Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mensen in beweging krijgen rond de kern van kerk-zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mensen in beweging krijgen rond de kern van kerk-zijn

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe vaak kom je niet thuis na een kerkenraadsvergadering met het idee dat je nuttige dingen hebt gedaan, maar het knaagt dat je denkt: was dit nu echt belangrijk?

De agenda staat vaak vol met regelzaken, maar hoe zorg je dat je bezig blijft met de kern van gemeente-zijn? Met die vraag kloppen kerkenraden vaak bij ons aan. In dit artikel willen we via de route van verdedigen en verlangen, duwen en trekken en stilstaan bij de focus van het werk in Gods kerk en verkennen hoe het anders kan. Met een aantal vragen en praktische tips.

Mensen in beweging krijgen

Samen God zoeken en dienen, of samen achter Jezus aan, dat hoort bij de kern van het werk in de kerk. Maar hoe zorg je dat mensen eendrachtig samen optrekken en elkaar steunen? De opperrabbijn van Groot-Brittannië, Jonathan Sacks (1948-2020) vertelt dat er twee manieren zijn om mensen tot een hechte groep te maken. De ene manier is defensief en gericht op verdediging en bescherming. De andere is creatief en gericht op het samen realiseren van een visie of verlangen. In de ene situatie vorm je samen een legerkamp. In de andere een gemeenschap.1

Vijanddenken helpt – maar niet echt

Een voorbeeld van de kampaanpak vind je in 1 Samuel 4. Als de Israëlieten op een dag worden verslagen door de Filistijnen en zo’n 4.000 militairen sneuvelen, vragen de leiders van Israël zich af hoe dit toch mogelijk is. Ze besluiten dat de ark van het verbond moet worden gehaald. Die wordt met groot gejuich ingehaald.

De Israëlieten verenigen zich om de vijand te verslaan en zijn ervan overtuigd dat dit met Gods hulp zal gebeuren. Hij is immers zichtbaar in hun midden. Nu zullen ze de vijand verslaan. Herinneringen aan Jericho zullen het juichen hebben gestimuleerd. De vreugde van dat moment is te begrijpen. Echter, toen kwam het initiatief van God zelf. Nu zijn het de leiders die het initiatief nemen en zo God voor hun missie misbruiken.

Deze methode van vijanddenken helpt om mensen te verenigen. We zien het ook vandaag terug. Ondernemers die medewerkers stimuleren door te stellen dat ‘wij ons niet laten kleinkrijgen.’ Politici die wijzen op gevaarlijke denkbeelden van andere politici. Burgers die zich tegen boeren of bedrijven afzetten. Broeders en zusters die elkaar in de gemeente bestrijden en medestanders zoeken. Angst- of vijanddenken verenigt nog steeds.

Verlangen verenigt de gemeenschap – maar niet altijd

De tweede manier om mensen aan elkaar te verbinden én in beweging te krijgen is vruchtbaarder: gezamenlijk verlangen. Het onderwijs van Jezus komt voort uit het diepe verlangen van God de Vader om de mens, via de Mensenzoon en door de Geest, levend te maken. De samenbindende kracht van dit verlangen wordt getalsmatig zichtbaar nadat de Geest is uitgestort. Maar dat is geen garantie voor eensgezindheid.

Allereerst: je moet het wel echt willen. Als Jezus vertelt dat Hij het brood is dat leven geeft, zeggen veel van zijn leerlingen dat dit harde woorden zijn. Zij vertrekken en gaan niet verder met Hem mee. Een kleine groep leerlingen wil Jezus niet loslaten. Simon Petrus geeft aan dat er niemand anders is die ze willen volgen (Johannes 6).

In de tweede plaats staat ons menselijk denken de gezamenlijkheid vaak in de weg. Volgens Dietrich Bonhoeffer (1906-1945 ) komt dat omdat ons denken over de geloofsgemeenschap gemakkelijk wordt beïnvloed vanuit onze eigen wensen en verlangens. ‘Elke menselijke wensdroom, die in de christelijke gemeenschap wordt binnengebracht, belemmert de echte gemeenschap en moet worden stukgebroken, opdat de echte gemeenschap zal kunnen leven’.2

De gemeente van Christus is een geestelijke gemeenschap van mensen die geraakt zijn door Christus zelf. Onze eenheid wordt in Hem gegeven en gevonden. De waarheid van Christus brengt vijanden bij elkaar in één lichaam. Samen vormen zij een bouwwerk dat uitgroeit tot een tempel die gewijd is aan de Heer (Efeziërs 2). Daar ligt de bestemming voor elke geloofsgemeenschap.

Duwen en trekken

Dit gegeven verbindt en brengt samen. Maar als we toewijding aan de Heer toepassen in concreet handelen, kan verwijdering zomaar weer ontstaan. Ambtsdragers hebben dan ook een belangrijke taak om het christelijke geloof te handhaven en te behoeden dat mensen van Christus afdwalen (NGB, art. 30). In zijn boek de wenkende leider beschrijft Klaas Quist twee manieren die veel worden toegepast om de gemeente bij Christus en bij elkaar te houden. Ze zijn tegenovergesteld van aard, maar hebben een vergelijkbare uitwerking op de gemeenschap.

Consensus

Sommige kerkenraden proberen de gemeente bij elkaar te houden langs de lijn van consensus en harmonie. Veranderingen gaan geleidelijk omdat leiders zich laten kenmerken als voorzichtige schakers. Ze proberen oog te hebben voor elkaar en de onderlinge eenheid. Uit angst voor het uiteenvallen van de gemeente neemt men de tijd voor overleg. Heel voorzichtig, maar met grote inspanning is een kerkenraad aan het duwen. De kritiek die zij krijgen: ‘Jullie doen te weinig’.

Charisma

Sommige kerkenraden kiezen voor een andere stijl van leidinggeven. Hun visie en charisma gebruiken ze in een poging de gemeente te verbinden aan een gezamenlijk doel. Ze zijn als leiders te herkennen als een genie die helpers zoekt. Zij weten wat goed is en zijn overtuigend. De leiding is krachtig, ze trekt hard aan de gemeente. De kritiek die zij krijgen: ‘Jullie doen te veel.’

In beide leiderschapsstijlen wordt hard gewerkt. Toch zijn dit vaak de gevolgen: vermoeide en teleurgestelde leiders en gemeenteleden. De eenheid en eensgezindheid die wordt beoogd, wordt beperkt bereikt. Er zijn voor- of tegenstanders van de gekozen richting. Sommigen doen niet mee of onttrekken zich omdat zij het oneens zijn of het niet meer kunnen opbrengen mee te doen. Anderen doen mee of wachten op betere tijden.

Maar is streven naar harmonie in de gemeente en het werken vanuit een duidelijke visie dan een probleem? Beiden zijn toch nodig? Zeker, maar niet als doel op zich. Ze zijn een middel. De bestemming van de gemeente ligt immers niet in een harmonieus samenleven of het gehoorzaam doen wat de leiders opdragen.

Vraag ter bespreking op de kerkenraad: wat herken je in jullie kerkenraad van duwen en trekken? En wat doet dat met jullie als kerkenraadsleden persoonlijk?

Wenkend leiderschap

In plaats van duwen of trekken, kan een kerkenraad beter ‘wenken’ – uitnodigen en uitdagen om in beweging te komen. Vertrekpunt daarbij is dat de gemeente van Christus bestaat vanwege Christus. Hij is het hoofd, de gemeente is zijn lichaam. Vanuit Christus krijgt het lichaam samenhang, schrijft Paulus (Efeziërs 4). Dit betekent dat iedereen moeten weten wat Christus van de gemeente verwacht. Leiders laten dat zien door zelf daarin het voortouw te nemen. En dat is net zo eenvoudig als dat het klinkt. Wenkend leiding geven is in de kern niet moeilijk. Onderstaande drie punten vormen de kern van wenkend leiderschap en horen bij elkaar.

Focus op de bestemming

De belangrijke afscheidswoorden van Jezus geven duidelijke richting. Op de avond van de opstandingsdag is Hij plotseling aanwezig in het huis waar zijn leerlingen zich schuilhielden. Tegen de angstige leerlingen zegt Jezus: ‘Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit’ (Johannes 20). Waarom zond de Vader zijn Zoon? Om vrede te brengen. Juist dit waren de woorden die Jezus in deze ontmoeting twee keer uitsprak. Enkele weken later maakt Jezus met andere woorden duidelijk wat Hij van zijn leerlingen verwacht: ‘Maak alle volken tot mijn leerlingen’ (Matteüs 28). De leerlingen gingen en getuigden van de vrede die ze in Christus zelf hadden ontvangen. Vijanden werden huisgenoten (Efeziërs 2) en voorbeelden voor vele anderen (1 Tessalonicenzen 1) in het navolgen van de Heer. Dit begon bij de apostelen en is tot op de dag van vandaag de bestemming van de christelijke gemeente.

Daarom kan het niet anders of alle aandacht in de gemeente moet uitgaan naar Christus en zijn verlangen. Oude en nieuwe denkbeelden dienen voortdurend te worden afgestemd op zijn Woord. En dat begint bij de leiders. Zij moeten als geen ander weten wat de kern van kerk-zijn is.

Vraag: Hoe heeft ‘de bestemming’ aandacht op jullie vergaderingen? Let daarbij op verschil tussen doel en middel.

Tip: Als je samen hebt gevonden wat de bestemming is, spreek dan af dat jullie elk onderwerp dat je bespreekt, hier expliciet aan verbindt. Zo houden jullie focus op de bestemming.

