Het pascha

Met hartelijke dank voor deze vraag van trouwe lezers uit het hoge noorden van ons land! Je kunt inderdaad schrikken van de houding van het volk Israel ten aanzien van het onderhouden van Gods geboden en inzettingen. De Bijbel geeft ons een eerlijk beeld van de mens. Maar of het volk jaren-, ja eeuwenlang nagelaten heeft het pascha, het bevrijdingsfeest te vieren, dat valt nog te bezien.

Het volk vierde het pascha voor het eerst in de nacht van de uittocht uit Egypte. De Heere gaf bevel dat dit wonder van de verlossing niet mocht worden vergeten en dat daarom het pascha jaarlijks gevierd moest worden. Dat heeft het volk Israel daarop dan ook gedaan en wel aan de voet van de Sinai. Maar daarna niet meer, maar pas bij de intocht in het beloofde land. Het pascha is in de woestijntijd niet meer gevierd. Was dat nalatigheid van het volk? Waren Mozes en Aaron er dan niet om te waken over de inzettingen van de Heere? Het niet houden van het pascha had een andere reden. Het mocht niet van de Heere! Wat was er namelijk aan de hand?

Toen het volk, niet lang na de uittocht uit Egypte aan de grenzen van het beloofde land aangekomen was, geloofde men het meerderheidsrapport van de verspieders die beweerden dat het land onneembaar zou zijn. Dat was een ernstige belediging van hun God Die zoveel wonderen had verricht! Toen mochten ze het land niet binnen. Het volk kwam onder een oordeel terecht. Zij zullen Mijn afbreking gewaar worden, zei de Heere. Zie Numeri 14:33 en 34. Dat wijst op tegenstand en groot ongenoegen van de Heere. Het merendeel van het volk is de jaren daarop dan ook gestorven in de woestijn en hebben het beloofde land niet kunnen binnengaan. Vanwege Gods ongenoegen over hun ongeloof, dat we niet voor niets de grootste zonde noemen. Sindsdien vond de besnijdenis niet meer plaats en kon daarom ook het Pascha niet meer gevierd worden. Dat goddelijke veto werd opgeheven bij de intocht in het beloofde land. En sindsdien is het Pascha, zo mogen wij aannemen, elk jaar gevierd. In de tijd van de tabernakel en in de tijd van de tempel. Thuis en in het heiligdom. Al is de viering in het heiligdom door goddeloze koningen onmogelijk gemaakt. Bijvoorbeeld door koning Achaz die de tempel ontheiligde en in de tijd van koning Manasse die in de tempel afgoderij bedreef. We mogen aannemen dat in ieder geval de godvrezende Israelieten het pascha thuis met hun kinderen hebben gevierd, zoals de Heere Jezus het later zou doen in de kring van de discipelen.

Maar wat betekent dan 2 Kronieken 35:18? Daar staat: “Daar was ook geen Pascha als dat in Israel gehouden, van de dagen van Samuel, de profeet af. En geen koningen van Israel hadden zulk een Pascha gehouden, gelijk Josia hield” Let op de woorden ‘als dat’ , en ‘zulk’. In de dagen van de vrome koning Josia werd dus zulk een groots Pascha gehouden als nog nooit eerder gehouden was, ook niet in de dagen van koning Hizkia, die ook een reformator was.

Als we bovendien 2 Kronieken 35:18 vergelijken met 2 Koningen 23:22 wordt het ons nog duidelijker. Want daar lezen we: “Want gelijk dit pascha was er geen gehouden van de dagen der richteren af, die Israel gericht hadden, noch in al de dagen van de koningen van Israel, noch der koningen van Juda”.

Conclusie is dus dat we geen enkele reden hebben om aan te nemen dat het Pascha eeuwenlang niet werd gehouden. Er wordt alleen gezegd dat het Pascha, gevierd in de dagen van de vrome koning Josia alle eerdere vieringen van het Pascha verre overtrof. Dat is de liefde geweest van die godzalige koning, die tot zijn schrik immers had ontdekt uit het gevonden wetboek hoe de dienst des Heeren was achteruitgegaan!

En een andere conclusie mag zijn dat een reformatie te allen tijde noodzakelijk is. Laten ook zij die de Heere vrezen, meer en meer beseffen dat we bij de voortduur de grote Reformator, Jezus Christus nodig hebben, Die meer is dan Josia. Hij maakt door Woord en Geest levend. En Hij houdt eveneens door middel van Woord en Geest in leven. Opdat ik lere Gods grote daden niet te vergeten, maar op Zijn heil te hopen, in leven en in sterven.

Vraagt naar den HEER’ en Zijne sterkte,

Naar Hem Die al uw heil bewerkte.

Zoekt dagelijks Zijn Aangezicht.

Gedenk aan ’t geen Hij heeft verricht.

Aan Zijn doorluchte wonderdaan,

En wilt Zijn straffen gadeslaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen