Hoe motiveren we de gemeente om te dienen in het ambt?
Het is voor veel kerkenraden een jaarlijkse uitdaging om ambtsdragers te vinden. Met name het ouderling zijn staat niet hoog in de belangstelling. Is er sprake van lauwheid bij de gemeenteleden of zitten de oorzaken dieper. Hoe kan het dat er veel ambtsdragers zijn voor wie het na een ambtsperiode allemaal niet meer zo hoeft.
Positionering
Ik maak een vergelijking met het bedrijfsleven. Hoe motiveer je bijvoorbeeld mensen om lid te worden van de ondernemingsraad? Ook dat valt niet mee en er moeten nogal wat argumenten op tafel komen voordat er enig enthousiasme ontstaat en iemand zich kandidaat stelt.
Een andere vergelijking kan worden gemaakt met de sportclub. Bijvoorbeeld de voetbalvereniging. Ook daar veelal ouderen die de kantine bedienen, het gras maaien, etc. Als die ‘oudjes’ wegvallen moeten er soms professionele krachten worden ingehuurd om de boel draaiend te houden.
Uit die twee alinea’s blijkt dat het dus niet alleen een probleem van de kerk is. Tegelijk is het in de gemeente van Christus toch anders. In 1 Tim. 3:1 schrijft Paulus: “Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opzie-ner, begeert hij een voortreffelijk werk.” En dat is ook zo ondanks dat we tijdens de uitoefening van het ambt wel eens ons hoofd stoten of een lastige hobbel moeten nemen. Net als in het bedrijfsleven of bij de sportclub gaan we om met mensen die ieder een eigen mening hebben en met wie we verschil van inzicht kunnen hebben. De keerzijde is wel dat je er van leert en zou dat niet een leerproces zijn waarin de Heilige Geest ons leidt?
Ambt is geen vrijwilligerswerk
We spreken over ambt. Niet over vrijwilligerswerk in wat voor organisatie dan ook. De ambten zijn door Christus ingesteld ten dienste van de gemeente. Ambtsdragers zijn dienaren, slaven - al waren dat in het Nieuwe Testament vaak kundige mensen aan wie hun meester zijn bezit en het bestuur over zijn goederen toevertrouwde; dienstknechten, medearbeiders van Christus. De gemeente is Gods akker, Gods bouwwerk (1 Kor. 3:5-9). Zo heeft een ambtsdrager een mooie en verantwoordelijke taak. Wat is er mooier dan arbeider te zijn, uitgezonden in de (grote) oogst van Gods koninkrijk. Wie dat goed op zich in laat werken kan niet anders dan verlangen daarin dienend bezig te zijn en dat van harte en met vreugde in de gemeente te doen.
Hoewel vrijwilligerswerk een klank van vrijblijvendheid heeft wordt er daarbij wel op je gerekend, ook al heb je even geen zin. Bij het ambt is dat niet minder het geval. Je bent ‘ingeschakeld’, zoals ds. Van Amstel hierover in een tweetal boekjes voor jongeren schreef.
Een ambtsdrager, met name ouderling, is pastor onder leiding van de Pastor Bonus, de Goede Herder. Dan heb je een voorbeeldfunctie in de gemeente, een houding om naast de mensen te gaan staan, de vaardigheid om te onderwijzen en zo zijn er meer zaken waar je aan ‘moet/mag’ vol-doen. En wie is tot deze dingen bekwaam? Als we in de spiegel kijken weten we het antwoord wel, maar door genade mogen we zijn wie we zijn, zoals Paulus dat in 1 Kor. 15:10 schrijft. Het is Christus Zelf die Zijn gemeente (op)bouwt en tegelijk zijn discipelen onderwees. Door de Heilige Geest wordt ook nu nog Zijn gemeente toegerust onder leiding en door de dienst van ambtsdragers en gemeenteleden. Hij is de Wijnstok en wij zijn de ranken. Wie in Hem blijft draagt veel vrucht.
Iedereen in het bijzondere ambt?
Dat zou mooi zijn maar zoals hierboven gezegd zal dat niet voor iedereen mogelijk en passend zijn. We mogen ook op andere manieren de liefde van Christus in de wereld uitstralen. In welzijnswerk, zending- & evangelisatiewerk, vluchtelingenwerk, hulpverlening,… en in onze gebeden. Er ligt een roeping om onze gaven ten nutte van de gemeente gewillig en met vreugde aan te wenden. Dat geldt voor ambtsdragers maar ook voor gemeenteleden. Heel vaak hoor je ‘ik heb genoeg gedaan, laat een ander het maar doen’. Maar ook ‘daar is hij of zij te oud voor’. Christus vraagt dienstbaarheid van heel de gemeente, met zijn rijk geschakeerde gaven en talenten. In gebed maar ook in het er voor elkaar zijn en elkaar accepteren zoals we zijn. Dat motiveert! Soms is het slikken en (in)schikken. Ja, dat ook, maar probeer de ander eerst te begrijpen voordat hij/zij aan de zijlijn gezet wordt door het oordeel wat je uitspreekt. Soms levert dat verrassende inzichten op waar je zelf weer van leert. Daarom zijn vergaderingen, ondanks dat we er vaak een hekel aan hebben, toch nuttig om elkaar beter te begrijpen, te weten wat er in de gemeente speelt en waarom, om dan samen een weg te zoeken om het goede verder te ontwikkelen en waar problemen spelen dit in gebed aan de Heere voor te leggen. Je kunt tegen vergaderingen opzien maar er ook veel van leren. Als er maar naar elkaar geluisterd wordt en we de een de ander uitnemender achten dan onszelf. Maar hoe moet dat als we de gemeente toch kleiner zien worden, de voorste rijen in de kerk leeg zijn? Dan kan een gevoel van machteloze gelatenheid je bekruipen. Wie moet straks het licht uitdoen? Trekken we als ambtsdragers alleen de kar samen met nog een paar gemeenteleden die er eigenlijk niets meer bij kunnen hebben?
