Justinus Martyr, verdediger en uitlegger (4)
Gesprek met Trypho
Nadat we enkele keren hebben stilgestaan bij het leven van Justinus Martyr, willen we ons in het tweede deel van deze korte artikelenreeks verdiepen in een belangrijk gedeelte van de Dialoog met de Jood Trypho. Zoals we al zagen, gaat het hier om een gesprek dat Justinus gevoerd heeft met een joodse vluchteling. In dit gesprek probeert Justinus Trypho ervan te overtuigen, dat de Heere Jezus de in het Oude Testament beloofde Messias is. En vooral probeert hij Trypho te bewegen tot het geloof in Christus. Steeds verwijst Justinus daarbij naar het Oude Testament.
Op zeker moment – het is dan al de tweede dag van het gesprek – zegt Trypho: ‘U weet wel dat ook heel ons geslacht (de joden) de Christus verwacht, en wij erkennen, dat al de Schriftplaatsen die u opgenoemd hebt, met het oog op Hem gesproken zijn’ (Dialoog, 89). Maar dan komt er van de kant van Trypho een belangrijk bezwaar. Onaanvaardbaar is voor hem, dat de Christus ook gekruisigd moet worden: ‘Maar of de Christus zo smadelijk gekruisigd moest worden, daarover zijn we in onzekerheid. In de wet wordt toch gezegd dat de gekruisigde vervloekt is. Zodat ik op dat punt hoogst kwalijk te overtuigen ben’ (Dialoog, 89).
Bezwaren tegen het kruis
Trypho legt zelf al uit wat zijn bezwaren zijn tegen een gekruisigde Christus. Ten eerste is de kruisiging een smadelijke dood, in de tijd van de Romeinen gereserveerd voor de ergste misdadigers en ongehoorzame slaven. Zou de Christus deze smadelijke dood moeten ondergaan? Ten tweede is de kruisiging in de ogen van de joden ook een vervloekte dood. In Deuteronomium 21: 23 staat immers: ‘een opgehangene is Gode een vloek’.
Onwillekeurig denken we bij Trypho’s bezwaar aan de woorden van Paulus in 1 Korinthe 1: 23: ‘Doch wij prediken Christus den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis’. Laten we de lijn intussen ook maar doortrekken naar onszelf.
De gekruisigde Christus is niet alleen voor joden, maar voor alle godsdienstige mensen een ergernis. Het kruis van Christus predikt ons namelijk, dat God van Zijn recht geen afstand doet, en dat dit recht volkomen genoegdoening eist. Het predikt ons dat wij met onze hemelhoge schuld tegenover God en Zijn Zoon volkomen onmachtig zijn om te betalen. Het predikt ons dat wij vloekwaardige zondaren zijn, die alleen zalig kunnen worden door het offer van een Ander. En van die zaken is niet alleen Trypho afkerig, maar wij allen van nature.
Typen van Christus
Nadat Trypho zijn bezwaren naar voren gebracht heeft, krijgt Justinus het woord. Om te beginnen wijst hij erop dat we in het Oude Testament niet alleen profetieën, maar ook ‘voorafbeeldingen’ (typen) van Christus tegenkomen: ‘Alles wat de profeten gezegd en gedaan hebben, openbaarden ze in gelijkenissen en typen, met het doel dat … degenen die de waarheid zochten, moeite zouden doen om haar te vinden en te leren kennen’ (Dialoog, 90).
Het is belangrijk om hier even stil te houden. Want Justinus reikt ons hier als het ware een sleutel aan om Christus ook in het Oude Testament te vinden. Het is zijn diepe overtuiging – en die overtuiging laat zich aanwijzen bij veel kerkvaders – dat we in het Oude Testament allerlei ‘typen’ van Christus terugvinden. De komende Christus werpt Zijn schaduw vooruit in het Oude Testament.
Een bekend Bijbels voorbeeld is Jona. Drie dagen bevond hij zich in het ingewand van de vis. De Heere Jezus Zelf zal later zeggen: ‘Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde … En zie, meer dan Jona is hier’ (Mattheüs 12: 40-41).
Ergens anders in zijn werk legt Justinus uit, hoe het kan dat er allerlei ‘typen’ van Christus in het Oude Testament te vinden zijn. Volgens Justinusheeft de Heere allerlei gebeurtenissen in het leven van Bijbelheiligen bewust zó geleid, dat ze als het ware een profetische afbeelding vooraf vormen van de komende Christus. Een typologische benadering van het Oude Testament is ten diepste te danken aan de eenheid van Gods heilsplan – een gedachte die Justinus’ tijdgenoot Irenaeus van Lyon sterk zal benadrukken.
Hoe lezen wij het Oude Testament?
Van de kerkvaders in het algemeen en van Justinus in het bijzonder kunnen we leren om ook in het Oude Testament te zoeken naar Christus, en om oog te hebben voor het profetische karakter van het Oude Testament. Daarmee wordt geen pleidooi gevoerd voor het willekeurig vergeestelijken van allerlei geschiedenissen. Helaas is dat ook nogal eens voorgekomen in de kerkgeschiedenis.
Altijd zullen we eerbiedig en biddend moeten luisteren naar de Bijbeltekst. In de behandeling van het Oude Testament zullen we oog moeten hebben voor het historische karakter van de Bijbelse geschiedenissen, de (heils)historische verbanden en de geestelijke lessen die er in deze geschiedenissen liggen. Maar de kerkvaders leren ons vervolgens óók de vraag stellen: Zou het kunnen dat de Heere het leven van deze Bijbelheilige (bijvoorbeeld Jozef, Aäron, Salomo) zó heeft geleid met de bedoeling dat er een profetie in te zien is van Christus? Werpt de komende Christus hier Zijn schaduwen vooruit? Wie de Bijbel zo probeert te lezen, gaat niet alleen in het spoor van de kerkvaders, maar ook van de Schrift zelf!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2019
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2019
Bewaar het pand | 12 Pagina's