Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lessen uit 1 Thessalonicensen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lessen uit 1 Thessalonicensen (1)

- Inleiding

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is mijn voornemen om in deze rubriek een langere periode met u te gaan nadenken over de eerste Thessalonicensenbrief.

Daarbij zullen we regelmatig luisteren naar een zeventiende-eeuwse Schotse verklaring op de Thessalonicensenbrief, die van ds. James Fergusson (1621-1667). In deze aflevering een korte kennismaking met de schrijver.

Predikant

James Fergusson wordt geboren in het jaar 1621. Hij studeert aan de universiteit van Glasgow, waar ook mannen als James Durham en Hugh Binning hun opleiding ontvangen. Enkele jaren na de afronding van zijn studie, in 1643, wordt hij predikant in het plaatsje Kilwinning, in het zuidwesten van Schotland.

Uit Fergussons geschriften blijkt dat hij ‘een Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen’ is geweest, ‘die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt’ [Mattheüs 13: 52]. Dat zijn tijdgenoten hem ook zo beschouwd hebben, wordt wel duidelijk als hij in 1661 wordt voorgedragen om hoogleraar in Glasgow te worden. Echter, tot zijn sterven blijft Fergusson verbonden aan zijn gemeente in Kilwinning.

Bijbelverklaring

Door David Dickson en anderen wordt James Fergusson gevraagd om mee te werken aan een eenvoudige Bijbelverklaring voor het Schotse volk. In dat plan klopt het hartelijke verlangen om de Bijbeltekst beknopt, zuiver en duidelijk uit te leggen. En om daarna uit iedere tekst puntsgewijs allerlei geestelijke en praktische lessen te trekken.

Hoewel Fergusson ootmoedige gedachten heeft van zijn eigen werk, besluit hij toch zijn medewerking te verlenen aan het project. Uiteindelijk schrijft hij verklaringen op Filippenzen en Kolossen-zen (1656); Galaten en Efeze (1659) en I en II Thessalonicenzen (in 1674 postuum verschenen).

Aan zijn als tweede genoemde verklaring, die over Galaten en Efeze, heeft hij verschillende jaren gewerkt. Door omstandigheden waarover hij niet verder uitwijdt (brand?) wordt echter al zijn geschreven werk verwoest. Fergusson schrijft zelf: ‘Zo ging een groot deel van mijn tijd en van mijn leven in zekere zin verloren’.

Toch laat Fergusson zich niet ontmoedigen. ‘De herinnering aan de zoete vreugde die hij proefde in het onderzoek van de Schriften’ en ‘het veelvuldige (geestelijke) voordeel waarmee zijn moeiten beloond werden’ stimuleren hem, het werk opnieuw ter hand te nemen.

Aansporing

In de woorden die Fergusson hier neerschrijft, ligt een aansporing voor ieder die zich voorbereidt op de dienst des Woords en die in deze dienst mag staan. Laat hij zich, te midden van allerlei pastorale werkzaamheden en andere activiteiten in het gemeentelijke en kerkelijke leven, regelmatig afzonderen. Om te graven in de Schriften en die biddend te overdenken. Daarmee is de gemeente gediend. Maar ook de dienaar van het Woord zelf zal in deze weg geestelijk nut uit de Schriften mogen verwachten.

Dezelfde aansporing om de Schriften te onderzoeken is volgens Fergusson echter bestemd voor nog een bredere kring. Ik laat Fergusson zelf aan het woord: ‘Laat me u allen aansporen, en in het bijzonder u aan wie de Heere zo’n lot heeft toegeschikt in de aardse dingen, dat u een overvloed van tijd hebt… Besteed meer van uw tijd aan het onderzoeken van de Schrift en span u in om de wil van God aangaande uw zaligheid die daarin geopenbaard wordt, te verstaan’.

Fergusson vervolgt: ‘Hierdoor zult u ervoor bewaard worden om verleid te worden door de afgezanten van de satan, die dwalen, omdat ze de Schriften niet weten (Matth. 22: 9)… De Heere zal door Zijn Geest de Schriften nuttig voor u maken tot lering, wederlegging, verbetering en onderwijzing in de rechtvaardigheid.’

Gids door het landschap van de Schrift

Fergusson schrijft daarna, dat het niet om het even is, hoe we lezen: ‘Maar, om deze rijke voordelen door het lezen van de Schrift te winnen, zult u niet oppervlakkig moeten lezen, maar nauwgezet, aandachtig en godvrezend’.

Tenslotte wijst Fergusson er ook op, dat het nodig is om bij het Bijbellezen betrouwbare gidsen niet te verachten: ‘Veracht het niet de hulp vanuit het werk van anderen aan te nemen’.

Ik zou dat in onze tijd willen onderstrepen. Nogal eens is de laatste tijd in onze kring te horen: We lezen alleen de Bijbel en we laten ons leiden door alleen de Bijbel. Onbevangen. Zonder ballast.

Maar getuigt het niet van naïviteit en zelfoverschatting, als we de band met het verleden zo doorsnijden? Schrijft Paulus zelf niet, dat hij ‘met al de heiligen’ de breedte en lengte en diepte en hoogte van Christus’ liefde zocht te verstaan?

Laten we in onze tijd gebruik maken van betrouwbare gidsen. Concreet: Laten we de belijdenisgeschriften lezen. De kanttekeningen. Calvijn. Matthew Poole. Matthew Henry. Hellenbroek. Kohlbrugge. En ook de Schotse schrijvers. Want: wie op de schouders van het voorgeslacht staat, ziet verder. Al blijven we bij dat alles diep afhankelijk van licht van Boven!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 april 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lessen uit 1 Thessalonicensen (1)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 april 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's