Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets Vreemds, Iets Nieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets Vreemds, Iets Nieuws

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl onze kerken nog in beroering verkeren vanwege onrust over de positie van de vrouw, dienst zich een nieuwe zorgfactor aan, namelijk de Nieuwe Catechismus. Ik zou moe kunnen worden van allerlei actualiteiten, maar ik wil toch onze lezers zo veel mogelijk bijstand verlenen. De laatste Panddag heeft bewezen, dat velen met deze zorg rondlopen. Vandaar dit artikel.

Ik kan op dit moment alleen uit het verslag van het RD citeren. Ik lees het volgende:

Er bestaat nog wel een Catechismus, maar deze functioneert nauwelijks meer, zo wordt gesteld. We begrijpen nu waarom de Catechismusprediking al jarenlang tanende is. Dan wordt verder opgemerkt dat er een afstand in thematiek is gekomen. Dat hebben we als voorgangers allemaal wel eens gedacht als het bijvoorbeeld ging over de eed. Hier noemt men de Avondmaalsstrijd (Luther). Inderdaad zou dat nu zo niet meer gezegd worden, al is de kwestie nog steeds van betekenis. Men stelt terecht dat de Heidelberger een belijdenisgeschrift is. Dat is deze nieuwe proeve niet. Concludeer ik hieruit terecht dat er in dit product een verholen bezwaar doorklinkt tegen de bestaande Catechismus? En ook dat de belijdenis wel ergens door de opstellers in verband wordt gebracht met hun arbeid?

Dan speelt ook hier weer het gegeven van de onverstaanbaarheid van Bijbel en Belijdenis. Je moet steeds weer een “vertaalslag” naar de praktijk van het hedendaagse maken. Hier komt de vertolking, dus de hermeneutiek weer om de hoek kijken. Dertigers, als opgeleide en soms ook hoogopgeleide categorie, zouden niets meer begrijpen van de kerkelijke taal. Ik twijfel aan de geldigheid van dit argument. Het lijkt me een platgetreden paadje. Het overtuigt niet. Wel verontrustend is deze telkens terugkerende nadruk op het misverstaan en het onbegrip. Sociale media hebben een bepaald taalidioom, het voetbalveld ook, maar de kerk moet plotseling alles uitleggen.

De drie stukken staan vervolgens onder druk. Men zou het wel “vervelend” vinden als men zou zijn vervallen in concurrentie met deze indeling.

De vraag met antwoord over de evolutie is “juist niet” een compromistekst (Huijgen). Maar leest u zelf: “Vraag 25: Wat bedoel je als je zegt dat God de wereld heeft gemaakt – de evolutietheorie zegt toch dat alles spontaan ontwikkeld is?

„Ik geloof dat alles wat bestaat, is voortgekomen uit een idee van God, dat alle variatie tussen planten, dieren en mensen door Hem is bedacht. Of het nu kort of lang heeft geduurd, of alle soorten apart zijn gemaakt of dat ze uit elkaar zijn voortgekomen, dat doet niets af van de liefdevolle bedoeling waarmee God deze wereld, maar ook mij, tot zijn eer gemaakt heeft.”

Wie dit interview leest, denkt: wat vriendelijk en verbindend en aardig heeft men zich weten uit te drukken.

Maar de onderliggende gedachten zijn beangstigend. Ik wil daarover enkele opmerkingen maken.

Zie mijn artikel niet als een persoonlijke visie; ook geen persoonlijke aanval. Ik wil mij voorzichtig, maar ook beslist inlaten met dit onderwerp.

Wij zullen allen intuïtief aanvoelen dat dit niet kan. Althans, wij kunnen dit met elkaar niet meemaken. Waarom niet?

Allereerst vanwege Bijbelse gegevens. Men introduceert de gedachte dat in ieder geval schepping en val figuurlijkerwijs zijn bedoeld. Dat zijn de consequenties. Prof. Huijgen zal hier toch ook serieus over nagedacht hebben. Hij kan veel beter dan wij, de implicaties overzien van deze wisselstoring. Hoe kan hij dit nu vanuit de inspiratiegedachte zo zeggen, binnen onze Chr. Gereformeerde kerken?

