Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liefdevolle nabijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liefdevolle nabijheid

Begeleiding van zieken en stervenden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ambtsdrager zijn betekent onder andere pastoraat bedrijven in de gemeente of in de wijk van de gemeente die aan je pastorale zorg is toevertrouwd. Als je pas in de kerkenraad zit of nog maar kort predikant bent, kun je erg tegen deze taak opzien. Met name als van je gevraagd wordt om zieken en stervenden pastoraal bij te staan. In dit artikel wil ik een aantal handreikingen bieden voor deze bijzondere vorm van pastoraat.

Broze mensen

Eigenlijk is het heel aangrijpend en verdrietig dat er zieken en stervenden in de gemeente zijn. In het paradijs was het eerst niet zo. Adam en Eva wisten na hun schepping niet wat ziekte was en wat de dood betekende: ze konden zich er niets bij voorstellen. Door hun val in de zonde kwamen ziekte en dood in hun leven én in de wereld. Wij krijgen er ook vroeg of laat mee te maken. Als we als ambtsdrager op pad gaan om een zieke of stervende bij te staan, worden we geconfronteerd met de gevolgen van de zondeval. We gaan gemeenteleden ontmoeten die daarmee te maken hebben gekregen. Tegelijk beseffen we: we kunnen er zelf ook zomaar opeens mee geconfronteerd worden. We zijn allemaal even kwetsbaar, broos en vergankelijk. Psalm 103 zegt: ‘De sterveling - zijn dagen zijn als het gras, als een bloem op het veld, zo bloeit hij. Wanneer de wind erover is gegaan, is hij er niet meer en zijn plaats kent hem niet meer’. Psalm 90 is ook duidelijk over hoe wij in het leven staan.

We beseffen tegelijk ook: we gaan op pad als pastor. We gaan pastorale zorg bieden. Zorg met het hart van een herder. Zorg met een hart dat gericht is op dé Herder Jezus Christus en met het gebed dat we iets van Zijn beeld mogen vertonen. Als we in deze gestalte bij een zieke of stervende binnenstappen, zou er iets moois kunnen gebeuren. Zouden wij zomaar door dé Herder gebruikt kunnen worden om tot zegen te zijn van het gemeentelid dat we komen bezoeken.

Luisteren

Wie als een pastor bij zijn zieke of stervende gemeentelid op bezoek komt, zal proberen een liefdevolle houding aan te nemen. Die had de Heere Jezus immers ook als Hij met zieken of stervenden sprak en omging. Zo’n pastor zal proberen te komen tot een liefdevolle nabijheid.

Bij die nabijheid hoort in de eerste plaats een hartelijke luisterhouding. Een luisterhouding vanuit het hart. We komen niet op bezoek om over onze eigen ziekte te spreken of over de ziekte van anderen. We gaan het niet hebben over het sterfbed van onze vader of van een ander gemeentelid. We zetten ons bij het ziekbed, houden een gepaste afstand van de zieke en gaan luisteren. Luisteren naar het verhaal van de zieke. Naar hoe hij zijn ziekte draagt en beleeft. Naar wat het nadere levenseinde voor hem of haar betekent. We stellen een enkele, open vraag, en laten de zieke praten. We letten wel op wat de zieke dragen kan. We stemmen het gesprek af op de draagkracht van de zieke. Als we zien dat het spreken te vermoeiend wordt, ronden we het gesprek af en geven we aan dat we een volgende keer verder zullen spreken.

Laten we de zieke het gevoel geven dat hij gehoord en gerespecteerd wordt. Ook als we soms rauwe dingen horen. Ook als we bij een dement gemeentelid zitten dat vloekt. Ook als we merken dat de zieke opstandig is of op een verkeerde manier met zijn ziekte omgaat (‘waarom moet mij dit overkomen?’). We blijven geduldig, we blijven luisteren. We blijven de zieke en zijn ziekte serieus nemen.

