‘Hoe dichter bij Dordt…
Genesis 48:5 Nu dan, uw twee zonen, die u in Egypteland geboren waren, eer ik in Egypte tot u gekomen ben, zijn mijne; Efraïm en Manasse zullen mijne zijn, als Ruben en Simeon.
…hoe rotter het wordt’ L Ik heb echt een hekel aan dat oude spreekwoord. Alleen al vanwege het feit dat ik ben geboren in Dordrecht… Koning Willem- Alexander scoorde dan ook punten bij mij, toen hij op Koningsdag 2015 in zijn dankwoord zei: ‘Hoe dichter bij Dordt, hoe mooier het wordt’. En weet je waarom dat zo is? Onze koning heeft het zo niet bedoeld, maar laat ik die invulling er dan zelf maar aan geven: omdat het dit jaar 400 jaar geleden is dat daar de Dordtse Leerregels zijn opgesteld. En daarom zeg ik: hoe dichter bij Dordt, hoe mooier en rijker het wordt. Vanwege het belijdenisgeschrift dat zo prachtig spreekt over Gods verkiezende genade. Jonge mensen, koop een ‘Dordtse stadsgids’ en ga die eens echt lezen.
Genesis 48 begint met te vertellen dat Jozef gewaarschuwd wordt dat Jakobs krachten minder worden. Jozef woont niet bij zijn volk, want hij heeft als onderkoning ook zijn taken en verplichtingen. Maar hoe belangrijk zijn werk ook is, als hij hoort dat zijn vader stervende is, dan gaat hij snel op weg, samen met zijn twee zonen, Efraïm en Manasse. En dan gebeurt er iets waarmee Jakob een plaats gekregen heeft in de rij van geloofsgetuigen in Hebreeën 11:21 Door het geloof heeft Jakob, stervende, een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en heeft aangebeden, leunende op het opperste van zijn staf.
Dat is toch eigenlijk wel verrassend. Als ik zou vragen: noem eens een hoogtepunt uit Jakobs geloofsleven, dan zou je denken aan Bethel, waar Jakob die mooie beloften kreeg. Of Pniël, waar hij mocht geloven dat zijn ziel gered was. Maar wie zou denken aan Jakobs sterfbed? En als je dat al zou doen, dan zou je toch eerder denken aan een hoofdstuk verder. Aan dat moment dat Jakob vol verlangen zijn ogen naar boven slaat en dan zegt: op Uw zaligheid wacht ik, o Heere! Dat zijn voor onze beleving de hoogtepunten in Jakobs geloofsleven, toch? Maar als je Hebreeën 11 leest, dan kom je wat anders tegen. Dan bepaalt de Geest ons bij de zegening van de zonen van Jozef.
Jakob spreekt daar tegen alles in. Want het is alles Egypte wat hij ziet. Daar staat Jozef, de Egyptische onderkoning, getrouwd met een Egyptische priesterdochter. Daar staan Efraïm en Manasse, twee Egyptische prinsen, geboren en opgevoed aan het Egyptische hof. Het is Egypte voor en Egypte na. Maar God is er ook nog. En Hij legt beslag op hen. Egypte mag hen voedsel en woningen geven, Egypte mag hen straks zelfs onderdrukken en gevangen houden, maar eenmaal zal Egypte dat volk aan God moeten afstaan. Hij haalt ze er allemaal uit.
En ook Efraïm en Manasse horen daarbij. Al zijn ze in Egypteland geboren, Jakob zegt: zij zijn mijne! Het heeft hem ongetwijfeld beziggehouden. Zijn kleinzonen middenin zoveel rijkdom, verleiding en afgoderij. Zullen Jozefs kinderen de schatten van Egypte toch niet liever hebben dan de beloften van God aan Israël? Maar God heeft hem laten zien dat Egypte ze niet zal hebben. En daarom kan Jakob zeggen: zij zijn mijne.
En is dat geen troost voor mensen die gaan inleven dat ze als een Egyptenaar zijn geboren? Alles wees er in hun leven op dat Egypte beslag op hen had gelegd. Alles wees erop dat de wereld hen had overwonnen en ze helemaal had opgeëist. Wat is dan het geheim als zulke mensen toch zalig worden? Dat geheim ligt er niet in dat een mens zijn hart voor de Heere opent en de Heere gelegenheid gaat geven om in hem te werken. Alsof wij dat zelf in eigen hand hebben. Maar dat geheim ligt in Gods welbehagen. Wat Hij Zich al in de eeuwigheid heeft voorgenomen. En dat Hij zegt: zij zijn Mijne.
Actieve christenen ergeren zich daaraan. Die willen er komen op grond van hun keus en hun geloof en hun overwinningen. Maar voor een ‘Egyptenaar’ is het een wonder. Waarom was het op mij gemunt, daar zovelen gaan verloren? In de Dordtse Leerregels kun je lezen hoe het kan dat een Egyptenaar toch aankomt in Kanaän. Je leest van het geheim hoe een zondaar zalig kan worden. Koop een boekje over die belijdenis en ga je eens verdiepen in Dordt. En ik hoop dat je ervan gaat zingen: door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.
M.A. Kempeneers www.bewaarhetpand.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 april 2018
Bewaar het pand | 12 Pagina's