Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Emmaüsgangers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Emmaüsgangers.

Lukas 24:19-24

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Profeet

De Emmaüsgangers behoorden tot de bredere discipelkring van de Zaligmaker. Zij waren onderweg van Jeruzalem naar Emmaüs. Zij spraken met elkaar over datgene wat er gebeurd was met Jezus. Terwijl zij met elkaar spraken kwam Jezus bij hen en ging met hen. Hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden. Maar de Heere zal Zich aan hen gaan bekendmaken. Hij vroeg hen waarom zij bedroefd waren. Hij vroeg hen ook waarover zij spraken. Jezus wil uit hun eigen mond horen wat hen bezig houdt. Zo wil de Heere ook dat wij Hem bekendmaken waarover wij bedroefd zijn. Doet u dat ook?

De Emmaüsgangers spraken over Jezus de Nazarener, Welke een Profeet was krachtig in werken en woorden, voor God en al het volk. God had Hem gezonden. Vele wonderen had Hij gedaan. Doven konden weer horen, blinden konden weer zien, kreupelen konden weer lopen, stommen konden weer spreken en doden werden opgewekt. Hij was ook krachtig in woorden. Hij sprak heel anders dan de farizeeën en schriftgeleerden. Niemand had ooit zo gesproken als Hij.

Hoop

De Emmaüsgangers hoopten dat Jezus zou verlossen van de gehate Romeinen. Zij dachten aan een tweede David of Salomo. Zij meenden dat Jezus zou bevrijden van de Romeinse onderdrukking. Maar Jezus was ter dood veroordeeld door de overpriesters en oversten. Hij was de kruisdood gestorven. Daarmee was de hoop van de Emmaüsgangers vergaan. Zij spraken het uit ‘En wij hoopten, dat Hij Degene was Degene Die Israël verlossen zou.’

De Emmaüsgangers vertelden ook dat vroeg in de morgen er enige vrouwen naar het graf waren gegaan om het lichaam van Jezus te balsemen. ‘En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen dat Hij leeft.’ Engelen hadden hen verzekerd dat Hij niet meer dood was, maar levend was geworden. Anderen gingen ook naar het graf en troffen het ook leeg aan, net als de vrouwen.

Geestelijke flauwte

In zijn toepassing spreekt Beukelman over Gods kinderen die iets beleven wat lijkt op de ondervinding van de Emmaüsgangers. Bij de Emmaüsgangers was weinig kennis, hun geloof was klein en hun hoop zwak. Maar toch waren er geloofswerkzaamheden. Beukelman schrijft “Het gebeurt menigmaal met de begenadigden, dat zij vallen in een geestelijke flauwte, zodat zij nabij de dood zijn, en men nauwelijks onderscheid in hen merkt en wel vragen moet of zij leven dan of zij dood zijn? Evenwel het zaad Gods blijft in hen, dat niet vruchteloos kan blijven, maar altoos enige werking heeft.” Hoewel Jezus door de overpriesters als een godslasteraar was veroordeeld en aan het kruis was genageld, spraken de Emmaüsgangers met achting en eerbied over Hem als een Profeet krachtig in werken en woorden. Het wordt onderstreept wat wij lezen in 1 Petrus 2:7 ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar.’ Het kan bij Gods kinderen bestreden worden dat zij deel hebben aan Jezus. Zij zijn te klein, te gering en te onwaardig voor die genade. Beukelman schrijft: “Zulke wormen, zulke mieren, die eeuwig verdienden door de Goddelijke voeten vertreden te worden, en het is: vanwaar komt mij dit, dat mijn HEERE de Koning zo gunstig naar mij komt omzien?”

Hoe is het persoonlijk gesteld?

De Emmaüsgangers spraken graag over Jezus en hoorden graag over Hem spreken. “Zo is een gelovige ziel gaarne daar, waar zij weet, dat van Jezus gesproken wordt. Alle andere gesprekken verliezen daarbij hun kracht, zij zijn laf voor haar, als Jezus daarin niet gemeld wordt en zij zijn als het wit van een ei zonder zout.” Mag u zich hierin herkennen? Waar hoort u graag over spreken en over wie spreekt u graag? De harten van de Emmaüsgangers waren vol van Jezus. Al is Gods kind nog zo zwak in zichzelf, dat verstaat hij.

Beukelman spreekt over mensen die zich uitgeven voor wel gefundeerde christenen. Maar zij zijn ingenomen met de dingen van de wereld. Zij spreken niet graag over Jezus en horen niet graag over Hem spreken. Het hart is vervuld van de dingen van deze wereld. Er is geen liefde in hun hart tot Jezus. “En hoe kunnen dezulken zich dan nog uitgeven voor liefhebbers van Jezus?” Geliefde lezers, onderzoekt u zelf hoe het met u is gesteld.

Als Christus te weinig aanwezig is in de mond en in het hart, dan is er sprake van verval. Beukelman schrijft dat er weinig over Jezus gesproken wordt. Hij roept op zich daarvan te bekeren. Er moet geen vuile rede of ijdel geklap uit de mond voortkomen. Daardoor treedt verval in. Het gesprek moet ook niet altijd over huiselijke en burgerlijke zaken gaan. Geestelijke, hemelse en Goddelijke zaken dienen bovenaan te staan. Hoe is het onder ons? Toen de nood bij de Emmaüsgangers op het hoogst was, ging Jezus Zich aan hen bekendmaken. Dit laat ons zien dat Gods kinderen op Gods tijd vertroost worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De Emmaüsgangers.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's