Het levenseinde

Als we het levenseinde van het zieke gemeentelid zien naderen, letten we erop hoe de zieke ermee omgaat. Het kan zijn dat hij er zelf over begint. Wat is het ontroerend als we uit de mond van de zieke mogen horen dat de HEERE hem of haar heeft opgezocht en voorbereid heeft op de ontmoeting in heerlijkheid. Soms kan het nodig zijn dat we als ambtsdrager er een paar voorzichtige vragen over stellen. Vanuit onze betrokkenheid en bewogenheid mogen we vragen hoe de zieke tegenover zijn levenseinde staat en of hij bereid is om de HEERE te ontmoeten. Vanuit het Woord van God zullen we aangeven hoe we echt bereid zijn voor de grote overstap die wacht. Voorzichtig kunnen we vragen of er misschien nog zaken in zijn leven zijn die uitgesproken en opgelost moeten worden richting anderen. We kunnen aandringen op een liefdevol afscheid van de naasten die de zieke omringen. Als het einde in zicht komt, kunnen we ook zelf op een liefdevolle wijze afscheid van de zieke nemen en hem bijvoorbeeld bedanken voor wat hij heeft betekend voor de gemeente en ook voor de pastor.

Het is goed om de vraag aan de orde te stellen of alles goed geregeld is met het oog op de rouwdienst en de begrafenis van de zieke. Het is belangrijk om goed vast te leggen wat de wensen daarvoor zijn, zeker als er weinig familie is of als het gezin heel anders in het leven staat dan de zieke en weinig of niets met het geloof heeft. Het neemt de nabestaanden veel werk uit handen als goed is vastgelegd wat de zieke na zijn heengaan wenst. Er zijn tegenwoordig verschillende mogelijkheden om je wensen voor je rouwdienst en je begrafenis vast te leggen.

Het levenseinde

Op een bepaald moment stel je als pastor vast dat het levenseinde naderbij komt. Als je aanvoelt dat het contact dat je hebt weleens het laatste kan zijn waarbij de zieke bewust aanwezig is, zou je kunnen overwegen om de zieke de zegen van de HEERE op te leggen en mee te geven. Zelf ben ik dat al jaren gewend. Ik leg mijn hand dan op het hoofd van de zieke en spreek de hogepriesterlijke zegen uit Numeri 6:24-26 uit. Ik ervaar telkens weer dat de zieke en zijn familie dat waarderen.

In een bepaald stadium van de ziekte zou de zieke kunnen vragen om de ziekenzalving. Als ik Jakobus 5 goed begrijp, kan daar niets op tegen zijn. Waarom zou in de tijd van Jakobus een zieke wel gezalfd mogen worden en in onze tijd niet? Tegelijk maakt Jakobus ons duidelijk dat het vooral om het gelovig gebed gaat. Dat lijkt me in de begeleiding van het zieke gemeentelid voortdurend van groot belang.

Daarom pleit ik ervoor dat elk bezoek aan een ziek of stervend gemeentelid wordt afgesloten met een korte Schriftlezing, een enkele opmerking erbij en een betrokken gebed. Wellicht is het mogelijk om met de zieke een psalm of een lied te zingen. Als dat kan, zou ik dat zeker doen. Met een psalm of een lied uit je je niet alleen, maar in je ook de inhoud van de woorden. Ze zouden de zieke (en de pastor!) kunnen treffen en troosten.

Aanwezigheid

Moet je als pastor bij het sterven van een gemeentelid aanwezig willen zijn? Ik sta er zo in: als de familie het op prijs stelt, zal ik aanwezig zijn bij het overlijden van het gemeentelid. Ik zal het zelf nooit voorstellen of me opdringen aan de familie. Het sterven van een familielid is een intiem en teer gebeuren. Het is echt iets voor de nabestaanden van hem of haar die gaat overlijden. Ik wil steunend en troostend aanwezig zijn, maar alleen als de familie dat uitdrukkelijk aan mij vraagt.

En dan deel ik met hen in dat ontroerende moment dat iemand misschien de strijd opgeeft of wegglijdt uit het leven de eeuwigheid in. En huil ik mee met de familie als zij huilen om het heengaan en hopelijk het ingaan van hun geliefde.

