Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geweten (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geweten (7)

Over de plaats van het geweten in de opvoeding en de bekering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige bijdrage zijn we geëindigd met de oproep om biddend op te voeden. Als onze jongeren één ding nodig hebben, dan is het biddende ouders. Een vader en moeder die leven in de verborgen omgang met de Heere en die Hem in alles nodig hebben. Is dat ook uw opvoedingsgestalte?

We komen nu toe aan de laatste fase (16 jaar en ouder) in de opvoeding van het geweten. De kern van deze fase is dat een jongere leert rekening te houden met de behoeften en de rechten van iedereen. In dit stadium gaat het niet alleen om het nemen van de verantwoordelijkheid voor de eigen groep, maar ook om de verantwoordelijkheden ten opzichte van mensen los van de groep. In deze fase gaat de jongere zich verplicht voelen om verantwoordelijkheid voor buitenstaanders te nemen, bijvoorbeeld voor buitenlanders in de wijk, maar ook voor een bejaarde in de gemeente die als lastig wordt ervaren en die door bijna niemand wordt bezocht. In dit stadium ontwikkelt zich ook de gevoeligheid voor fundamenteel christelijke waarden als barmhartigheid en gerechtigheid. Het belang van de groep kan door de jong volwassene in deze fase gerelativeerd worden. Er kan inzicht ontstaan in mechanismen van macht in de eigen groep, de familie, de kerk, de organisatie. Ze kunnen gaan inzien dat men belangen van systemen soms op de tweede plaats moet zetten.

Voor het bereiken van het postconventionele niveau is het noodzakelijk dat de jongere kritisch komt te staan ten opzichte van de tot dan toe aanvaarde morele regels. Wanneer de jongere zich gaat realiseren dat de regels van goed en kwaad die hij tot dusver hanteerde slechts één manier van oordelen is en dat er vanuit een ander uitgangspunt of andere vooronderstellingen een andere wijze van oordelen mogelijk is, komt de jongere in een overgangsperiode waarin tijdelijk de zekerheid en vanzelfsprekendheid bij het denken over goed en kwaad verloren gaat. In deze overgangsperiode waarin veel dingen die als vanzelfsprekend golden betrekkelijk worden, kan het moreel oordelen als ‘relativistisch’ worden beschreven. Er wordt uitgegaan van het standpunt dat iedereen het op zijn eigen manier bekijkt, dus dat iedereen ook maar zijn eigen gang moet gaan. Later komt de morele beoordeling weer voort uit een centraal moreel uitgangspunt. Dat is dan echter niet meer een regel die van de ouders of andere personen in de directe sociale omgeving is overgenomen, maar een door de adolescent zelf aanvaard principe, waaraan voor hem algemene geldigheid wordt toegekend. Ik besef dat ik het wat ingewikkeld formuleer, maar lees het dan nog maar eens een paar keer rustig over. U merkt wel dat deze fase van groot belang is. Het is de periode waarin onze jongeren op een volwassen manier leren oordelen over de normen en waarden die we ze hebben voorgehouden. Ik hoop dat het u duidelijk is, dat in deze periode het gesprek met uw kind van eminent belang is. Probeer steeds weer het contact met uw jong volwassen kind, nu het die normen en waarden moet gaan eigenen als van hemzelf.

Een aantal zaken kunnen we aan de hand van deze fase indeling concluderen:

a. Dat we als het gaat om de gewetensontwikkeling er duidelijk rekening mee moeten houden dat de cruciale leeftijd waarin gewetensontwikkeling ligt in de leeftijd van 6 tot 9 jaar.

b. Dat als het gaat om de gewetensonwikkeling dat we er rekening mee moeten houden, dat ze voltooid is bij de leeftijd tussen de 12 en 14 jaar.

c. Daarom is het van wezenlijk belang dat we dus in die drie eerste fasen nadrukkelijk bezig moeten zijn met de gewetensvorming:

In de eerste fase moet er een balans gevonden worden tussen het inslijpen van de belangrijkste normen en waarden met een respectvolle en liefdevolle omgang met onze kinderen In de tweede fase trainen we het morele gedrag met belonen en corrigeren

Tenslotte in de derde fase waarin we proberen de natuurlijke aanleg voor rechtvaardigheid te versterken. Het is de fase waarin we ook het verantwoordelijkheidsgevoel honoreren en we de kinderen laten merken dat ze een waardevolle plaats hebben in het gezin en ook (daar ligt een taak voor de leerkrachten) in de groep op school.

Op deze wijze wordt het geweten gevormd en wordt de basis gelegd voor de morele oordelen die kinderen in de toekomst over hun gedrag en dat van anderen zullen vormen. In de laatste fase gaan ze deze morele waarden ook verinnerlijken. Het is mijn hartelijke wens dat deze indeling u helpt zicht te krijgen op de gewetensontwikkeling bij uw kind. Blijf een biddende ouder die het steeds weer verzucht: “Och schonkt Gij mij de hulp van Uwe Geest, dat Die mij op het pad van de opvoeding ten Leidsman strekke…”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het geweten (7)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's