Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alexander Comrie, Herstel voor een biddend hart, Verzamelde Leerredenen, deel 2, gebonden, 295 blz., € 19,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978 94 0290 6028.

Comrie leefde van 1706-1774. Hij heeft veel geschriften nagelaten waaronder zijn ‘Verzameling van Leerredenen.’ Het eaerste deel daarvan is al eerder verschenen onder de titel ‘Troost voor een missend hart.’ Nu ligt het tweede deel voor ons: ‘Herstel voor een biddend hart.’ De voorrede van Comrie is samengevat door D. Baarssen MA. Het boek is hertaald door dhr. C. Bregman. Het boek begint met een lange preek over Psalm 102: 18 en 19. Daarna volgen preken over: Hooglied 1:5, Hooglied 1:6 en Genesis 17:1b. Het boek bevat veel geestelijke lessen. In de eerste preek worden onder meer de volgende woorden behandeld: ‘Wees Gij mijn Borg.’ We lezen op blz. 96 “De verklaring van de Engelse kanttekenaren, die Vitringa in zijn uitleg van deze plaats heeft gevolgd, is heel stellig. Zij zeggen dat we hier moeten bedenken dat het beeld ontleend is aan iemand die schuldig is en door gerechtsdienaars wordt overvallen. Ze grijpen hem bij de keel en eisen betaling of voldoening van de schuld. Ze stampen met hun voeten, ze slaan hem en jagen hem angst aan. Ze pijnigen hem en slepen hem over straat om hem in de gevangenis te gooien en op te sluiten. Om zich uit de handen van de geweldplegers te bevrijden, kan de schuldige niets anders dan steeds weer tot ieder die hij ziet te roepen: ‘om Gods wil, heb medelijden met mij, wees mijn borg.’ We hebben het beeld wat uitgebreid weergegeven. Het zal nu duidelijk zijn hoe Hizkia en alle bidders die de grond onder de voeten kwijtraken, zich moeten voelen als zij vragen om van schuld ontslagen te worden. Hoe schuldig iemand in een eerder of later stadium ook is, hij roept nooit voor de schuld echt drukt. En hij gaat nog luider roepen als de schuldeisers hem bij de keel grijpen – veel luider dan toen hij alleen nog maar inzag en overtuigd raakte dat hij schuldig was. Wat is de behandeling die zo iemand van de schuldeisers of de gerechtsdienaars moet ondergaan, toch beangstigend! Van het beeld gaan we naar de praktijk van het geestelijk leven. De schuldige ziel weet dat er een Borg is. Gods kinderen vallen aan Jezus’ voeten omdat Hij Borg is, ze roepen tot Hem, ze grijpen Hem aan met de vraag of Hij Borg voor hen wil zijn. Ze klagen, schreien, worstelen en houden aan in het gebed, totdat ze ervaren dat Jezus Zich over hen wil ontfermen. Ze voelen het in hun hart en merken dat Hij al Zijn berouw als het ware over hen uitspreidt. Mijn vrienden, het geloof dat mijn zonden vergeven zijn, moet beslist voor verdacht gehouden worden, als het niet voortkomt uit de baarmoeder van de worsteling. Er is immers een worstelen en een voortdurend gebed nodig van een zondaar die geen enkele grond heeft om te staan – een worsteling om vergeving van zonden te ondervinden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 augustus 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's