Boekbesprekingen

De eerste uitgave van het werk van Owen over de Heilige Geest is gepubliceerd in 1677, 1678. De oorspronkelijk titel luidt: ‘The Holy Ghost, His Gifts and Power.’ De versie van dit boek is gebaseerd op de uitgave van George Burder in 1827. De vertaler is Hans van Galen. Het boek bevat het levenswerk van de 17e eeuwse puriteinse theoloog John Owen over de Heilige Geest. Het omvat de vier boeken van Pneumatologia plus gedeeltes van ander werk van Owen over de Heilige Geest. Het oorspronkelijk werk bevat 1200 pagina’s. Er is dus behoorlijk gesnoeid, maar zonder geweld te doen aan de betekenis en inhoud van het werk van John Owen. Owen wordt wel de Engelse Calvijn genoemd. Hij was een theoloog en psycholoog. Hij kende God en hij kende de mens. Owen heeft in Londen John Bunyan horen preken. Op de vraag van koning Karel II waarom een geleerd man als Owen genoegen kon beleven aan een preek van zo’n eenvoudige ketellapper, antwoordde Owen: ‘Ik zou, o koning, voor de bekwaamheid van deze man graag al mijn geleerdheid willen geven.’ Bij het doorlezen van dit boek van Owen kwamen we veel goede en leerzame zaken tegen als het gaat over het werk van de Heiige Geest. Op blz. 209 en 210 gaat het over het overtuigen van zonde. We willen u ter kennisname iets van doorgeven. “In het roepen van mensen tot de zaligmakende kennis van God overtuigt de Heilige Geest hen van zonde. De natuur van deze overtuiging bestaat in het algemeen in het stilzetten van het ijdele gemoed

Hoe moeilijk, hoe onmogelijk is het om hun gemoed te richten op de overdenking van zonde. Geen enkele redenering, argument of verzoek, bij alles wat hen dierbaar is, kan hen overtuigen. En ‘de sterk gewapende man’ gebruikt al zijn wapens om zijn huis en goed in rust en vrede te houden, en dit werk te verhinderen.

Maar de Geest Gods bepaalt het gemoed bij de zonde. Hij wijst de mens terecht, en ‘stelt hun de zonde ordentelijk voor ogen’ (Psalm 50:21), zodat ze, waarheen ze zich ook wenden, gedwongen worden om ze te zien. Daarom zegt David ‘mijn zonde is steeds voor mij’ (Psalm 51:5).

Graag zouden ze de zonden achter hun rug werpen, en de gedachten eraan wegdoen, maar de pijlen van God steken diep in hun gemoed. Omdat het verstand zo bij de overdenking van de zonde bepaald wordt, moet het wel ook bij een gevoel van de zonde bepaald worden, in het geweten en het gevoel. Het denken over de zonde alleen is van weinig voordeel. De Schrift plaatst dit werk van overtuiging voornamelijk in een voelen van de zonde, in bekommering, smart, angst voor het verderf, en dergelijke (Hand. 2:37, 24:25). De Heilige Geest nu is de werkzame kracht in dit alles. Hij alleen maakt al deze middelen tot dit doel werkzaam. Want zonder Zijn onmiddellijke invloed kunnen we wel heel ons leven de wet (waardoor de kennis der zonde is) horen prediken, en er toch niet door geraakt worden.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen