Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Allerlei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Allerlei

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vragen die ik binnen krijg gaan soms over heel persoonlijke dingen. Zoals bijvoorbeeld over de keuze van een kerk als een stel wil gaan trouwen, maar ze zijn niet van dezelfde kerk. Wat moet ik doen? Of bij een crematie van een collega, moet ik daar heen, mag ik daar heen? Wat moet ik doen? Bij persoonlijke vragen geef ik liever persoonlijk antwoord. Er zijn echter ook persoonlijke vragen die ik wil beantwoorden omdat ik denk daar meerderen mee te kunnen dienen. Zonder nu op een bepaalde situatie in te gaan wil ik wel in het algemeen iets zeggen op de vraag: Wat moet ik doen?

We kennen allemaal wel van die situaties dat we als het ware op een kruispunt in ons leven staan en niet weten welke weg we moeten inslaan. Wat is het een dan een voorrecht als er iemand is die we kunnen raadplegen of in vertrouwen kunnen nemen. Denk dan aan ouders of grootouders, leerkrachten of ambtsdragers. Er zijn ook situaties waarvoor je juist een onbevooroordeelde buitenstaander zou willen spreken, in plaats van een bekende. En wat is het een zegen als we vrienden hebben met wie we alles kunnen bespreken en van wie we weten dat ze dingen voor zich kunnen houden.

De vraag ‘wat moet ik doen?’kan heel nijpend zijn als je iets weet van een ander dat bij openbaarmaking hele grote gevolgen zal hebben. Juist in dergelijke situaties is het goed een ander in vertrouwen te nemen, omdat de last die je draagt te zwaar kan worden.

Ook denk ik aan die vraagsteller die vanwege een begane zonde met een beschuldigend geweten kampt en niet weet hoe daarin te handelen. En wat te denken van iemand die ‘anders geaard’ is en niet weet of hij daarmee naar buiten moet treden, gezien de konsekwenties die hij vreest? En dan zijn er ook nog allerlei kerkelijke ontwikkelingen waardoor mensen zich af gaan vragen of ze nog wel lid kunnen blijven van hun gemeente. Hele moeilijke dingen kunnen zich soms in het leven voordoen.

Al mogen we dus dankbaar zijn als we mensen om ons heen hebben staan bij wie terecht kunnen, toch waarschuwt de bijbel ons ook voor het vertrouwen op mensen. Denk bijvoorbeeld aan Psalm 118 vers 4

’t Is beter als w’ om redding wensen,

Te vluchten tot des HEEREN macht,

Dan dat men ooit vertrouwt op mensen,

Of zelfs van prinsen hulp verwacht.

Het gaat de Heere er om dat we ons vertrouwen niet stellen op mensen, maar op Hem alleen. Die in Zijn voorzienigheid wel van mensen gebruik maakt.

Bij de vraag: Wat moet ik doen? Moeten we vooral de nadruk leggen op de verplichting om deze vraag, in wat voor omstandigheden wij ook verkeren, allereerst en vooral aan de Heere stellen. Doe niet alsof Hij er niet is. Eer Hem door allereerst tot Hem te gaan. Eigenlijk in alle dingen van het leven, maar zeker ook op de kruispunten van het leven.

In dit verband moet ik op iets ingaan, waarmee ik in het pastoraat nog wel eens geconfronteerd word. Mensen zeggen soms: ik kan toch niet naar de Heere gaan? Ik ben geen kind van God. Bovendien kan een mens toch niet bidden? En of ik dan bijvoorbeeld zeg dat God zelfs de jonge raven hoort als zij roepen, Psalm 147:9, of met de moordenaar aan het kruis kom, het helpt niks. Je behandelt mij alsof ik een kind van God ben! Zulke dingen worden wel gezegd. Als deze dingen gezegd worden om de boot af te houden word ik altijd verdrietig. Maar het kan soms een wezenlijke vraag zijn. En daarom wil ik er toch graag even op ingaan. Het is een misverstand om te denken dat God alleen naar Zijn kinderen luistert als ze bidden, en hen hoort en verhoort, juist omdat ze Zijn kinderen zijn. Als de Heere hoort naar het gebed, of een gebed verhoort, is dat nooit om die mens, ook al is hij 80 jaar een kind van God. De Heere hoort en verhoort alleen omdat Hij dat beloofd heeft, en omdat Hij de verdiensten van Christus in aanmerking neemt.

Ik zeg ook wel eens: als je werkelijk meent dat je alleen maar tot God kunt gaan als je bidden geleerd hebt, waarom bid je dan voor het eten? Je dankt zelfs na het eten. Kun je dat dan wel? Een mij altijd weer overtuigend en vertroostend woord uit de bijbel vind ik Psalm 81. Ook vanwege de inhoud van de woorden, maar zeker ook als we er op letten tegen wie de Heere zegt, namelijk tegen een afkerig volk:

Opent uwe mond, eist van Mij vrijmoedig,

Op Mijn trouwverbond.

Al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij ’t smeekt,

Mild en overvloedig.

Om dan vervolgens te lezen: Maar Mijn volk wou niet, naar Mijn stemme horen…

Concluderend kunnen we zeggen dat wij met alles (ook ons onwedergeboren hart) en altijd (in tijdelijke en geestelijke noden) en alleen en vooral tot Hem moeten gaan van Wie David zingt: ‘Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen’, Psalm 65 vers 3.

Wat moet ik doen? Tot de Heere gaan. Zijn Naam is Raad. Bij U is Raad, bij U alleen. Hoe moeilijk de situatie ook is. Toen de stokbewaarder zijn diepe ellende zag en deze vraag stelde was er het antwoord. Want: God geeft antwoord! Hoe, dat hopen we de volgende keer te zien. Allen weer hartelijk gegroet, en nieuwe vragen altijd welkom!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Allerlei

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's