Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PLICHTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PLICHTEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het viel me op bij het lezen van een werk van Flavel, dat hij meermalen spreekt over de “plichten”. Andere oudvaders spreken daar ook over. Men duidt daarmee speciaal aan de plichten van Gods volk, van de ware gelovigen. Het gaat om geestelijke plichten. Hoe staat het daarmee onder ons?

Vrij zelden komt u deze aanduiding tegen. Plichten hebben te maken met het Bijbellezen, het gebed, het spreken over de Heere en Zijn Woord, de kerkgang en verder de werken der barmhartigheid. Maar we verstaan er in engere zin toch vooral onder de tijden die we besteden aan de omgang met de Heere en Zijn Woord; Woord en gebed. Een ander woord dat hier in beeld komt, is: werkzaamheden. Dat we er weinig over denken kan te maken hebben met de gedachte dat alleen de wet roept om plicht; te spreken van plichten kan wettisch aandoen. We kunnen ons afvragen of we wel van plichten moeten spreken en of we deze dan ook zien als verplichtingen. Ik herinner me vanuit mijn opvoeding dat mijn grootvader daar flexibel en soepel mee omging. Naar ik meen stelde hij dat we alleen moeten Bijbellezen en bidden als we daartoe echt innerlijk de behoefte gevoelen. Lag hieraan een vleugje van antinomiaans denken ten grondslag? Men zou zijn stelling kunnen verdedigen vanuit de gedachte dat alles wat we doen ten opzichte van de Heere alleen waarde heeft als het voortkomt uit liefde. Wat zonder die liefde wordt verricht, is een werk der wet.

Toch denk ik dat deze gedachte geen navolging verdient. Wat we doen heeft namelijk niet alleen iets te maken met ons werken voor de Heere, maar er loopt ook een lijn vandaar naar onszelf toe. En al is het dan dat we daar niet altijd het hoogste offer van de liefde in kunnen brengen, het kan in ieder geval tot onderwijs zijn voor onszelf.

En hierover doordenkend, is het een zeer nuttige zaak om te spreken van de plichten. Het is nodig om daar voortdurend aandacht aan te geven.

De gevleugelde reclame: “Voel je vrij”, heeft ook velen in de kerk in zijn greep. Voel je nergens toe verlicht, doe wat je fijn vindt, ontspan jezelf en leef je eigen leven.

Als die houding een christen gaat beheersen, gaat het vanzelfsprekend niet goed. Iets wat direct te maken heeft met bedoelde plichten, is: structuur. Er zijn veel mensen zonder structuur. Ze eten wanneer ze trek hebben, ze gaan naar de kerk als ze daar behoefte aan hebben, ze lezen de Bijbel als het hen uitkomt. Ons leven moet echter gestructureerd zijn. Structuur moet alles bepalen wat we doen. We eten op gezette tijden, we bidden en houden stille tijd op vaste momenten. Wie dat in zijn leven weet aan te houden, heeft daar heel veel nut van. Ik geef een voorbeeld. U zult wel eens naar een preek luisteren, via internet, dus buiten de gewone diensten om. Ik ervoer dan bij mijzelf lang niet altijd een verlangen om dat te doen. Het is treurig genoeg, maar er kunnen zelfs gevoelens van afweer leven in ons hart. Maar toch, als dit nu gebeurt op vaste tijden, gaat u merken dat u er behoefte aan krijgt. Het wordt een vast onderdeel en uw hart gaat zich daaraan gewennen. Je mag dan soms merken dat structuur leidt naar een verlangen naar het Woord.

Hebt u vaste tijden waarin u echt bezig bent met uw “plichten”? Hoe staat het met onze jongeren, maar ook met onze ouderen? Ik denk hierbij dan aan het lezen van stichtelijke lectuur, of ook van dogmatische werken. Zijn we wat bekend met onze oudvaders? Laatst zei iemand in een interview dat het vooral belangrijk is om de kerkelijke klassieken te lezen, zoals de Navolging van Christus (Thomas a Kempis), de Institutie (Calvijn), de Galatenbrief (Luther), de Christenreis en meerdere werken van Bunyan, vooral ook zijn bekering. Daarbij iets van Kohlbrugge en van de Puriteinen.

De Redelijke Godsdienst van à Brakel is een werk waarbij het mes naar twee klanten snijdt. Het geeft leerstellig onderwijs, maar Brakel weet het ook tegelijkertijd praktisch toe te passen. U zult merken dat dergelijke leesstof uw interesse gaande maakt.

Het is echter te vrezen dat bij velen deze structuur nauwelijks van de grond komt. Vroeger was het gezin verenigd rond de maaltijd en werd driemaal Gods Woord gelezen. Er werd soms ook gezongen. Het tafelgebed had geen vluchtige stijl. Het moderne gezin lijkt daartoe niet meer in staat vanwege allerlei oorzaken die we niet in eigen hand hebben. Maar u begrijpt dat dit fnuikend is voor het leven met de Heere. En als we soms nog voltallig aan tafel zijn, nemen we een dagboek of een kinderbijbel. De lectio continua (het systematisch doorlezen van de gehele Bijbel) lijdt dan schade. We gaan zodoende bij een kleine Bijbel leven. Het kan niet anders: dat gaat leiden tot eenzijdigheden, tot ketterij. Daarbij mogen we dan het andere element, namelijk het persoonlijke onderzoek van Gods Woord niet vergeten. In trouwdiensten wordt wel eens gezegd dat echtelieden samen moeten bidden en Bijbellezen. Ik maak daar toch wel graag een aantekening bij. Laat dat aan tafel gebeuren, maar bid vooral ook persoonlijk. Predikanten hebben daartoe ruime gelegenheid. Ze hebben er echt wel tijd voor en wat vooral van belang is: ze hebben een eigen studeerkamer. Ik zou me werkelijk geen raad weten als ik niet een eigen kamer had. Jongelui hebben dat ook meestal wel. Maar veel ouders missen dat.

Het is dus goed aandacht te geven aan de plichten. We hebben het Pinksterfeest achter de rug. U hebt misschien gehoord dat dat feest reeds bestond voordat de Heilige Geest werd uitgestort. Onder andere dacht het volk dan aan de wetgeving. Die wet kwam met schrikwekkende tekenen. Wanneer de wetgeving door de Geest wordt bewerkt, krijgt die wet een kwaliteit van liefde. Dan kunnen we leven bij de woorden van Christus: Mijn juk is zacht en Mijn last is licht! Gelukkig degene die leven mag bij de bekende woorden: ‘k Doe Uw geboon oprecht en welgezind, Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

PLICHTEN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 september 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's