofsopvoeding vorm te geven schieten als paddenstoelen uit de grond. En ik ben er blij mee! Het is heerlijk dat andere mensen de tijd nemen om iets moois te maken en dat ik er gebruik van mag maken.

Maar wat is geloofsopvoeding eigenlijk? En wanneer ‘faal’ je daarin? Als er één aspect van de opvoeding is waar we ons schuldig over kunnen voelen, dan is het dit! Geloof is tenslotte ‘de enige troost’, ook voor onze kinderen.

Laten we eens goed kijken naar wat geloofsopvoeding is. Het is namelijk veel en veel meer dan de speciale gezinsmomenten rondom de Bijbel.

Geloofsopvoeding is er altijd en overal. Het is alles wat je doet, zeker (of misschien zelfs juist) als je niet goed in je vel zit of er heel veel gaande is in je leven.

Bij geloofsopvoeding denken veel mensen als eerste aan Bijbellezen, bidden, zingen en naar de kerk gaan. De vaste rituelen door de week en de dag heen. Zo wennen kinderen aan God in hun leven, heel praktisch. Het is goed om die basis al heel vroeg te leggen. Gelukkig zijn er veel kinderbijbels beschikbaar, hulpmiddelen om kinderen te leren bidden en ook boekjes om in de kerk te gebruiken.

Maar wat uiteindelijk het verschil maakt, is niet dat ze alleen maar in de kerk zitten, maar wat ze daar zien en meemaken. En hoe mooi is het dat je, zeker ook in moeilijke tijden, jouw kinderen mag meegeven wat de kerk, wat het geloof voor je betekent. Misschien kun je iets van jouw vragen met hen delen of zijn de liederen bemoedigend. Kinderen en jongeren zien hoe jij in de kerk zit.

Goed, maar wat is geloofsopvoeding dan nog meer? Hoe wordt het zichtbaar in alles en op elk moment? Het is jouw manier van leven met God, waar kinderen veel van leren. Jij bent een voorbeeld. Hoe leef je je leven met God? Hoe struikel je en sta je weer op? Hoe maak je beslissingen? Hoe ga je om met je talenten en zwakheden? Laat iets van je worstelingen ook in het gebed aan tafel hoorbaar zijn. Zomaar ineens zul je merken dat je kinderen ook hun eigen gedachten met God gaan delen.

Zoals jij met je kind omgaat, zo geef je kinderen een glimp van God. Je mag iets van Hem weerspiegelen als je kijkt naar je kind, hem/haar waardeert in zijn unieke zijn. Je mag het beste zoeken voor een kind, ook als het pijn doet. Je mag ze vertrouwen geven, ze zelf dingen laten ontdekken.

Ik moet denken aan de tijd na de geboorte van onze jongste. Het ging niet goed met mij en ik kon er niet zijn voor de meiden, hoewel zij me bij deze gebeurtenis zo nodig hadden. Ik leerde loslaten, vertrouwen geven dat ze het zouden redden (met andere mensen die er wel voor hen konden zijn). En ook dat toont iets van God.

Natuurlijk falen we. Bovenstaande aspecten van de geloofsopvoeding zijn nog moeilijker dan ‘simpelweg’ een boekje kopen en lezen. Maar… ook in het falen mogen we onze kinderen opvoeden. En daar is weer de geloofsopvoeding. Kun jij nederig zijn en je excuses aanbieden in je gezin? En durf je daarna verder te leven, dankbaar en vrij van schuld omdat het weer goed is met God of je medemens?

Zo is alles geloofsopvoeding, juist in het dagelijks leven, juist in de dingen die je toch al doet, waar je niet speciaal tijd voor vrij hoeft te maken. Je hoeft er niet bijzonder geschikt voor te zijn. Wees gewoon mens in relatie tot God en deel dát.

Ja, wij ouders… we hebben een ongelooflijk grote rol in de geloofsopvoeding van onze kinderen. Onze invloed is de grootste. Maar nee, als we dat denken gaat er toch iets mis. Niet wij hebben de grootste invloed: Gods invloed is groter en gaat verder dan onze invloed ooit kan gaan. Want Hij werkt in de harten van onze kinderen. En Zijn voorbeeld is het beste, Zijn ‘inmenging’ in de gebeurtenissen in het dagelijks leven, Zijn ‘zijn’ is er altijd. Zijn Heilige Geest werkt.

Dat is wat ik bedenk als ik weer denk te falen. God weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Hij houdt van mij en werkt in mij. En Hij houdt meer van Zijn (en onze) kleine maaksels dan ik ooit zal kunnen doen.

Elza Hogendoorn


De auteur is getrouwd en moeder van drie kinderen. Ze is schrijver en eigenaar van Platform Seksuele Vorming (www.platformseksuelevorming.nl). Ze heeft een achtergrond als professional in de jeugden gezinshulpverlening, en kan voor inspiratie voor artikelen op haar blog putten uit tien jaar werkervaring.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2023

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Geloofsopvoeding

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2023

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's