Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lessen uit de eerste Thessalonicensenbrief (17)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lessen uit de eerste Thessalonicensenbrief (17)

Paulus Als Rentmeester

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding, noch uit onreinheid, noch met bedrog; Maar gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. (1 Thessalonicensen 2: 3-4).

De vorige keer hebben we gezien, dat Paulus alle reden had om in zijn brief aan de Thessalonicenzen terug te blikken op de periode dat hij in deze stad was. Nadien werd hij namelijk op verschillende manieren verdacht gemaakt. Men suggereerde dat hij een rondtrekkende leraar zou zijn geweest die zijn onderwijs verkocht in ruil voor geld, macht, eer of genot. Tegenover deze verdachtmakingen laat Paulus nu in 2:3-16 zien, hoe hij in Thessalonica verkeerd heeft. Hij gebruikt daarvoor vier beelden: dat van rentmeester (2:3-4), moeder (2:5-8), vader (2:9-12) en heraut (2:13-16).

Rentmeester

Het beeld dat deze keer onze aandacht vraagt, is dat van rentmeester. Het is waar, dat we dat woord niet letterlijk vermeld vinden in de tekst. Maar het ligt wel opgesloten in het woord toebetrouwd in vers 4. De Heere heeft Paulus het Evangelie toebetrouwd, zoals de heer des huizes zijn bezittingen toevertrouwt aan zijn rentmeester. Die moet die eigendommen op een goede wijze beheren. Welnu, zo heeft de Heere Zijn apostel ook een kostbare schat toebetrouwd. De schat van het Evangelie. Dat is enerzijds een groot voorrecht (Galaten 2:7, 1 Timotheüs 1:11 en Titus 1:3). Anderzijds brengt het ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee: Paulus moet dat Evangelie namelijk ook op de goede wijze uitdelen (1 Korinthe 4:1-2, 9:17, 2 Timotheüs 2:2).

Voordat de apostel hier echter in vers 4 over schrijft, weerlegt hij eerst uitdrukkelijk de valse beschuldigingen. Zijn vermaning – een aanduiding voor de prediking die hij bracht – was niet uit verleiding, noch uit onreinheid, noch met bedrog. Paulus verdedigt zijn prediking hier in drie opzichten. Allereerst bestond de inhoud van zijn preken niet uit verleiding, maar uit de waarheid. In de tweede plaats waren zijn motieven om te preken, zuiver, en niet ingegeven door onreinheid. Tenslotte was ook de manier waarop Paulus preekte, eerlijk en vrij van bedrog.

Beproefd

Tegen deze achtergrond tekent de apostel zichzelf dan in vers 4 als een ‘rentmeester’. De Heere heeft hem beproefd. Dat woord betekent hier natuurlijk niet, dat de Heere Saulus van Tarsen in zijn natuurstaat eens aandachtig heeft gadegeslagen en onderzocht, en hem in zichzelf betrouwbaar genoeg vond om hem tot apostel te roepen. Nee, de uitdrukking zal willen zeggen, dat de Heere Saulus geschikt gemaakt heeft. Geoefend heeft. Hoe dat gebeurd is? Daarvoor moeten we eigenlijk al terug naar de jonge jaren van Saulus. Toen heeft de Heere hem al Bijbelonderwijs laten volgen bij Gamaliël. Maar ook al hoorde ook dat bij de voorbereiding op Paulus’ ambtswerk, het belangrijkste moest toen nog gebeuren. Saulus moest bekeerd worden. Maar ook daar heeft de Heere voor gezorgd. En daarna? Dan ontvangt Paulus een tijd van afzondering en voorbereiding in de eenzaamheid. De Heere gaat hem oefenen voor zijn verantwoordelijke taak. Zó is de latere apostel door de Heere beproefd, getraind. En dat geoefend worden is doorgegaan.

Toebetrouwd

Intussen heeft de Heere hem de schat van het Evangelie ook toebetrouwd. Paulus moest het Evangelie gaan verkondigen, gaan uitdelen onder de mensen. De apostel schrijft in vers 4, hoe hij dat verantwoordelijke werk doet. Hij stelt zich voortdurend de Heere voor ogen, wetend, dat God onze harten beproeft. Die God heeft hem geroepen. En die God neemt nu inderdaad ook aandachtig waar, hoe Paulus zijn werk doet. Wat hij zegt en wat hij niet zegt. En waarom hij dat zo doet.

Paulus is daar diep van doordrongen. Hij oefent zijn preekwerk uit voor Gods aangezicht. De alwetende God, Die de harten doorgrondt, is zijn voornaamste Hoorder. En de Heere ziet zoveel verder dan mensen. Die horen alleen onze woorden en zien alleen onze uiterlijke gedragingen. Maar de Heere beproeft het hart.

Gode behagen

En dan is er nog iets. Want die God Die Paulus’ hart doorgrondt, heeft Paulus ook hartelijk liefgekregen. Hoe kan het ook anders? Het is die God Die Zijn Zoon naar deze wereld zond om ook Paulus zalig te maken. Welnu, Paulus wil nu ook alleen die God behagen. Dat is zijn diepste drijfveer. Zó is Paulus rentmeester.

U begrijpt wel: deze verzen bevatten (opnieuw) een preek voor dominees en allen die in de dienst van de Heere mogen staan. Ze leren ons, dat bekering (eerste én voortgaande), de roeping van Godswege, geestelijk onderwijs en toerusting (voorbereidend, maar ook begeleidend) zo onmisbaar nodig zijn voor een dienaar van het Woord. Maar ze leren ons ook nog iets anders: dat God de harten beproeft van Zijn dienstknechten. Hij ziet verder dan onze preken en onze woorden. En hoe is het dan? Zullen we die indringende vraag maar eens heel persoonlijk aan onszelf stellen: Kan ik voor Gods aangezicht betuigen, dat ik alleen Hem wil behagen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lessen uit de eerste Thessalonicensenbrief (17)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's