Wat is nu nog inspiratie? Huijgen heeft ooit gerefereerd aan opvattingen van wijlen prof. Oosterhoff. Ik heb die zaken destijds meegemaakt, maar Oosterhoff heeft nimmer theologische consequenties verbonden aan zijn voorstelling. Hoe plaatst Huijgen Genesis 3 in zijn conceptie? Wat te denken over de eerste mens, Adam (Rom.5 en 1 Cor.15)? Zie ook 1 Tim. 2:13,14). Hoe spreekt Christus over hetgeen van den beginne alzo niet is geweest (Matth.19:4,8; Joh.8:44), daarmee doelend op de schepping? Met de nieuwe interpretatie van de evolutionistische ontstaanswijze komen we ontegenzeggelijk in strijd met onze Schriftbeschouwing. En met de gehele heilsleer.

Maar ook, en dat is een tweede lijn, met de theologische doordenking van de leer. De dogmatiek komt onder zware spanning te staan als we lezen dat men hoopt dat het ook Katholieken niet afstoot. U begrijpt dan wel dat dit inderdaad iets heel nieuws zal gaan worden. Zouden de opstellers uit Heidelberg ooit ook deze hoop gekoesterd hebben? Ze zullen het zeker gehoopt hebben, maar ze hebben het niet verwacht. Deze nieuwe proeve zal ook weinig schuurvlakken opleveren met dwaling of ketterij. Alles wordt volkomen vriendelijk en tegemoetkomend gladgestreken en de randen zijn werkelijk erg gerafeld.

Ik bedoel met theologische bezwaren vooral dat zondeval en verlossing in deze voorstelling geen feitelijke plaats meer kunnen krijgen. Bavinck wist ook reeds van veel van deze leringen en hij geeft ook aan hoe evolutionisten van toen zich de zonde hebben voorgesteld. Dat is dan werkelijk fabelachtig en onvoorstelbaar als je het leest. Er is dus voor de zonde geen verklaring, althans niet de verklaring van Genesis 3. Misschien vat ik hier de achterliggende gedachten van de opsteller niet goed, maar ik kan me dit niet anders voorstellen. Paulus verbindt immers duidelijk de zonde aan de eerste mens (Rom.5). Men zal stellig niet willen ontkennen dat Christus echt geleefd heeft. Men zal de oprechte bedoeling hebben om aan die gedachte vast te houden. Maar Paulus verbindt aan Christus wel de eerste mens en Adam aan Christus. Hoe komt dat er dan uit te zien? Wat velen vrezen, gaat toch werkelijkheid worden. Deze Catechismus legt dynamiet onder de leer en onder de genade. Dat zal zeker niet de bedoeling zijn van de opstellers. Men wil echter graag meedenken met de wetenschap van onze tijd, maar denkt men ook blijvend mee met de Gereformeerde dogmatici van alle tijden? Deze mensen konden toch ook denken? Het is zo, doordenkend, ook niet vreemd dat de oude versie van de drie stukken als achterhaald kan worden beschouwd. Het is ook niet vreemd dat er van de Gereformeerde kerken na Lever e.a. (Creatie en evolutie) weinig meer is overgebleven.

Ik heb echter het vermoeden dat in ieder geval Huijgen de zondeval als historisch gebeuren zal blijven beschouwen. Maar hoe kan dat dan gebeurd zijn? Voor Adam hebben de prae-Adamieten geleefd, maar heeft Adam zelf wel geleefd? Wat denkt u dat de moderne evolutionist daarvan denken zal? U kunt het raden. Als ik mij de gevolgen van deze visie goed voorstel, zou dus het Woord van God ons volkomen in het onzekere laten over het ontstaan van de zonde. Dat lijkt mij ondenkbaar.

Een derde bezwaar is van confessionele aard. We kunnen hier denken aan zondag 3 met name en ook zondag 6 waarin het gaat over Gods verschijning in het Paradijs. Ook artikel 12 van de NGB spreekt hier mee.

