Bidden en danken aan tafel.
In onze gezinnen hanteren wij de – goede – gewoonte om voor het eten te bidden en na het eten te danken. De vraag die ons gesteld is over deze gewoonte is naar aanleiding van een andere gewoonte, namelijk om met gebed en dankzegging te beginnen en het daarbij te laten. Dus geen dankgebed na het eten. Wat hiervan te denken? Is er op grond van de Bijbel wat over te zeggen, of staat het een ieder vrij om hierin te beslissen?
Met dank voor de vraag is het bij nadere overdenking toch wel een onderwerp waar wel het een en ander over te zeggen valt. Laten we beginnen met wat de bijbel ons zegt over bidden en danken in verband met de maaltijd. We denken dan allereerst aan de manier waarop de Heere Jezus ons voorgaat. Als Hij een grote schare van brood en vis gaat voorzien en Zijn discipelen de opdracht geeft uitdeling te houden gaat Hij eerst danken., Joh. 6:11. Hij bedankt niet de jongen die zijn broodtrommeltje geeft, al twijfel ik er niet aan of de Heere zal voor dat kind zo vriendelijk zijn geweest zoals Hij is, maar Hij gaat de Vader danken. Hij gaat voor in dankgebed en geeft zo een goed voorbeeld. Dankt God in alles, 1 Thess. 5:18.
Ook zien wij dat Christus met het brood in Zijn hand naar boven ziet, naar de hemel, en het brood zegent, Matth. 14:19. Hij kan de zegen gebieden over het brood, zodat het ons goed zal doen. Wij kunnen over ons eten niet de zegen gebieden. Wij moeten er dus om vragen. Vragen of Hij, net als toen, ons eten zegenen wil. Zodat we erdoor gesterkt mogen worden tot onze arbeid, maar bovenal God als de Gever mogen erkennen en goed van Hem leren denken. Van Hem mogen wij vragen: Geef ons heden ons dagelijks brood. Dat Jezus het brood zegende wordt ons ook door Markus en Lukas verteld.
Mozes hield het volk duidelijk voor, dat het bij het eten en drinken niet mocht vergeten er de Heere voor te erkennen: ‘Als gij dan zult gegeten hebben en verzadigd zijn, zo zult gij de HEERE uw God loven’, Deut. 8:10. En de apostel Paulus gaat in danken en bidden voor als hij met een angstige schare op een woeste zee brood neemt en het breekt en ‘God dankt in aller tegenwoordigheid’, Hand. 27:35.
Alleen uit deze gegevens al kunnen wij concluderen dat bidden en danken voor de maaltijd geboden is. Laten we het bidden en danken niet uit elkaar halen echter. Zodat we alleen bidden voorafgaande aan en alleen danken na afloop van de maaltijd. We mogen ook beginnen de Heere te danken, want het voedsel staat immers al gereed? Maar over dat gereed staande voedsel vragen we de Heere ootmoedig om Zijn zegen. We zijn toch immers in alles afhankelijk van de Heere! Je kunt je verslikken, het overkomt niet alleen kinderen en ouderen. Het eten kan ‘verkeerd vallen’. Maar je moet vooral gezegend worden met een opmerkzaam hart. Wat onderscheidt ons van miljoenen die hongeren en dorsten?
Onze Heidelberger geeft een duidelijke verklaring van de bede: Geef ons heden ons dagelijks brood: ‘Wil ons met alle nooddruft des lichaams verzorgen, opdat wij daar-door erkennen dat Gij de enige Oorsprong van alle goed zijt, en dat noch onze zorg en arbeid, noch Uw gaven, zonder Uw zegen ons gedijen, en dat wij derhalve ons vertrouwen van alle schepselen aftrekken en op U alleen stellen’, Zondag 50.
Als we deze dingen overdenken komt veel oppervlakkigheid openbaar. We kunnen ons daartegen wapenen door hardop te bidden en te danken. Het gebeurt nog vaak genoeg dat er voor en na het eten een kort stilzwijgen valt. Ik zal er niets van zeggen als je alleen aan tafel zit, hoewel hardop bidden ook dan zijn nut kan hebben, maar zeker met een gezin aan tafel moet vader of moeder hardop voorgaan.
Het gebed aan tafel kan uitgebreid worden met gebeden voor andere dingen, zoals het werk, school, een bezoek aan de dokter. Waarom niet? Maar dat moet dan na het eten plaats vinden. Ik heb wel eens bij iemand aan tafel gezeten die zo lang bad dat de soep koud werd. Nuchter zijn. Nadat we verzadigd zijn, zegt Mozes, loof dan de Heere.
Ja, het gebed na de maaltijd moet danken en bidden zijn. En dat vooral omdat wij de (goede en noodzakelijke) gewoonte hebben om na de maaltijd Gods Woord te openen. We leven niet bij brood alleen, maar wij moeten leren leven bij alles wat uit Gods mond uitgaat.
Eten zonder vooraf te bidden is, zoals Maarten Luther het kon zeggen, eten als die varkens die onder de boom de eikels opeten, maar niet naar boven kijken, waar die eikels vandaan komen. Maar na het eten zo van tafel gaan is praktisch ook niet juist. Zeker met een gezin niet. Dan gaat de een om 5 over 6 van tafel en de ander om 10 over 6. Net wanneer je uitgegeten bent. We beginnen en eindigen samen, nadat we ons eerst gebogen hebben voor Gods Woord.
En natuurlijk is er nog meer te zeggen. De bijbel lezen met iedereen van het gezin een bijbel voor zijn neus. Of een psalm zingen samen als gezin.
Tenslotte: al zijn deze gewoonten nog zo goed, het komt natuurlijk op het hart aan. Zoals dopen vaak uit gewoonte is, zo doen wij veel dingen uit gewoonte. Als het goed is bidden en danken we uit behoefte. Dat bidden en danken leert ons de Heilige Geest. En door Hem gaan we bidden en danken zoals het behoort, maar ook eten en drinken. Zoals ons 1 Korinthe 10:31 leert, waar we lezen: ‘Hetzij dan dat gij eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al te ere Gods’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 september 2018
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 september 2018
Bewaar het pand | 12 Pagina's