Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geweten (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geweten (8)

Over de plaats van het geweten in de opvoeding en de bekering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde lezer, wij komen nu tot een afronding van de plaats van het geweten in de opvoeding.

We hebben met elkaar een aantal fasen in de ontwikkeling van uw kind doorgelopen. Ik hoop dat u ze zich nog wat kunt herinneren. Hierover nog een enkele afsluitende opmerking.

Bij deze benadering (de ontwikkelingen van het kind omschrijven in bepaalde fasen) is het goed om er op te letten dat het noodzakelijk is te anticiperen op de volgende fase. Wanneer een kind zich in een bepaalde fase bevindt moeten we bij de benadering van het kind al rekening houden met de komende fase.

Kleuters, zo hebben we gezien, zijn gericht op de autoriteit van de opvoeder. Deze bepaalt wat goed is en wat niet. Toch kun je bij kleuters al vragen stellen over het waarom van een bepaalde regel. Je mag een ander niet slaan…. Want als we dit allemaal zouden doen…. (fase 3).

We moeten ons in verband met de gewetensvorming, met name in de laatste fase, steeds de vraag stellen of wij de juiste toon treffen. Vaak blijkt namelijk dat de volwassen generatie sterk de behoefte heeft aan aanwijzingen voor het stellen van regels. We kunnen daarmee de suggestie wekken dat het voldoen aan de regels (waar je voor beloond wordt – 2e fase, of waar je sociale waardering voor krijgt – 3e fase) tot een bevredigende, christelijke levenswandel leidt. Maar we weten toch allemaal – en we zeggen allemaal, dat het op de gestalte van het hart aankomt, dat het uiteindelijk draait om de gezindheid van het hart. Maar met onze manier van opvoeden communiceren we dan wat anders, namelijk dat kinderen moeten voldoen aan uiterlijke kenmerken. Het is een levensgroot gevaar dat we hier in onze gezindte gemakkelijk tevreden mee zijn. Uit de Bijbel weten we dat de gezindheid van het hart wel degelijk te maken heeft met gedrag. Maar dan vooral met gedrag waarin de liefde concreet wordt. De apostel Jacobus zegt heel radicaal: ‘de zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld’. Het gaat dus om het tonen van werken van barmhartigheid en vervolgens om een rein leven.

Een Bijbelse ethiek legt de nadruk op innerlijke waarden, zoals ook blijkt uit de Bijbelse deugdenreeksen in de brieven van Paulus: bijvoorbeeld Galaten 5:22 , waar het gaat over “liefde, vrede, blijdschap, lankmoedigheid, matigheid e.v. Deze innerlijke waarden overstijgen het conformeren aan de groepscode en maken pas duidelijk volgens welke waarden er gereageerd moet worden op gedrag.

De conclusie die we kunnen trekken is dat het in de morele opvoeding van kinderen in de leeftijd van 12-14 jaar en ouder niet moet gaan om het opnieuw stellen van regels, maar het hen helpen oefenen in de eigen verantwoordelijkheid. De bedoeling van onze opvoeding is dus niet dat jongeren dingen laten (a) omdat er sancties op rusten of (b) ter wille van het in stand houden van de groep, maar omdat er een hogere norm in het geding is. Het gaat er om dat de Heere aan Zijn eer komt en dat we leven ten dienste van onze naaste

En dat zullen ze alleen doen, wanneer het geweten gereinigd wordt en geheiligd wordt door waarachtige wedergeboorte en geloof. Wij moeten dus niet menen, dat onze gewetensopvoeding op zich zelf de zonden doet haten. Nee, het gaat erom dat het geweten door het werk van de Heilige Geest wordt vernieuwd. Alleen wanneer de liefde van Christus in hun hart is uitgestort zullen ze de zonden haten en vlieden.

Dan voel je je als ouder voor een onmogelijke taak staan. Toch wil de Heere juist daarvoor de opvoeding gebruiken. Het is Zijn gegeven middel tot bekering van kinderen.

Daarom staan we in de eerste plaats bij de gewetensopvoeding voor de persoonlijke vraag: “kunnen wij met Paulus zeggen: En hierin oefen ik mijzelven, om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en de leerlingen.” Wie zijn we voor onze kinderen. Staan wij recht voor God en ons gezin . Leven we zelf uit genade en de vreze des Heeren? Zijn wij waarlijk levende richtingwijzers?

En in dit licht komt de tweede vraag als vanzelf naar ons toe: “Kunnen wij met Paulus zeggen: Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de leerlingen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.”

Zijn wij in de gewetens van onze kinderen geopenbaard? Dat deze vragen ons op de knieën mogen brengen om onze krachteloosheid en dwaasheid Hem te belijden. Ja, om de Heere te smeken onze opvoeding van het geweten in het leven van onze kinderen te zegenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het geweten (8)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's