Het bijzondere is nu dat men zowel de oude als de nieuwe Catechismus handhaven wil. We zouden kunnen denken dat dit een geruststellende gedachte is. In een dergelijke situatie in het verleden is echter dikwijls gebleken dat dit gewoon een wassen neus is. Er zijn ook in de geschiedenis van onze kerken voorbeelden van minder belang te geven die altijd weer de indruk hebben willen geven aan de oude bestaande lijnen vast te houden. Maar na jaren bleek toch dat die oude weg vrijwel onbegaanbaar werd. Wat betreft deze Catechismus kunnen we dat nu al vaststellen. Huijgen zelf heeft al eerder aangegeven dat hij zowel de wetenschap alsook de Bijbel beide wil vasthouden. Daar hebt u dezelfde gedachte. Nu blijkt echter dat dit betekent dat de evolutie wordt ingeschoven in Gods Woord. Velen zouden dat heel mooi vinden als dat zou kunnen. We behouden dan beide lijnen. Maar daar moeten we dan toch nog eens goed over nadenken. Hoever zal men gaan met die inkadering van onze gedachten in de Bijbel? We moeten erkennen dat we allemaal geneigd zijn dit te doen en te vaak dit te doen. Waarom zouden we niet de veel veiliger lijn aanhouden: pas de tijd aan aan de Bijbel. Zeker, ik ben dan ook bang dat we onze samenleving verliezen en dat is natuurlijk betreurenswaardig. Maar welk argument voert men aan tegen de vrees dat we in het andere geval het Woord van God verliezen? Beseffen we met elkaar wel voldoende wat dat betekent? Dit geldt niet alleen voor de opstellers, maar evengoed voor ons allen.

Ik kom tot een ethisch bezwaar. Jezus grondt de huwelijksopvatting op de schepping. Ik heb dat reeds hierboven vermeld. Paulus verbindt de positie van de vrouw aan de schepping. Het kan niet anders of deze argumenten moeten het leven laten. Misschien is het daarom dat sommigen zo makkelijk denken over een vrouw op de kansel? Het is dan niet alleen historisch gedateerd, maar ook historisch geheel vervluchtigd. Dat is heel wat radicaler.

Ik kom nu tot het kerkordelijke bezwaar. Uit het bovenstaande vloeide reeds voort, dat men in strijd komt met de bestaande en de thans vigerende belijdenis, in casu met de Heidelberger. De kerkelijke weg vraagt ons dat we, bij een opkomend bezwaar tegen de belijdenis, een gravamen indienen. Heeft men bezwaar tegen een deel van de belijdenis, dan kan men dat kenbaar maken aan de kerkenraad waar men onder valt. In het verleden is dat op bepaalde onderdelen wel gebeurd. In de PKN ligt dat anders. Je zou je kunnen verbazen dat iemand als G. van den Brink gewoon elke zondag kan voorgaan in gemeenten van de Gereformeerde Bond. Dat is een contradictie. In onze kerken ligt dat anders. Ik trek hier natuurlijk geen lijnen, maar een kerkenraad moet zich tenminste bezinnen op de consequenties van deze uitspraken. Wordt er geen gravamen ingediend, dan moet de actie uitgaan van de kerkenraad, denk ik. En natuurlijk hebben ook andere kerkenraden de mogelijkheid om aan de bel te trekken. Maar dan moeten we weer bang zijn voor de kerkelijke procedures, bijvoorbeeld dat we als kerken dan gaan onderzoeken of Adam wel echt geleefd heeft, enz. Maar gewoon deze nieuwe zienswijzen uitroepen zonder blikken of blozen, dat kan niet. Laten we dan eerlijk zijn en de goede weg bewandelen. Het lijkt er natuurlijk op dat ik hier op de man speel. Maar, al wil ik dat niet, Huijgen is natuurlijk wel de enige mij bekende naam die ik aantref bij de auteurs. Dus ik verklaar dat ik op geen enkele manier afbreuk wil doen aan de goede bedoeling n de oprechte intenties van Huijgen. Ik hoop dat we op deze manier een goede communicatie uit het verleden kunnen voortzetten. Maar broeder, denk hier wel over na en overweeg het gevaar dat u het geloof van anderen zult “verkeren”, zoals Paulus zegt (2 Tim. 2:18). Hoeveel verwarring kunnen deze zaken te weg brengen!

Tenslotte:

Dit artikel werd geschreven onder tijdsdruk. Het leek me goed dat het niet al te lang op zich zou laten wachten. Een reactie van ons bestuur na vier weken (want zo lang zou het dan duren) zou bezwaarlijk zijn. Dus heb ik mij bepaald tot het verslag van het RD. Het ligt wellicht in de bedoeling dat de feitelijke inhoud van dit nieuwe statement in enkele artikelen die nog volgen, aan een nadere toetsing zal worden onderworpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Iets Vreemds, Iets Nieuws

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's