Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God en het kwaad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God en het kwaad

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 50:20 Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden.

Elie Wiesel was een jood van Roemeense afkomst. Toen hij vijftien was, werd hij door de Duitsers naar Auschwitz gebracht, samen met zijn ouders en zijn zusje. Alleen hij overleefde het. Na de oorlog schreef hij een boek over zijn vreselijke ervaringen. Het heet: ‘De Nacht’. Ik wil je daar een klein stukje uit laten lezen. Het gaat over een terechtstelling van twee mannen en een kind. ‘De drie klommen tegelijkertijd op hun stoelen. De nekken werden in de stroppen gestoken. Op het teken van de commandant werden de stoelen weggenomen. En wij, wij huilden. Toen begon het defilé. De twee mannen leefden niet meer. Door hun gewicht was hun nek gebroken. Het derde touw bewoog nog: het kind -dat zo licht was- leefde nog… Langer dan een half uur bleef hij hangen, stervend onder onze ogen. En wij moesten hem recht in het gezicht kijken. Achter mij hoorde ik een man vragen: ‘Waar is de goede God toch?’ En binnen in mij hoorde ik een stem die antwoordde: ‘Waar Hij is? Hier. Opgehangen aan deze galg’. Voor Elie Wiesel was dit het einde van zijn geloof in God. Laten we eens naar Jozef luisteren. Hij heeft ook het één en ander meegemaakt.

Jozef heeft veel geleden in zijn leven. Door toedoen van zijn eigen broers. En nu komen die broers daarop terug. Ze zijn bang dat Jozef wraak zal nemen voor het kwaad wat ze hem hebben aangedaan.

En dan komt Jozef met zijn verklaring van wat hem is overkomen. Hij geeft niet God de schuld van het kwaad. Dat blijft staan op rekening van de broers. Maar God heeft dat kwaad wel willen gebruiken om er iets goeds mee te doen.

En dat geldt ook voor Auschwitz. God heeft dat kamp niet gebouwd. En Hij heeft dat kind ook niet opgehangen. Dat hebben mensen gedaan. En mensen hebben nog zoveel meer op hun geweten. De mens is tot ondenkbaar gruwelijke dingen in staat.

De mens durft in zijn hoogmoed en waanwijsheid de Almachtige ter verantwoording te roepen. Dan klinken de vragen: ‘Als Hij alle dingen regeert, waarom heeft Hij dan de atoombom in 1945 toegelaten? En de tsunami in 2004? Wat is dat voor een God, die voor de dood van al die miljoenen mensen verantwoordelijk is?’ Maar zijn deze vragen terecht? Werkt God keelkanker? En multiple sclerose? Jonge mensen laat dat je nooit aanpraten! Nee, op al die moeilijke vragen hebben we geen pasklaar antwoord, maar één ding is zeker: God is niet de werker van het kwaad.

Wij mensen en de duivel zijn daarvoor verantwoordelijk. De oorsprong van het kwaad ligt in de zondeval. En wie dat vergeet maakt van de almachtige en genadige God een karikatuurbeeld. Wel neemt God het kwaad nogal eens in Zijn hand om er iets goeds uit voort te laten komen.

Dat geldt in bijzonder voor het Kind dat opgehangen werd op Golgotha. Zijn moeder en Zijn discipelen en discipelinnen zagen dat voor hun ogen gebeuren. Hun Heere en God stierf daar aan het kruis. Ze waren op hetzelfde punt gekomen als Elie Wiesel. Maar daarbij bleef het niet. Want Jezus Christus overwon de dood en het kwaad. Toen Hij door Gods kracht opstond uit de dood.

Als de apostel Petrus in Zijn Pinksterpreek hierop terugkomt, dan wijst hij de mensen aan als de schuldigen aan Zijn dood: ‘Deze Jezus Dien gij gekruisigd hebt!’ Maar op een voor ons geheime wijze heeft God die kruisdood in Zijn raad en voorkennis opgenomen (Handelingen 2:23). De mensen hebben dat ten kwade gedacht, maar God heeft het ten goede gedacht, om Zijn volk in het leven te behouden.

Wanneer je door genade oog krijgt voor wat er gebeurde met Jezus Christus en waarom dat gebeurde, dan ga je begrijpen dat er twee machten aan het werk zijn in deze wereld: de macht van de duisternis en de macht van het Licht. En dan weet je zeker dat uiteindelijk het Licht zal overwinnen. Ook al lijkt het tegendeel soms het geval. Dat ga je dan ook merken in je eigen leven. De apostel Paulus zegt in Romeinen 8:28: ‘En wij weten dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.’ Wie dat vergeet, zal altijd wel problemen met het kwaad blijven houden. Maar voor de ware gelovigen is het een rustgevende gedachte. Want God heeft een plan met hen. En dat plan gaat door. Zelfs dwars door arena’s met wilde dieren, brandstapels en concentratiekampen heen. Daar staat de drie-enige God garant voor.

ds. M.A. Kempeneers www.bewaarhetpand.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

God en het kwaad

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's