Boekbesprekingen

John Preston (1587-1628) was een bekend puriteins godgeleerde. Door het luisteren naar een preek van ds. John Cotton kwam er een ommekeer in zijn leven. Hij raakte bevriend met ds. Cotton en ging theologie studeren. Hij verdiepte zich in de geschriften van Calvijn. Als prediker trok hij veel hoorders. De werken van Preston verschenen na zijn sterven. Er staan heel mooie dingen in dit boek. Het gebed is niet nadelig voor andere zaken of bezigheden. Het is niet zo dat het gebed verloren tijd is. Het aanroepen van God is juist nodig. We willen daarvan een voorbeeld geven. Op blz. 42 lezen we dat de tijd die met bidden wordt doorgebracht geen verloren tijd is. Er staat op die bladzijde “Zo is het ook waarachtig in deze zaak. In andere zaken ziet gij het wel genoeg. Gij weet immers wel, dat het voederen van een paard de reis niet verhindert, en het wagensmeer aan het rad, en het wetten of scherpen van de sikkel, al is het dat daarom het werk voor een tijd ophoudt. Want gelijk het spreekwoord zegt: Het wetten is geen verletten, zo ook het doen van deze zaak is geen beletsel of verhindering van het werk.” De Heere verhoort het gebed niet altijd onmiddellijk. Preston geeft enkele redenen weer op blz. 72 en 73. Dat dient om het geloof te beproeven, om de bidder meer te vernederen, om de weldaden als die ontvangen worden te beter te gebruiken en om die weldaden temeer te waarderen en achten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen