Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

“Opdat zij allen één zijn”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Opdat zij allen één zijn”

Johannes 17:21a

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bekende woorden, die ook op kerkelijke vergaderingen nogal eens worden aangehaald. Wat is de betekenis van Jezus’ woorden? Het zijn woorden uit een uiterst heilig en eerbiedig gebed van de Heere Jezus, bekend als het Hogepriesterlijk gebed. Inderdaad worden deze woorden nogal eens aangehaald, en we kunnen ons afvragen of het terecht is om met een beroep op deze woorden het samengaan van gemeenten van verschillende kerkverbanden te rechtvaardigen. Als wij eerst Johannes 17, de verzen 20 en 21, eens nader bekijken, dan zien wij dat de Heere Jezus bidt voor Zijn discipelen die met de rijke evangelieboodschap de wereld in zullen gaan. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden, vers 18. De Heere bidt vervolgens ook voor hen die door de prediking in Hem leren geloven. Christus neemt Zijn Kerk in Zijn voorbede op. Hij bidt niet voor de wereld, maar voor de Zijnen in de wereld. Christus is de grote Voorbidder, Die vanwege Zijn priesterschap volkomen kan zalig maken al degenen die door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te bidden, zie Hebr. 7:25. Jezus bidt dus voor de Zijnen, de ware gelovigen. Let daarop. Hij bidt niet voor een bepaald kerkgenootschap of voor meerdere kerkgenootschappen, maar Hij bidt voor de Zijnen in die verschillende kerkgenootschappen, van verschillende tijden en van diverse culturen. Hij bidt voor hen die het geloof in Christus mogen kennen. Daaruit blijkt Zijn liefde en zorg voor hen. Hij is met eeuwige liefdebanden aan de Zijnen verbonden, en die liefde blijkt uit Zijn aanhoudend gebed voor hen, namelijk dat zij bewaard mogen worden in Gods Naam, vers 11, dat zij bewaard mogen worden van de boze, vers 15, dat zij in Gods waarheid geheiligd mogen worden, en dat zij eenmaal bij Hem mogen zijn, vers 24. Het is Christus’ vurig begeren dat de Zijnen “één zijn in Ons”, vers 21, en “één zijn, gelijk als Wij één zijn”, vers 22. Het gaat hier niet om een door mensen gemaakte eenheid, maar om een eenheid die uit God is. De Vader en de Zoon kennen die eenheid. Christus bidt nu de Vader dat diezelfde eenheid er ook mag zijn tussen Christus’ lichaam, de Kerk, en de Vader en de Zoon. Dit gebed zal, als alle gebeden van de Heere Jezus, worden verhoord en het zal straks zijn één kudde onder één Herder. Die eenheid zal straks volkomen en volmaakt zijn. Maar principieel is die eenheid er ook nu al. Van alle ware gelovigen, in welke tijd zij ook leven en welke verschillende achtergronden zij ook mogen hebben, geldt: “Eén lichaam is het en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt tot één hoop uwer roeping; één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die daar is boven allen en door allen en in u allen”, Efeze 4:4-6.

In plaats van allereerst te zeggen dat de Kerk één behoort te zijn, zeggen we liever dat de Kerk één is. Er zijn wel vele leden, zegt Paulus in 1 Korinthe 12:20, doch slechts één lichaam! Christus heeft als het ene Hoofd ook één lichaam, de Kerk. We denken aan een geestelijke eenheid, gewerkt door de Geest van Christus. En zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God, Rom. 8:14. Dit gezegd hebbende moeten we verder ook zeggen dat de eenheid ook roeping is! Tot Gods kinderen (let er op wat ik zeg), tot Gods kinderen, die het lichaam van Christus zijn, wordt ook gezegd, eveneens in Efeze 4: dat zij zich moeten benaarstigen de enigheid des Geestes te behouden door de band des vredes, vers 3. Wie door genade tot de gemeenschap der heiligen mag behoren, moet die gemeenschap met de heiligen ook zoeken.

Het is een verdrietige zaak als en dat Gods kinderen gescheiden optrekken. Het gebeurt dat twee kinderen van God elkaar op de zondag ontmoeten en ieder hun eigen kerk opzoeken. Dat is straks over, gelukkig. Maar het moest hier tot ootmoed en schuldbesef brengen. Het is dan ook een verademing en een weldaad als men de geestelijke eenheid over kerkmuren heen ervaren mag, en die akelige kerkmuren eens een ogenblik weg mogen vallen. Dan wordt ervaren: Ik ben een vriend, ik ben een metgezel, van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen, en leven naar Uw goddelijk bevel! Wie dat ervaren heeft, zal met de Heiland meebidden om de eenheid van Gods Kerk.

Om eenheid mogen en moeten wij vragen. De Heere Jezus bad en bidt er ook om. Laten wij dat dan ook doen. Want de ware eenheid is een werk van Gods Geest. Wij kunnen wel van alles en nog wat organiseren, maar wat niet uit God is houdt geen stand. Is er in Gods Kerk dan geen verscheidenheid? O ja. Er zijn vaders en kinderen in Christus. Er zijn Petrussen en Johannessen. Maar toch kunnen die wel met elkaar overweg. Om van verschillende geloofsbelevingen te spreken gaat me te ver. Dat is subjectief. Ons geloof en onze geloofsbeleving moet zijn naar het onfeilbaar Woord van God. Met wie voelen wij ons verbonden? Met de wereld of met de Kerk? Zijn we met Christus’ Kerk verbonden, dan bidden wij met Hem ditzelfde gebed!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

“Opdat zij allen één zijn”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's