Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sprekend Verleden / Smytegelt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sprekend Verleden / Smytegelt

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt niet gehoord.” Jeremia 25:3

Jeremia werd op jonge leeftijd profeet in het dertiende jaar van koning Josia, de grote reformator. Jeremia heeft achttien jaar onder hem geprofeteerd. Daarna heeft Jeremia nog onder vier koningen geprofeteerd. Jeremia mocht arbeiden onder het gehele koninkrijk van Juda. Hij moest Gods Woord spreken. Wie zich verzette tegen Jeremia, verzette zich tegen God. Jeremia preekte de noodzaak van de waarachtige bekering. God is vroeg op. Dat betekent dat God een profeet zendt zodra het volk gaat zondigen. Jeremia was ook vroeg op. Hij was niet lui en traag. Smijtegelt was 23 jaar predikant te Middelburg toen hij de preek over Jeremia 25:3 hield. “Ben ik u nu te veel geworden? Dat past niet, net zomin als een man en vrouw zo lang samen geweest zijn en dan gaan twisten. Als een predikant met de gemeente zo lang getrouwd is, geestelijkerwijze, dan past het niet dat de gemeente de predikant moe wordt.” Er was in die 23 jaar weinig zegen. U kwam nauwelijks. U kwam om te horen of er iets verkeerds werd gezegd. In Jer. 11:19 staat dat men Jeremia wilde doden. “Zij luisterden niet naar hem, u niet naar mij. Dat was de uitslag van de preken.” Toch is Smijtegelt dankbaar dat de Heere hem al die 23 jaar heeft geholpen. “Hoe zult u te verontschuldigen zijn als u zich niet bekeert? 23 jaar heb ik gepredikt en hebt u nog niet gehoord? Ik schud het stof van mijn voeten af en ik ben rein van uw bloed.” God heeft u 23 jaar de tijd gegeven om u te bekeren. Wordt het geen tijd dat u de wapens neerlegt? Wordt toch op tijd wijs, voordat u God, mij en uw tijd en alles kwijt bent.

Toepassing. Smytegelt heeft gepreekt over Jeremia 25:3 toen hij bijna 29 jaar predikant was. God had hem geroepen en gezonden om predikant te zijn. Hij zegt ook dat God hem naar Middelburg gezonden heeft en hem daar tot op heden gehouden heeft. Smytegelt heeft gepreekt onder veel regenten, maar de Josiassen ontbraken. Sinds de reformatie hebben er veel predikanten in Middelburg gestaan. In de tijd van Smytegelt hebben er ook meerdere predikanten gearbeid in Middelburg. Hij zegt van zichzelf “Wij hebben u vooral die stof gepreekt van de profeet: Bekeert u van uw boze wegen. Wij zullen niet veel zeggen van onze ijver en trouw, of van ons vroeg op zijn. Onze lippen willen liever onze zwakheden en onze verdorvenheden melden. Daar moeten wij ons over vernederen. U kunt zelf oordelen. Wij wensten ijveriger geweest te zijn. Wij willen onszelf niet prijzen, maar moeten wij de gemeente prijzen?” Het grootste deel van de gemeente heeft niet geluisterd. Misschien zijn er die in 23 jaar mij geen 23 keer gehoord hebben. Sommigen gingen zelfs de kerk uit als Smytegelt onverwacht op de preekstoel kwam. “Ja, wij hebben er wel gezien die zeiden: Ik hoor niemand minder lief dan hem; hij heeft hier al veel te lang gestaan. Ja, als zij ons hoorden, waren ze verklikkers, leugenaars en lasteraars. Ja, menigeen zei: Ik wil hem zelfs niet horen, en zij beletten het een ander.” Dat Smytegelt zelfverloochening kent blijkt uit deze woorden: “Hebt u geen lust om ons te horen, hoor onze medebroeders. Wij wensen u er hartelijk zegen onder. En dat zij dan het middel mogen zijn. Maar weet dit dat zolang wij leven, u ons doet zuchten, en dat zal u niet nuttig zijn. Het zal u niet nut zijn als wij in de dag des oordeels uw tegengetuige zullen moeten zijn, Hoe zult gij het maken?” De duivel, de wereld en uw verdorven hart is tegen uw bekering. “Hoor toch nog, het is nog niet te laat.” Wie niet wil horen zal ondervinden dat God ook niet zal horen op het doodsbed. Dan zult u in eeuwigheid niet gehoord worden. De meesten hebben niet gehoord. Maar er zijn er ook die wel gehoord hebben. Zij keerden zich af van de brede weg en werden op de goede weg gebracht. Er is liefde en achting voor God en de vromen. Zij wensten het vertrek van ds. Smytegelt niet. Zij willen horen wat Gods knechten van Godswege tot hen hebben te spreken. Zij waren blij dat ds. Smytegelet gekomen was. “God heeft mij gebruikt als een instrument tot veler bekering en anderen tot hun opbouwing. Geliefden, die mij heden hoort, ik wilde dat God ons allen wilde bekeren. Dat durf ik voor de Alwetende te zeggen.” Smytegelt vraagt van zijn hoorders om hem te verdragen in zijn zwakheid. Hij vraagt ook om gebed. “Bid God vaak voor mij, Hij zal het horen. Hoe vaak heeft God uw huisgebed al verhoord? Hij slaat daar ook acht op als u voor een predikant bidt. Wij zullen het ook voor u doen.” Smytegelt vraagt ook al de leraars in waarde te houden. “De geringste leraar die er is, noemt God een engel. De minste druppel is vocht. De kleinste ster geeft licht. Houd hen in waarde omwille van hun werk.” Elkaars zwakheden moeten verdragen worden. “Nu moeten wij God danken dat Hij ons hier zo lang gezonden en gehouden heeft.” Gods knechten hebben de schat in aarden vaten. “Wij danken God dat Hij ons nooit verlegen gelaten heeft, in alles wat ons is overkomen. Hoe vaak zijn wij in ongelegenheid geweest, God heeft ons wel honderdmaal gered. Wij bidden Hem hartgrondig dat Hij ons wil verontschuldigen in al ons gebrek en naar Zijn grote goedertierenheid, en verzoening wil doen over onze ongerechtigheid. Wij geven ons aan God over. Doe ook zo. Geef u aan God over en aan de dienaren die u slechts zoeken te bewerken om u naar God te brengen. Ik hoop dat God zal zeggen tot mij en tot mijn medebroeders: Rust, ga heen in vrede, en dat Hij tot u zal zeggen: Komt, gij gezegenden, beërft het Koninkrijk dat u bereid is van voor de grondlegging der wereld. Amen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Sprekend Verleden / Smytegelt

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's