Christus En De Bezetene Van Gadara (7)

Door Gods genade is hij aan de voeten van Jezus gebracht: de bezetene van Gadara. En waar in vers 27 van hem gezegd werd: ‘en hij was met geen klederen gekleed’, lezen we in vers 35 dat hij nu ‘gekleed’ aan de voeten van Jezus zit. De zorg van Christus reikte zo ver, dat Hij deze man ook van kleding heeft voorzien.

Het doet ons denken aan Genesis 3, waar we lezen: ‘En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen en toog ze hun aan’. In Zijn goedheid schenkt de Heere de mens kleding. Met vier bedoelingen.

Bedekken

De eerste Bijbelse bedoeling van kleding is: bedekken. Voor de zondeval was er geen kleding tot bedekking nodig. We lezen in Genesis 2:25: ‘En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet’. Als de zonde in de wereld komt, wordt alles echter anders. Vanaf dat moment zijn de begeerten van de mens onzuiver. Vanaf dat moment kan de ene mens de andere met het lichaam prikkelen tot onzuivere gedachten en verlangens. Bewust, maar ook onbewust.

Adam en Eva worden gewaar, dat ze naakt zijn (Genesis 3:7). Ze schamen zich voor hun naaktheid. We lezen dat ze vijgenboombladeren samenhechten en schorten voor zich maken (Genesis 3:7).

Het is onder die omstandigheden dat God Adam en Eva opzoekt en kleding geeft. Tegen de achtergrond van de eerste zonde vloeit het eerste bloed: de Heere Zelf slacht dieren en maakt van de huiden van die dieren kleren, die Hij de mens aantrekt.

Zo bedoelt de Heere onze kleding allereerst: Om ons lichaam te bedekken. Zodat we geen zondige verlangens opwekken bij anderen, en zodat we tege-lijk beschermd worden voor onzuivere blikken. Hier schittert Gods goedheid ten opzichte van de gevallen mens.

Beschermen

Er is nog een tweede reden waarom de Heere de mens kleding geeft. Als de zonde haar intrede doet in de wereld, zien we hoe ook de gevolgen van de zonde zich aandienen. Dan krijgt een mens last van hitte, koude, scherpe doornen. Ook met het oog daarop geeft God kleding. Zodat Adam en Eva zich kunnen beschermen tegen hitte, koude, guur weer, mist, regen, hagel, ijs, scherpe doornen enzovoorts.

Denk daar eens over na, als u of jij kleding aantrekt, of misschien vanwege bepaald werk wel extra beschermende kleding draagt. Ten diepste ontvangt u die kleding van God! Het is overigens tegen dezelfde achtergrond dat we in de wetten van Mozes lezen: ‘Indien gij enigszins uws naasten kleed te pand neemt, zo zult gij het hem wedergeven eer de zon ondergaat’.

Onderscheid maken

Bijbels gezien hebben onze kleren nog een derde functie. Ze zijn ook bedoeld om het onderscheid aan te geven tussen man en vrouw. Daar worden we duidelijk op gewezen in Deuteronomium 22:5: ‘Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE uw God een gruwel’.

Uit die tekst blijkt dat mannen en vrouwen zich in de tijd van de Bijbel door hun kleding van elkaar onderscheidden. Nu was het in de tijd van het Oude Testament wel zo, dat mannen en vrouwen allebei sandalen, een hoofddoek, een onderkleed, een opperkleed en een gordel droegen. Maar dat betekende niet, dat er geen verschil te zien was tussen mannen en vrouwen. Vrouwen gebruikten soms andere stoffen en kleuren. Ook droegen ze hun hoofddoek anders. En de mannen droegen – in tegenstelling tot de vrouwen – aan hun gordel allerlei gereedschap: een weegschaal of een inktkoker of een zwaard bijvoorbeeld.

Duidelijk wordt nu in Deuteronomium 22 aangegeven, dat het voor de HEERE een gruwel is als dit verschil tussen man en vrouw in de uiterlijke presentatie verdoezeld of tenietgedaan wordt. Om die reden heeft men onder ons altijd afwijzend gestaan tegenover de broek voor dames en tegenover andere mode-uitingen in kleding of haardracht, waarbij het verschil tussen man en vrouw tenietgedaan wordt. En terecht.

Versieren

De vierde functie die kleding in de Bijbel heeft, zal u wellicht verbazen. Kleding is namelijk ook gegeven tot versiering. Want het is waar: onze kleding herinnert ons wel aan de zonde. Maar tegelijk is die kleding geen straf op de zonde. Integendeel, juist Gods goedheid en zorg worden er zichtbaar in. Daarom mogen we kleding ook zien en gebruiken als gave van God. Wie zich wil laten leiden door de normen van de Schrift, mag er dus ook verzorgd en netjes uitzien. Al haast ik me om te zeggen dat er in het leven van een christen ook een zekere soberheid zal zijn. De vraag hoeveel geld wij uitgeven aan kleding, en hoeveel wij afzonderen voor de dienst des Heeren, is het overdenken waard.

Tenslotte

Wij hebben het gehad over kleding. Er wordt wel eens gezegd: Een christen is herkenbaar aan gelaat, gewaad en gepraat. Dat zal waar zijn. Maar daar is een huichelaar ook nog aan te herkennen. Boven alle bezinning op onze kleding is nodig, dat we bekleed worden met het kleed van de gerechtigheid van Christus. En dat ook ons gelden mag: ‘zij hebben hun lange klederen witgemaakt in het bloed des Lams’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen