Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en Twijfel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en Twijfel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende” (Jak. 1:6)

Bent u ervan overtuigd dat de Heere u wil zalig maken? Wil de Heere mij wijsheid geven, als ik Hem er om bid?

Ziedaar twee vragen die velen kunnen kwellen. Onze tekst spreekt van het geloof als een vereiste. Wie niet in het geloof bidt, mene niet dat hij iets ontvangen zal van de Heere, zo lezen we in het vervolg. Hier kan de oorzaak liggen dat velen in onbekeerlijkheid en gemis hun weg gaan.

De apostel stelt hier dus het geloof als voorwaarde. En dat gebeurt op veel meer plaatsen in Gods Woord. Wie tot God komt, moet geloven dat Hij is en een Beloner is van degenen die Hem zoeken. De Heere Jezus sprak tegen de vader van de maanzieke knaap: Alle dingen zijn mogelijk degene die gelooft.

Het lijkt erop, dat de mens zelf ook in staat is om die voorwaarde te vervullen. In ieder geval legt Jakobus deze voorwaarde op ons bord.

Want twijfel, de grote vijand van het geloof, zet een vraagteken achter Gods Woord en beloften. Twee beelden worden gebruikt, om die twijfel te verklaren. Eerst vergelijkt Jakobus twijfel met een golf op zee. Deze kan hoog en laag gaan. Golven horen bij de zee. Ze ontstaan als de wind zich verheft. Iedere zeeman weet dat deze golven een bedreiging zijn. Je kunt erin omkomen. Zo is het ook met de golven van de twijfel. Op de levenszee roepen deze golven angst en paniek op. Denk maar aan de discipelen.

Daarna spreekt Jakobus over een dubbelhartig mens. Iemand met twee zielen. Het ene hart zegt: ja en het andere: nee. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan. Dit beeld is herkenbaar. Ja en nee kunnen met elkaar vechten in je binnenste. Er zijn mensen die dat op een ernstige manier ondervinden. Maar een zekere tweeslachtigheid kenmerkt de meeste mensen. Bovendien komt deze aanduiding in de buurt van hen die de Heere vrezen. Als ze het goede willen, vecht het kwade dat aan. Wat moet je dan? Nu is een kind van God niet dubbelhartig; hij kan wel een baar van de zee gelijk zijn. Een dubbelhartig mens is onbetrouwbaar; een Thomas (tweelingbroer) is dat niet. In Gods volk zal het goede overwinnen.

Maar, zo denkt u misschien, hoe kan ik geloven, hoe kan ik het zeker weten?

Er is toch ook een uitverkiezing en deze wordt ook in Gods Woord genoemd. Deze staat er ook voor u en mij. Hoe kun je daar dan zeker van zijn? Maar bedenk dan dat het geloof God houdt aan Zijn Woord. De rede kan wel zeggen: je kunt het nooit zeker weten. Maar het geloof klemt zich vast aan de belofte. Het kan zeggen: Ook al is er een verkiezing, de Heere heeft mij Zijn Woord gegeven.

Een andere golf maakt het u ook al niet gemakkelijk. Het is een moeilijke afweging: Ik twijfel niet aan God, maar wel aan mijzelf. Dit begrijpen al Gods kinderen. Gelukkig dat u niet aan de Heere twijfelt. Kunt u dat in oprechtheid zeggen? Daar mag u niet aan twijfelen. Maar aan uzelf? Genoeg reden om die twijfel te voeden. U voelt u niet arm, u bent niet gelovig, u bent niet ernstig genoeg, u vreest een huichelaar te zijn. Ik kan deze twijfel heel goed begrijpen. U kunt bij momenten twijfelen aan uw geloof; u moet daar zelfs bij tijden ook wel eens een vraagteken achter zetten. Hier golft het zwaar op de levenszee. Twijfel maar aan uzelf. Maar vlucht dan met uw boosheid, met uw zonden, met uw ongeloof tot de Heere. Dan komt u toch aan bij het vaste punt, dan bouwt u op de vaste grond. Zo is er ook op dit punt wel een uitweg!

Dan is er nog een andere vorm van twijfel. Een mens kan toch niet geloven? U merkt het zelf soms. Gods Woord zegt het u ook: er is nu eenmaal geen vreze Gods voor hun ogen. Gods Woord spreekt toch over de mens als dood in zonden en misdaden?

En er staat toch ook dat het geloof een gave Gods is? Het is toch niet desgenen die wil noch hij die loopt? Hoe kunnen deze invallen de ziel kwellen. En gesteld nu eens dat u het wel kon. Zou u dan dus geloven? Het is zwaar, lezer, om het niet te kunnen. Daar mogen we niet overheen lezen. Het is zwaar als de duivel zegt: Gij hebt geen heil bij God. Maar wat zegt de Heere? Geloof alleen. En dat zegt Hij niet voor niets. Als Hij het eist, schenkt Hij het ook. Geloof dan maar nooit in uzelf; zodoende houdt u niets over dan de belofte van God: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Twijfel daar nooit aan!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Geloof en Twijfel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's