Sprekend Verleden / Smytegelt
Hij kusse mij met de kussen Zijns monds. Hooglied 1:2a
Gods kind zegt: ‘Hij kusse mij met de kussen Zijns monds.’ Gods kind verlangt die liefde te voelen en te ondervinden.
De bruid van het Lam, de vriendin van de Bruidegom, spreekt tot haar Bruidegom. Ten diepste wordt de geestelijke Salomo bedoeld, de Verlosser en Borg van Zijn Kerk. Hij is de enige voor haar. De bruid spreekt: ‘Hij kusse mij met de kussen Zijns monds.’ De bruid bedoelt dat de geestelijke mond van de Heere Jezus haar kust. Die mond is Zijn dierbaar Woord en Zijn trouwe knechten. Bovenal hebben wij te denken aan de Heilige Geest. In Psalm 33:6 wordt de Geest des Heeren de Geest Zijns monds genoemd. Gods kinderen worden gekust met een kus van verzoening. De kus geeft de innige liefde van de Bruidegom tot de Bruidskerk aan. Al is zij veracht, gering en onwaardig, zij begeerde Zijn kussingen te ervaren. Het plezier in de wereld is niets vergeleken bij Zijn kussen. “Hij kusse mij met de kussen van Zijn mond, met de bediening van het Woord, in en onder het preken, met de geestelijke bewerkingen van de Geest, op en naar het Woord.” Dat wordt genoemd naar het hart spreken, troosten, horen wat de Heere spreekt, neerliggen in grazige weiden, het is God ontmoeten, het is genade vinden in Gods ogen en vrede bezitten. God noemt de kenmerken (arm, hongerig, dorstig en treurig) van Zijn kinderen in het Woord om de Zijnen ervan te overtuigen dat zij tot Gods kinderen behoren. De ziel toetst zich aan het Woord of het werk in haar echt is. Gods kind kan het niet ontkennen. De Heilige Geest laat het beamen. Het is onuitsprekelijk wat de kus van Jezus’ mond is. Het kan stormen in de ziel van Gods kind. De Heilige Geest brengt tot gebed. De Heilige Geest toont hoe God begonnen is in hart en leven. De Heilige Geest brengt dit terug in de herinnering. De Heilige Geest maakt de ziel beschaamd vanwege haar zonde. Een kus van Jezus’ mond ontvangen betekent dat de hemel wordt geopend en dat Gods kind hoort zeggen: “U bent de Mijne, Mijn kind en erfgenaam. Dan is het werkelijk alsof de Heere zegt: Kom, laat Ik u eens omhelzen. Treed toe, Ik zal u zoveel geven als u kunt dragen. Kom. Schep nu zoveel water uit de fontein des heils met vreugde, Jes. 12:3. Drink nu hartelijk van de most die de jonkvrouwen sprekende maakt. Drink en wordt dronken, o liefste. Heb Ik het u niet geboden? Eet van die boom des levens. Zijn bladeren zijn tot uw genezing. Begeer van Mij en Ik zal u alles geven tot Mijn Koninkrijk toe. Proef en smaak dat de Heere goed is. Verlustig u zo in Mij.” De ziel van Gods kind wil dit voor heel de wereld niet missen. Er is in de ziel ongewone verwondering, liefde, nederigheid, vreugde en blijdschap. De ziel mag het weten dat Jezus haar Borg is. Gods kind gaat gebukt onder het overblijvende kwaad en wil al de zonden met wortel en tak uitrukken. Het heeft de Heere behaagd de spreekwijze van onze tekst te gebruiken. Dan mag daar geen aanmerking op gemaakt worden. Geestelijke zaken worden duidelijk gemaakt met lichamelijke voorbeelden. “Het kussen op de mond is een zinnebeeld van geestelijk kussen.” De bruid verlangt er sterk naar.
Toepassing. “O arme wereldling, die geen genade hebt, bezit noch kent, gelooft u wel dat er in de wereld zo’n blijdschap te genieten is? U hebt veel vermaak gehad, maar hebt u, of zult u ooit zo’n vermaak in uw leven hebben als zo’n ziel? In een uurtje of twee, drie is uw vermaak weg. Is dat vermaak te vergelijken met het vermaak als de Heere Jezus naar het hart spreekt van Zijn volk? Is uw vreugde een gevoelige vreugde? Kunt u erover praten? Stel u eens voor een ziel die geslingerd is, die het vonnis van de dood in zich draagt. En God zei: Ik ben uw God. U zult niet sterven maar leven in eeuwigheid. Wel, dat schepsel heeft meer vreugde dan de wereld in zesduizend jaar heeft gehad.” Kunt u zo voortreizen naar de eeuwigheid zonder genade? U bent op weg naar de hel.
U kust de kus van de zonde. Vergaap u niet aan de wereld. Zij is een moordenaar. “Loop niet verder. Loop niet zo snel naar de hel. Sta toch wat stil en val voor God neer. Dit wat u gehoord hebt, bied ik u aan. Als u naar God komt als de verloren zoon, God zal ook u tegemoet komen. Lukas 15:20.” Kus de Zoon en Hij zal u ook kussen. Wilt u niet?
Dan zijn wij rein van uw bloed. Volk des Heeren, die dit ondervonden hebt, u bent een gezegend volk. Zegt u: Ik ken die zaken niet? “Kom, houd aan, u zult niet zonder troost sterven.” Gebruik de middelen om genade te verkrijgen.
Gods kind heeft genade ontvangen. Maar zijn heiligmaking is zo onvolkomen, er zijn zoveel slechte vruchten. Het is goed dat u zucht onder uw gebrek. In de hemel zal uw heiligmaking volmaakt zijn. Sta naar groei in de genade.
Iemand vraagt: Hoe weet ik dat het geen inbeelding is? Wie zich de genade inbeeldt wil niet ernstig onderzocht worden met als richtsnoer Gods Woord. Hij is bang voor het gezelschap van predikanten en vromen. Ingebeelde verzekering wordt verkregen zonder worstelen en bidden.
De duivel laat zo iemand met rust. Een net en fatsoenlijk leven vindt hij genoeg. De echte verzekering blijkt uit het volgende. De duivel valt aan als de ziel in verval raakt. De satan zegt: uw werk is geen waarheid. De bruid kent de stem van de bruidegom. De schapen kennen de Goede Herder.
De echte verzekering wordt gewerkt door de Heilige Geest.
De Heilige Geest is ook de heiligende Geest. Gods kinderen leven godzalig, godvruchtig, zij jagen en grijpen naar het eeuwige leven. Zij strijden om in te gaan door de enge poort.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 juli 2018
Bewaar het pand | 12 Pagina's