Omzien naar de familie

Laten we trouwens tijdens het ziekteproces van ons gemeentelid dat we pastoraal begeleiden zijn of haar familie niet vergeten. Wat kunnen ook zij worstelen met de ziekte en met de afbraak van het lichaam van hun geliefde. Wat kan een vrouw er geweldig tegenop zien dat ze straks alleen verder moet zonder haar man die zoveel voor haar heeft betekend. Denk ook aan de kinderen van de zieke die in hun vader of moeder mogelijk veel gaan verliezen. Je zult maar een biddende ouder moeten gaan afstaan aan de dood…

Rond een ziek- en sterfbed kun je ook te maken krijgen met lastige en ingewikkelde situaties. Misschien hoor je dat een van de kinderen al jaren niet meer thuis komt en geen contact meer met de zieke wil hebben. Andersom kan ook: dat de zieke geen contact met een van zijn kinderen meer wil hebben om wat er in het verleden is gebeurd. Laten we goed luisteren naar wat er speelt, misschien kunnen bemiddelen en hopelijk gebruikt mogen worden om dingen recht te zetten en tot verzoening te brengen.

Voorbereid op pad

Het vraagt heel wat van een pastor om een ziek of stervend gemeentelid bij te staan. Houd daar rekening mee bij de planning van de bezoeken. Soms kom je voor onverwachte omstandigheden te staan, ook al ben je al jaren pastoraal in de gemeente bezig. Ieder mens is uniek en beleeft de dingen van het leven - dus ook zijn ziekte - op zijn eigen manier.

Belangrijk is dat je, voordat je op bezoek gaat, eerst om de zegen van God over het bezoek bidt. Om iets van de houding en de liefdevolle nabijheid van dé grote Herder Jezus Christus. En om wijsheid, liefde en geduld, want die heb je nodig bij deze vorm van pastoraat. Eventueel kun je alvast nadenken over het stukje dat je uit de Bijbel zult lezen aan het einde van het bezoek en over de psalm of het lied dat je met de zieke gaat zingen. Zelf laat ik het meestal van het bezoek afhangen wat ik ga lezen of zingen. Soms voel ik het in mijn hart wat ik moet gaan lezen en blijk het later tot zegen geweest te zijn van de zieke. Ieder gaat hier op zijn eigen manier mee om en dat is goed. Als het Woord van God maar opengaat bij het ziek- en sterfbed. Onze woorden zijn natuurlijk goed bedoeld en willen het zieke en stervende gemeentelid steunen, troosten en verder helpen. Maar het Woord van God, door de kracht van de Heilige Geest, doet echt wonderen in het leven van mensen.

Een onvergetelijk sterfbed

Ik moet opeens denken aan een ervaring bij een sterfbed in een andere gemeente. De familie had me erbij geroepen en gaf aan dat de stervende heel haar leven had geworsteld met de toe-eigening van het heil. Ze was nog steeds niet tot ruimte gekomen. Ik sprak met de oude zuster over de Heere Jezus en over Zijn bereidheid om haar te behouden. Ze zei dat ze van Zijn bereidheid overtuigd was, maar gold die ook voor haar? Aan het einde van het korte gesprek bad ik in mijn hart: ‘HEERE, wat zal ik lezen?’ Mijn gedachten werden geleid naar Psalm 138 en die psalm heb ik toen aan de oude zuster voorgelezen. Bij het voorlezen van het slot van de psalm gebeurde er iets bijzonders. Het gezicht van onze zuster begon te stralen! En ze fluisterde: ‘Nu weet ik dat het ook voor mij is, dominee’. De HEERE had het gedaan. Door Zijn Geest en Woord. Een dankbare dominee reed naar huis en mocht een week later in de rouwdienst van deze oude zuster de HEERE verheerlijken om wat Hij deed aan het sterfbed van Zijn kind.

Als je zó gebruikt mag worden in het pastoraat aan een ziek of stervend gemeentelid, blijft alleen maar verwondering en aanbidding over.

Ds. C.J. Droger


Ds. C.J. Droger is predikant van de Chr. Geref. Kerk te Vlaardingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2024

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Liefdevolle nabijheid

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2024

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's