Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus’ zelfgetuigenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus’ zelfgetuigenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vraag wie Saulus oftewel Paulus was geeft de Heilige Schrift het antwoord. En niet alleen antwoord, maar zelfs een uitvoerige beschrijving. We kunnen veel lezen over het leven, sterven en het ambtelijke leven van Paulus.

Zelfs diverse zelfgetuigenissen staan beschreven. Die beschrijving is geschied met een Goddelijk bevel.

Voor het verleden en voor het heden. Het geïnspireerde Woord is niet tijdgebonden. Het schrijven door Paulus had ook een aanleiding. We kunnen dit onder meer lezen in de Galatenbrief. Daar waren dwaalleraars aan het werk. Ze gaan op een slinkse manier te werk. Het door Paulus gebrachte Evangelie willen ze veranderen en daardoor wordt het hart uit het Evangelie weggesneden. Verdraaid werd het Evangelie van de verlossing door geloof in Christus alleen, zonder de verdienstelijkheid van de goede werken. Naar de overtuiging van de dwaalleraars werd doorgegeven dat het geloven in Christus niet voldoende is om gered te worden.

De verlossing werd alleen gekend wanneer er was de naleving van de Mozaïsche wetten. De Galaten kwamen door de verkondiging van dit Evangelie onder de indruk en zelfs verder. Er kwam afstand van Paulus’ Evangelieverkondiging en ook van zijn medewerkers. Welk een invloed had dit. Om de drie-enige God en Hun werk en tevens het heil van zondaren herhaalt Paulus wat hij tot de Galaten reeds gezegd heeft. We lezen in Galaten 1 vers 9: Gelijk wij tevoren gezegd hebben, zo zeg ik (als apostel van Jezus Christus) ook nu wederom: Indien u iemand een evangelie verkondigt buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt. Paulus bedoelt: wie het Evangelie in zijn wezen aantast, die is vervloekt. Er is een fundamenteel verschil met andere godsdiensten. Paulus kan terecht naar waarheid zeggen: Ik maak u bekend broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar de mens. Gal. 1:11. Paulus is een dienstknecht, een slaaf van Jezus Christus. Hij heeft zelf niets van het Evangelie verzonnen. Het Evangelie is hem geschonken en zelfs meer. Het Evangelie is zijn Evangelie geworden. Zijn één en al.

Het Evangelie is legitiem mede door Jezus’ openbaring aan Paulus. Deze werkelijkheid deed hij niet allereerst horen voor zichzelf, maar voor de gemeenten van Galatië. Achter de openbaring, de bekendmaking van het Evangelie, zat een plan van God voor Paulus. Een Goddelijk doel.

Een Goddelijk werk. Vandaar zijn belijden: Het heeft Gode behaagd, Die mij van mijn moeders lijf aan afgezonderd en geroepen heeft door Zijn genade. God heeft mij al van het begin van mijn leven afgezonderd met de opdracht, de bevoegdheid, het Evangelie aan de volkeren te prediken. Wat Paulus kan en zelfs moet zeggen komt een enkele keer in de Schrift voor.

Denk aan Jeremia en Johannes de Doper. Ook zij zijn met Paulus Gods bijzondere instrumenten geweest.

Met een speciale roeping, vorming en leiding. Dit is naar Gods wil iets exceptioneels. Vanuit de Schrift weten we dat ook nu gesproken kan worden van Gods leiding. Het komt voor dat men mag terugkijken in het leven en men herkent de leiding van God en Zijn bemoeienissen. In Psalm 139 heeft David het over de terugkijk in zijn leven. God de Heere was er al voor zijn levensbegin. De God van het leven heeft bepaald wie zijn vader en moeder zouden zijn alsook het uur van zijn ontvangenis en zijn geboorteuur. Welk een geloofsbelijdenis lezen we. Welk een geloofslied horen we in Psalm 139 de verzen 14 tot 17. God de Heere was en bleef in Davids leven.

Hij is geworden wat God wilde. Het ging van schaapherder tot koning. Dit alles was geen roman, maar een heilsgebeuren. Al is de levensgang anders, zo kan er ook nu over gesproken worden. Wordt het gehoord? Wat kan er van de kerk, van de gemeente, geëist worden met voorbijgaan van de prediker. Wat blijkt er bij hem zelf? Kan er met Paulus beleden worden: Er is in mijn leven wat gebeurd. Het heeft God behaagd Zijn Zoon in mij te openbaren (Gal. 1:16). God de Heere wilde dit doen. Een vrije gunst die eeuwig God de Heere bewoog. God de Heere was Paulus’ Roeper tot de dienst en de Zoon van God, Jezus Christus, was naar Gods wil zijn Zender. Wanneer het ook nu werkelijkheid mag zijn dan wordt de band aan de Roeper sterker en het leven met de Zender neemt toe. Wat de Heere vraagt is nooit teveel en waartoe Hij roept bekwaamt Hij. Wat kan de liefde het leven beheersen. Het zelfgetuigenis van Paulus in Filippenzen 3:7 is niet overdreven, maar waar. Voor ons komt het er op aan dat we goed lezen, uitleggen en verstaan wat Paulus bedoelt. Alles wat voor Paulus zo belangrijk was, wat zelfs zijn levens- en stervensgrond werd, was naar zijn overtuiging zijn geestelijke winst. Paulus zag zich als een gearriveerd persoon, een winstgevend persoon. Zo zijn er ook vandaag gearriveerde christenen. Het is met God in orde. Jezus is er, en zo gaat het hemelwaarts. Na het gebeuren voor de Damascuspoort werd Paulus gearriveerd af en in plaats daarvan zondaar voor God. Hij zag duidelijk en het werd zijn vaste overtuiging: Ik heb geen bestaansgrond voor God. Ik kan niet voldoen aan Gods eisende gerechtigheid. Ik mis Gods betalende gerechtigheid, Gods verzoenende gerechtigheid.

Het leven is gerechtigheid met God. Naast het Godsgemis in het persoonlijk kennen, kwam er het Christus Jezus gemis. Paulus werd een misser. Een verliezer. Maar niet zonder gebed. Een smekeling.

Temeer toen het Gode behaagde Zijn Zoon in hem te openbaren (Gal. 1:16). Christus werd Paulus’ gerechtigheidsgrond. Maar meer.

Heeft wat we lezen in Filipp. 3:8-14 betekenis, waarde voor ons?

Rectificatie: Aan het slot van het vorige artikel moest staan: Galaten 1:11-16.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Paulus’ zelfgetuigenis

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's