Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik sterf - komma

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik sterf - komma

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 50:24 En Jozef zeide tot zijn broederen: ik sterf, maar God…

Ik heb mensen zien sterven. Als dominee ben ik meerdere keren erbij geroepen, toen een oude man of vrouw lag te sterven. Ik heb bij sommigen gezien hoe ze de laatste adem uitbliezen. Aangrijpend. In mijn vorige werk bij de politie in Rotterdam heb ik ook meerdere keren mensen zien sterven. Dat waren vaak jongere mensen. Zij stierven plotseling, soms na een ernstig ongeluk. Ik herinner mij een meisje van 17 jaar dat met haar ouders verongelukte na een frontale botsing. Ik heb haar doodstrijd gehoord en haar angst gezien. En terwijl ze vastzat in de totaal vernielde auto, hield ik haar hand vast en overleed ze aan haar verwondingen. Dat beeld raak ik nooit meer kwijt. Jonge mensen, je kunt zomaar ineens, heel onverwacht, moeten sterven. Kan dat? Ben je dan voorbereid?

Jozef gaat sterven. En hij kan sterven. Hij is voorbereid. Hij heeft geleerd om het niet aan te laten komen op het laatste moment. Bij zoveel mensen is dat heel anders. Als de dood komt, dan hebben zoveel mensen nog zoveel te doen. Dan moeten ze het nog goed gaan maken met andere mensen. Hoe vaak gebeurt het niet, dat er dan pas weer contact is met een broer. Of dat dan pas een kind wordt omhelsd, nadat er jarenlang in ruzie is geleefd. Waarom laten mensen het toch zover komen?

Bovenal moet het dan met God nog goed gemaakt worden. Er zijn er die met veel vrees op hun sterfbed liggen. Er zijn er die hulpeloos zijn als hun einde komt. Die geen rust hebben, en geen troost. Die geen God hebben Die met hen meegaat het dal van de schaduwen des doods in.

Jozef hoefde op zijn sterfbed niets meer te doen. Alles was goed tussen hem en zijn broers. Daar hoefde hij niet pas op zijn sterfbed aan te beginnen. Bovenal lag het vlak tussen de Heere en zijn ziel. In zijn jonge leven had hij de Heere leren zoeken. Hij mocht al jong de Heere vrezen. En nu hij oud geworden was, kon hij het rustig en kalm onder ogen zien: ‘Ik sterf’. Omdat het tussen hem en mensen vlak lag. Vooral omdat het tussen hem en God vlak lag. Hij hoefde niet meer te doen dan alleen te sterven. Hij was voorbereid.

Hij zegt: ‘Ik sterf, máár God…’ Er staat achter die constatering geen punt ‘Ik sterf. Punt’. En dan is er niets meer. Dan komt er een eeuwige duisternis, een eeuwige dood, zoals bij al teveel mensen. Nee, er staat een komma. Ik sterf. Komma. Máár God!

Jozef mocht God overhouden. En dan heb je alles, jonge mensen. Paulus zegt in Efeze 2: ‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid (…) heeft ons levend gemaakt met Christus’. Daar ligt het geheim. Van nature zijn wij geestelijk dood, door misdaden en zonden. En daarom moeten we ook eeuwig sterven. Maar er is een God Die barmhartig is en Zijn Zoon heeft gegeven tot vergeving van onze zonden. En wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven.

Jonge mensen, ben je voorbereid op de dood? Je moet daar niet pas over na gaan denken als je van de dokter hoort: ‘Je hebt kanker en ik kan niets meer voor je doen’. Je moet niet pas aan je dood denken als je in de ambulance ligt en met je bloed ook je leven uit je voelt wegstromen.

Koning Salomo zegt: ‘En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap…’ (Prediker 12). Denk niet bij jezelf: dat komt later wel. Als ik ouder ben en meer tijd heb. Nee, zegt Salomo, dan zul je er geen zin meer in hebben. Als je oud geworden bent, dan heb je zoveel kwalen en zoveel pijnen en zoveel zorgen, dan heb je er geen kracht meer voor.

Je moet nu voorbereid zijn. Want je weet niet of je oud wordt. Je weet niet of je bij je verstand blijft. Je weet niet of je er over zestig jaar nog bent. Je weet niet of je er volgende week nog bent…

De Heere wil niet dat je onbekeerd zult sterven. Hij wil niet dat je voor eeuwig zal sterven. Hij wil je het eeuwige leven geven. Vandaag is het nog mogelijk om genade te krijgen. Hij zegt het zo welmenend: Bekeer je tot Mij, waarom zou je sterven? Wend je naar Mij toe en word behouden! Zodat jij over zestig jaar, of over twintig jaar, of…morgen…kunt zeggen: ‘Ik sterf, máár God!’

ds. M.A. Kempeneers www.bewaarhetpand.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 oktober 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ik sterf - komma

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 oktober 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's