Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed om de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed om de Heilige Geest

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! Hooglied 4:16

Sjir-Ha-Sjiriem, zo heet dit boekje in het Hebreeuws: Lied der liederen. Dat wil zeggen, het is het mooiste, het hoogste van alle liederen. Dit Hooglied is geschreven door koning Salomo. En hij bezingt daarin zijn liefde voor zijn bruid, een eenvoudig plattelandsmeisje uit Sulam. Ja, Salomo had wel meer vrouwen, helaas, om allerlei politieke redenen. Maar ik denk dat we mogen zeggen dat Sulammith de liefde van zijn leven was. Hij hield zoveel van haar, dat hij voor haar een liefdeslied schreef. Waarin hij op intieme wijze beschrijft hoe lief en mooi hij haar vindt. Hij vergelijkt haar in hoofdstuk 4 met een paradijselijke tuin, waarin de prachtigste bomen, planten en bloemen staan, met schitterende kleuren en heerlijke geuren. En de bruid spreekt in dezelfde beeldtaal haar verlangen naar hem uit: ‘o dat mijn liefste tot zijn hof kwame…’

De sleutel tot het verstaan van het Hooglied ligt in Efeze 5:31-32. Daar legt Paulus een verband tussen het zuivere huwelijk en de verhouding tussen Christus en de ware gelovigen. Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot één vlees wezen. Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente. Christus heeft Zijn Gemeente lief, net zoals Salomo zijn bruid lief had. En de Gemeente kent datzelfde verlangen naar Christus als waarmee de bruid naar Salomo verlangde. En de verwondering van de bruid wordt door de ware gelovigen herkend. Want waarom heeft koning Salomo nu zo’n eenvoudig plattelandsmeisje liefgekregen? Hij kan haar vergelijken met een paradijselijke tuin, maar zij spreekt over zichzelf in woorden die eerder aan een woestijn doen denken. In vers 15 vergelijkt ze Salomo met een fontein van stromend water. Dat impliceert dat ze zichzelf ziet als een droge woestijn die naar water snakt. En daarom bidt de bruid om de werking van de wind. De harde en koude Noordenwind die alle dode bladeren wegwaait, die alle dode takken afbreekt. Maar ook om de warme Zuidenwind, die de vroege en spade regen meebrengt, waardoor de tuin vruchtbaar wordt. Hiermee spreekt ze uit dat ze haar slechte eigenschappen wil kwijtraken en haar bruidegom ongeveinsd wil liefhebben.

We mogen de lijnen doortrekken naar het geestelijke huwelijksleven van Christus en Zijn bruidsgemeente. En dan mogen we opmerken dat voor de woorden ‘wind’ en ‘geest’ in de grondtaal één en hetzelfde woord wordt gebruikt. En het werk van de Heilige Geest wordt in de Schrift ook nogal eens vergeleken met de wind. Denk aan Johannes 3: ‘De wind blaast waarheen hij wil (…) alzo is het met een iegelijk die uit de Geest geboren is’. En was ‘het geluid als van een geweldige, gedreven wind’ niet één van de tekenen van de uitstorting van de Geest? Op grond van deze gegevens mogen we zeggen dat onze tekst één van de Oudtestamentische gebeden om de Heilige Geest is. Christus’ bruidsgemeente kent dit gebed. Ze heeft weet van het hart van de mens: een dode woestijn, een verderfelijke plaats. Wat heeft ze de Geest van uitbranding en oordeel nodig. Die alle aardsgezindheid, vleselijkheid en goddeloosheid wegwaait. De Geest Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, waardoor ze leert sterven aan zichzelf. Maar ze heeft ook de Geest der genade en der gebeden nodig, Die in alle waarheid leidt. Om het geestelijke leven te verkwikken en te verlevendigen. Opdat de specerijen mogen uitvloeien en er vruchten gaan groeien. En dan bidt de bruid om de komst van de Bruidegom. ‘O dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame…’. Leest u goed mee? Als de bruidskerk bidt om de Geest, dan zegt ze: ‘mijn hof’, met een kleine letter. Want al die ongerechtigheid en die dodigheid is van haar. Maar als de tuin gaat bloeien, en geuren en vruchten voortbrengt, dan zegt ze: ‘Zijn hof’. Met een hoofdletter. Want die vrucht is uit Hem. De bruid spreekt van haar verlangen om vruchten voort te brengen van bekering en geloof. En dat zij een liefelijke reuk zou mogen voortbrengen. Want dat zijn de ‘edele vruchten’ waar Christus van geniet. Als Hij een verbroken hart ziet, en een verslagen geest. Dan is er blijdschap in de hemel vanwege de vrucht van bekering. Hij verheugt Zich als er geloofsoefeningen zijn, als de liefde werkzaam is, als de levende hoop wordt beoefend. Want dat is allemaal vrucht van het werk van Zijn Geest.

Geliefde lezer, hoe staat het erbij in de tuin van uw ziel?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Gebed om de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's