Geestelijk leiderschap
Sommige kerken hebben de naam ‘De Hoeksteen’. Naar 1 Petrus 2:4-5 “En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.” Dat is geen tekst voor ambtsdragers alleen maar voor heel de gemeente. Toch ligt hier voor ambtsdragers wel een bijzondere taak. Misschien zouden we wat minder moeten vergaderen en meer bezig moeten zijn met het Woord van God. Zelf heb ik me er vaak schuldig aan gemaakt door na een drukke werkdag nog net op tijd op de kerkenraadsvergadering aan te schuiven. Geen Bijbelstudie vooraf, geen persoonlijk gebed, en als je pech hebt om 23:00 uur naar huis en de volgende dag weer vroeg druk met je werk. Het zal meer mensen zo vergaan en het is mooi als je de energie ervoor hebt maar het klopt niet. Wat mag je loslaten?! De regel is: je gezin eerst, dan je werk en dan de kerk. Toch lukt dat vaak niet. Wat ben je dankbaar met een vrouw die invoelt en je dan meer ruimte geeft. Maar uiteindelijk besef je later: het was niet goed voor ons gezin, voor de gemeente en erger, voor je persoonlijk geloofsleven. Hadden we dan de taken beter/anders moeten verdelen? Want nodig is, en wat in het bevestigingsformulier wordt gevraagd is dat we ‘voortdurend Gods Woord onderzoeken en ons oefenen in het dienen van de Here.’ Handelingen 20:28 “Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.” Organisatorisch gezien waren de eerste gemeenten groeigemeenten, pioniers. In onze gemeenten is alles meer gestandaardiseerd en vastgelegd in onder andere de kerkorde. Dat is op zich goed maar laten we juist in deze tijd de gemeente allereerst voorgaan in dienen, zelfopoffering en het weiden van de gemeente in de grazige weiden van Gods Woord waar we zelf voortdurend mee werkzaam zijn door Zijn Heilige Geest. Zo mogen ambtsdragers, gebouwd op die enige Hoeksteen die bij God uitverkoren en kostbaar is, zelf tot hoekstenen worden in de gemeente.
Motivatie
Hier ligt voor een kerkenraad mijns inziens de grootste uitdaging. Het niet allemaal zelf doen maar pionieren en delegeren. Dan hoor je wel eens dat mensen niet voor een ambt of taak in de gemeente worden gekandideerd omdat ze nogal… zijn. Terwijl die levende stenen waar Petrus het over heeft echt niet allemaal dezelfde vorm hebben. Soms steken ze wat uit en dan stoot je je eraan. Ze kunnen ‘in de weg zitten’. Jammer; want ze horen er wel bij! Zo onderwees Jezus Zijn discipelen en vormde hij hen en corrigeerde hen. Waar dat in liefde gebeurt kan er zegen op rusten. Tegelijkertijd hoort bij delegeren dat je verantwoordelijkheden overdraagt en er niet bovenop zit als de dingen in jouw optiek mogelijk niet goed gaan. Ieder mens heeft behoefte aan autonomie. Het is een basisbehoefte. Blijf dan ook in verbinding. Net zoals die stenen in dat geestelijk huis met cement hecht aan elkaar verbonden zijn, zo moeten ook wij die verbinding blijven zoeken. Een oordeel over wat een ander doet en denkt is snel gevormd (NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander). Door in liefde te vragen en te luisteren voorkom je verwijdering. Door de ander maar snel in een hokje te plaatsen sluit je mensen uit en verspil je arbeidskrachten in Gods koninkrijk. Mensen waarderen en toerusten is belangrijk. Nu vraagt de Heere niet allereerst naar wat onze talenten zijn en wat wij het liefst zouden willen. Hij is het die Zijn gemeente leidt door Woord en Geest en Gebed (met een hoofdletter want zo waren er in Handelingen 1:14 mannen en vrouwen eendrachtig en volhardend in gebed en smeking in de tempel bijeen). We mogen ons laten leiden. Dat voelt soms als pionieren en lopen op het water, niet zien op de wind en op de wolken. Maar op de Opperherder die ons vasthoudt. Hoe krijg je dat nu de gemeente in? Allereerst door in het pastoraat voor ieder oprechte aandacht te hebben zodat mensen zich gehoord en gewaardeerd weten. Vervolgens door in het werk wat er in de gemeente ligt mensen niet bij voorbaat uit te sluiten maar ze persoonlijk benaderen voor een taak in Gods koninkrijk. Tenslotte, en dat is vaak moeilijk, door niet te veel taken zelf op je te nemen maar ze aan anderen over te dragen. Er zijn ook heel mooie voorbeelden van Missionair kerk-zijn en getuigen. Laten we ze koesteren en tegelijk ook kerk naar binnen zijn in onderling pastoraat. De kerkenraad mag daarin leidinggeven en zichzelf laten leiden door Woord en Geest. Dat vraagt voor elke dag persoonlijk gebed en geloof. Biddend om de komst van Zijn koninkrijk. Neem daar tijd voor! Tegelijk is de kerk niet van ons maar van Christus. Hij zegende de kinderen, de gemeente van morgen. Voor die zegen schakelt Hij ons (ook) in. Zodat we naar Deuteronomium 6 het geloof met hoofd en hart en handen aan de toekomstige gemeente overdragen.
Henk Bokhorst is pastoraal werker en redacteur van Ambtelijk Contact
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024
Ambtelijk Contact | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024
Ambtelijk Contact | 32 Pagina's