Focus op uitnodigen

Vanuit de focus op de bestemming ontstaat als vanzelf een tweede gerichtheid: toerusten van de gaven die God aan de gemeente geeft. Alles wat de gemeente nodig heeft om vorm en inhoud te geven aan de bestemming, is in de gemeente aanwezig (Efeziërs 4). Elk gemeentelid, van jong tot oud, kan in het dagelijks leven zichtbaar maken dat het Gods verlangen is dat mensen in vrede leven met Hem en hun naaste. Dat mag overal zichtbaar worden: dus zowel in als vanuit de gemeente. Uit de manier waarop Paulus spreekt, wordt duidelijk dat leiders de gaven van de gemeenteleden niet moeten organiseren. In tegendeel. Leiders dienen ervoor te zorgen dat de genadegaven die gemeenteleden van God zelf hebben ontvangen, geschikt zijn om te worden gebruikt. De belangrijkste vorm van toerusting is de gemeente steeds voorhouden wat de bestemming van de gemeente is. En daarbij leren om een onderscheid te maken tussen doel en middel.

Tip1: begin een agendapunt over vacatures met te danken wat God in gemeenteleden aan jullie gemeente heeft gegeven.

Tip 2: als er voor bepaalde taken geen mensen zijn, misschien hoort die taak dan niet bij jullie gemeente.

Focus op gemeente vertegenwoordigen bij God

De sleutel tot wenkend leiderschap is gebed. Door de hele Bijbel heen wordt duidelijk dat leiders voorbidders zijn. Jethro leert het Mozes (Exodus 18). Samuël houdt het zichzelf voor (1 Samuël 12). En van Jezus lezen we dat Hij zich dikwijls terugtrok voor gebed. En ook de apostelen vertellen ervan (Handelingen 6). Leiders richten zich allereerst tot God en pleiten bij Hem voor de mensen die zij leiden. Dat wat in de gemeente gebeurt, is onderwerp van gesprek. Zowel de dank als de zorgen worden bij God gebracht. Vanuit de verwachting dat God hen inzicht zal geven hoe daarmee om te gaan. En vanuit de dankzegging en voorbede ontstaat de ruimte voor het spreken met de gemeente.

Elk spreken met de gemeente over God, moet geboren worden in het spreken met God over de gemeente. Moeilijker is het niet. Door je samen te richten tot God, richt je je op Hem en wat Hij belangrijk vindt. Zoals de ogen van een slaaf de hand van zijn heer volgen (Psalm 123), zo zijn de ogen van de leiders van de gemeente gericht op hun Heer.

Elke kerkenraad loopt het risico weer te verzanden in geregel en dan verdwijnt de focus op bestemming, toerusten en gebed. Het is noodzakelijk je hier tegen te wapenen. Wie dat niet doet, onderschat het risico van de kracht van de waan van de dag. Daarom: bewaak de focus. Geef aandacht aan de de bestemming, het gebed voor de gemeente en het toerusten van de gaven die God aan de gemeente geeft.

Vraag: Waarin merkt de gemeente dat jullie wenkende leiders (willen) zijn?

Tip: Stel bij elk agendapunt expliciet de vraag of dit onderwerp voor jullie belangrijk is en op welke manier het bijdraagt aan jullie focus op bestemming, gaven en gebed.

Vreugdevol

Wenkend leiderschap is geen succesformule voor een hechte gemeenschap waarin iedereen meedoet. Het is wel een manier om uit de impasse van duwen en trekken te komen. Wenkend leiderschap brengt vreugde. Je bent immers samen gericht op de Heer en wat Hij belangrijk vindt. Door Hem voor ogen te houden zullen we steeds zien wie Hij is. En als we Hem zien, valt al het andere wel mee. Vervuld van zijn vreugde, willen leiders niets liever dan bijdragen aan de vreugde van anderen.

C. Visser en K. Quist


Cors Visser (foto links) en Klaas Quist (foto rechts) zijn beiden lid van de CGK en resp. directeur en adviseur leiderschap en gemeenteontwikkeling bij Kerkpunt. Klaas Quist is auteur van het boek ‘De wenkende leider, een pleidooi voor voorbeeldig leiderschap in de kerk’ en lid van de door de synode benoemde vertrouwenscommissie predikanten. Per 1 januari 2024 is het CGJO onderdeel van Kerkpunt.

De missie van Kerkpunt is: het praktisch inspireren en ondersteunen van geloofsgemeenschappen zodat door hen heen het Koninkrijk van God zichtbaar wordt voor elkaar en in de samenleving.


1 Sacks, J. (2022) Numeri, Skandalon, p. 115ev

2 Bonhoeffer, D. (2003) Verborgen omgang, Ten Have, p. 23ev

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2023

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Mensen in beweging krijgen rond de kern van kerk-zijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2023

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's