Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Allerlei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Allerlei

Deze keer probeer ik enkele wat kleinere vragen te beantwoorden, met dank aan de vraagstellers!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste vraag is naar de betekenis van de psalmregel: “Hoe kost’lijk is in ’s HEEREN oog hun dood”. Het is de laatste regel van Psalm 116:8. In de onberijmde tekst staat: ‘Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten’, Psalm 116:15.

Hoe kunnen we deze woorden verklaren tegen de achtergrond van een vroege dood van een kind van God vanwege een ongeluk of ziekte en wat te denken van degenen die de marteldood stierven? Deze woorden zijn toch geen garantie voor een lang leven op aarde? Het antwoord moet zijn dat de Heere de Zijnen niet over heeft voor de dood. Een lang leven hoorde in de oudtestamentische tijd tot een van de verbondszegeningen. De Heere zei de godvrezenden toe hen ‘te verzadigen met langheid van dagen’, Psalm 91:16. Maar omdat Gods goedertierenheid beter is dan het tijdelijk leven (Psalm 63), voegt de Heere aan de belofte van Psalm 91 toe: ‘en Ik zal hem Mijn heil doen zien’. Ten diepste gaat het dus om het eeuwige leven dat de Heere schenkt. God heeft hen niet over voor de eeuwige dood. Om Christus wille zullen zij zelfs de dood niet zien in der eeuwigheid, Joh. 8:51. Ook al sterven zij jong.

De tweede vraag is wat er nu tegen is om God aan te spreken met HEER in plaats van HEERE, en of HERE ook mag. Achter de Naam HEER is in onze taal van ouds de letter e geplaatst uit eerbiedsoverwegingen. Zoals een voorname vrouw vroeger vrouwe werd genoemd, en zoals het Hooglied in verheven taal spreekt van duive in plaats van duif, zo is uit eerbied van HEER HEERE gemaakt. Ook ter onderscheiding, want een man wordt ook een heer genoemd. In onze taal is de Naam van God dus Heere, Kurios, of HEERE, Jahwe. Een naam veranderen we niet. Mensen zijn daar erg gevoelig voor. Als in classisnotulen bijvoorbeeld een naam van een afgevaardigde verkeerd is geschreven, komt de betrokkene er altijd op terug en verzoekt hij zijn naam te corrigeren. Ook plaatsnamen veranderen niet, zoals bijvoorbeeld Heerenveen, ook al verandert er niets aan de uitspraak als we Herenveen zouden schrijven. In psalmen kan het soms niet anders vanwege zinsbouw, de loop der woorden of vanwege de rijm en komen we HEER’ tegen in plaats van HEERE. Laten we de Naam des Heeren uit eerbied maar ongewijzigd gebruiken. Daarbij mogen we echter nooit vergeten onszelf de vraag te stellen of de Naam des Heeren ons lief geworden is en of we de rijke beteke-nis van Gods Namen als een pleitgrond leerden gebruiken.

Een volgende vraag is wat er bedoeld wordt met de uitdrukking: ‘de beslotene en verlatene in Israel’. We komen die uitdrukking bijv. tegen in 1 Kon. 14:10 en 1 Kon. 21:21. Onze vraagsteller heeft in de Nieuwe Bijbelvertaling gezien dat daar vertaald is: van hoog tot laag!

Van hoog tot laag zal worden uitgeroeid. Nu is de uitdrukking ‘van hoog tot laag’ geen vertaling, maar een interpretatie. Wij moeten denken aan mensen die besloten, opgesloten, niet vrij zijn, slaven bijvoorbeeld, en aan mensen die vrijgelaten zijn, vrijen dus. De bedoeling is dan dat niemand, wie hij ook zij, hij zij slaaf of vrij man, arm of rijk, aan het wrekend zwaard ontkomen zal. Laten we bedenken dat de Heere ook zal oordelen zonder aanzien des persoons. Of we nu arm geweest zijn of rijk, ziek of gezond, we ontkomen alleen aan het zwaard van Gods gerechtigheid, als we door het geloof de toevlucht leerden nemen tot de Heere Jezus Christus.

Tenslotte: In 2 Sam. 8:18 worden de Krethi en de Plethi genoemd. De volgende vraag is, wat hiermee bedoeld wordt. Met deze namen wordt de lijfwacht van koning David aangeduid. De naam Krethi wijst op een Kretensische afkomst en de naam Plethi heeft met het ons bekende woord ‘filistijn’ te maken. Het waren dus mannen van filistijnse afkomst. Misschien wel die mannen die David bevrijdde uit de macht van de Amalekieten, zie 1 Sam.30. Zowel de Krethi als de Plethi vormden de lijfwacht van David. Misschien waren daar nog wel kinderen van God onder! Zingen we met Psalm 87 immers niet van Filistijnen, in Sion geboren? Koning David had nog een lijfwacht nodig. Zijn grote Zoon niet. Die is juist een Beschermer van de Zijnen. Mogen ook wij al schuilen onder die eeuwig beschermende hand?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 december 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Allerlei

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 december 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's