Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ACHAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ACHAN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen Achan, ondanks Gods verbod om van het verbannene van Jericho te nemen, zich toch met het een en ander verrijkte, moest hij vanwege de ban onder het volk sterven. Dat was de aangekondigde straf. Zelfs zijn kinderen werden gestenigd en verbrand.

We worden bepaald bij een treurige geschiedenis. De Heere had uitdrukkelijk laten weten dat niemand zich iets van het verbannene mocht toe-eïgenen, en toch werd deze zonde begaan. Is er eigenlijk wel een gebod, klein of groot, waartegen niet gezondigd wordt? Ieder mens is “van de buik af een overtreder”, zo zegt de Heere in Jesaja 48:8. Is dat niet aangrijpend?

Erger is het evenwel dat wij, overtreders van nature, nog zo kunnen opkijken van straf. Zelfs als wij weten van aangekondigde sancties in geval van overtreden, kunnen we nog protesteren. Daarbij zijn we ook nog eens meesters in het vergoeilijken van onze daden. Achan heeft ook zoiets over zich! Hij zegt eigenlijk dat hij niet begrijpt waarom men zo’n drukte maakt over hetgeen hij weggenomen heeft. Ja, hij is fout geweest, maar zóveel heeft hij nu ook weer niet weggenomen immers? Zo moet u zijn “schuldbekentenis” in vers 21 lezen. Hij zegt eigenlijk: ik heb slechts dat maar weggenomen!

Het belijden van schuld en het erkennen van Gods rechtvaardigheid zijn dan ook geen vrucht van eigen akker, maar werk van Gods Geest. Ook bij gevoelens van schuld en kloppingen van het geweten moet Gods Geest er nog aan te pas komen om ons in der waarheid zondaar te maken voor God.

Achan kwam niet tot een oprechte schuldbelijdenis. Evenmin distancïeerde niemand van zijn gezin zich van zijn diefstal. Daarin handelden zij anders dan de kinderen van Korach, die dan ook gespaard werden toen God gericht kwam oefenen! Er kan daarom heel goed sprake geweest zijn van medeplichtigheid. Als vader immers midden in de nacht een gat gaat graven in de tent, kan dat moeilijk onopgemerkt blijven. En toen de nederlaag bij Ai en de 36 te betreuren doden het volk deed vragen naar het waarom, kwamen Achan en de zijnen nog niet voor de dag!

Herkennen wij dit? Want hoe lang hield David het immers niet uit tegenover God! Hoe vreselijk waren zijn zonden maar hoe lang duurde de tijd van zwijgen! Het is altijd God Zelf Die het zwijgen doorbreekt en een mens in het stof brengt. Dit zij tot beschaming opgemerkt. Maar, zegt wellicht iemand, Achan heeft toch wél schuld beleden? Hoor maar: “Voorwaar, ik heb tegen den HEERE, de God Israels gezondigd en heb alzo en alzo gedaan”. Deze bekentenis was echter niet van God. Indien er waarachtig schuldbesef was geweest, was hij wel eerder voor de dag gekomen. Tijdens het langdurig werpen van het lot bleef Achan hardnekkig zwijgen. Er is ook een schuldbesef dat te laat komt. Hoe velen zullen in het laatste oordeel moeten erkennen dat zij gezondigd hebben tegen God, maar het zal te laat wezen.

Hoe het ook zij, Gods straffen zijn altijd rechtvaardig. De straf van totale uitroeiing van Achans bezit, waaronder dus ook zijn kinderen, was bovendien duidelijk door de Heere tevoren aangekondigd! Vader Achan is bij zijn nachtelijke rooftocht dus niet bepaald vaderlijk bezig geweest. Hij zette daarmee immers niet alleen zijn eigen leven, maar ook dat van zijn nageslacht op het spel!

Hoe nodig is het als vaders en moeders, ambtsdragers en leraren hun verantwoordelijkheid verstaan en zich realiseren dat door een onschriftuurlijk en zondig leven anderen eveneens een verkeerde weg kunnen gaan. Zo zal, bij het uitblijven van bekering althans, het bloed van die anderen van hun hand geeïst worden.

Met de dood van Achans nageslacht verging bovendien Achans náám. Dat was een vreselijke en ook afschrikwekkende straf! Laten we bedenken dat de straf zo zwaar was omdat de andere Israelieten zonder uitzondering dezelfde natuur en hetzelfde boze hart als Achan hadden. Het oordeel over Achan was een waarschuwing voor alle toeschouwers. Ook wij mogen ons Achans dood wel aantrekken, want zoals Achan publiekelijk als de schuldige werd aangewezen, zo zal het op de oordeelsdag ook wezen, als we vreemdeling bleven van de weg van schuldbelijdenis en verzoening.

Maar de Heere was ook ten aanzien van Achan nog lankmoedig en geduldig. Achan heeft de tijd die hij kreeg om gewillig voor de dag te komen en schuld te belijden, echter laten passeren. Bent u wel eens getroffen door Gods taai geduld? Wat is het toch nodig dat we de dag van onze bezoeking mogen waarderen en de Heere om genade leerden smeken! In die weg zullen we het wonder gaan verstaan dat God, eer Hij de zonde ongestraft liet blijven, die gestraft heeft aan Zijn lieve Zoon!

Bij de overdenking van deze zaken, werd ik getroffen door de gedachte aan Hem Die waarlijk onschuldig was, de Heere Jezus, maar toch tot zonde werd gemaakt en in het openbaar de straf op de zonde heeft gedragen. Opdat er voor zondaren, die in geen enkel opzicht van Achan verschillen, een deur der hoop zou zijn. Maar die deur gaat open voor het door schuldbesef getroffen hart! La-ten we dat niet vergeten. Christus is die Deur. Van Hem zingt de Kerk dat God hun aller ongerechtigheden op Hem heeft doen aanlopen! Jes. 53:6

Wij kunnen fronsen vanwege een vermeende onrechtvaardigheid bij God, terwijl de liefde van Christus, Die rechtvaardig voor onrechtvaardigen stierf, ons koud laat! Maar wie verbroken werd vanwege zijn schuld, zal ook verbroken worden onder Christus’ Zelfverloochenende zondaarsliefde.

Tenslotte: Achans dood predikt ons Gods recht en rechtvaardigheid. Er moest betaald worden! De zonde moest gestraft worden. En in die weg deelde het volk weer in Gods gunst en mocht het daarna de overwinning op Ai behalen. Wat Achan niet kon, dat kon de Borg wel! Hij heeft niet alleen de schuld gedragen, maar ook weggedragen. Hij heeft betaald met Zijn hartebloed. Wie iets van die heilgeheimen verstaat, zingt met de dichter mee: Gij hebt Uw land, O HEERE die gunst betoond, dat Jakobs zaad opnieuw in vrijheid woont. De schuld Uws volks hebt Ge uit Uw boek gedaan. Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 april 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

ACHAN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 april 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's