Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus’ dienen 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus’ dienen 22

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elk land heeft een regering nodig. Dit geldt ook van elke gemeente. Zelfs van elke gemeenschap of groepering. Wie bij het beleid van een gemeenschap betrokken is, heeft een verantwoordelijke taak en moet gericht zijn op een goede, verantwoordelijke samenwerking in belang van de gemeenschap die hij behoort te dienen. Dienen dient steeds in het vaandel te staan. Hebben we even gewezen op de werkelijkheid hoe het dient te gaan en waartoe. Een Kerk, een gemeente mag niet zonder ouderlingen, opzieners zijn. Is dit wel het geval, dan heeft zo’n gemeentelijke groepering geen bestaansrecht. Als een gemeente wordt geïnstitueerd, dan gaan ambtsdragers functioneren. Zij gaan de gemeente dienen. Een man als Paulus was ook doordrongen van de noodzaak van dienen. Vandaar dat hij zich betrokken wist bij de verkiezing van ouderlingen. Hand. 14:23. Toen Paulus het eiland Kreta bezocht ging hij naar alle ontstane gemeenten. Wat hij daar hoorde en zag nam hij goed in zich op en hij trok conclusies. Hij wilde orde op zaken stellen. Orde en regel bleken dringend nodig te zijn. Want het liet te wensen over. Er ontbrak leiding. Ouderlingen die leiding konden geven en toezicht hielden waren er niet. Althans die indruk krijgen we. De situatie in gemeenten liet ontstellende gevolgen zien en horen. Dwaalleraars van buiten de gemeenten vonden ingang in de gemeenten en zelfs bijval met meewerking. Er kwam een verkapt Joods drijven waardoor het Evangelie van vrije genade werd verduisterd. Men bleek niet in staat de dwaling te weerleggen met de gezonde leer des geloofs. We weten welke gevolgen dit had en wat het teweegbracht in gezinnen. We weten niet of er geen weerstand was. God de Heere heeft Paulus gezonden en tijdens zijn verblijf in de gemeente werd Paulus vurig van Geest. Het was geen ijver als van een Jehu. Paulus werd beheerst door de Geest en de liefde van Christus. Dat Christus de tempel heeft gereinigd, heeft ons veel te zeggen. De ijver van Gods huis heeft Jezus verteerd, verslonden. De ijver voor het huis Gods, voor de gemeenten, deed Paulus handelen. Werken. Het spreken van Paulus wijst op doen. Hij gaf opdracht allereerst aan Titus om in samenwerking met de gemeenten te komen tot het aanstellen van ouderlingen. We lezen in Titus 1:5 ‘Gelijk ik u bevolen heb.’ Dit spreekt Paulus met gezag. Als verkoren en gestelde apostel heeft hij autoriteit. Hij heeft autoriteit ontvangen van zijn Zender. Paulus doet in spreken en doen de wil des Heeren. In heilige verwondering en aanbidding mag en wil een gekozen ambtsdrager belijden: Ik ben een ambtsdrager en mag een ambt bekleden om ’s Heeren wil. In dienst van de Heere, voor de dienst van de Heere. Vanuit die overtuiging moest Titus aan het werk gaan. Kan hij aan het werk gaan. En dat niet zonder de toezegging van de hulp, de kracht en de leiding des Heeren. Hun geeft Hij moed en krachten die hopend op Hem wachten. Paulus liet het niet bij de opdracht, maar hij wijst ook op de vereisten waaraan een ouderling behoort te voldoen. Hoe zijn levensbeeld is: In gezin en samenleving. De toekomstige ouderling of opziener mag geen vreemdeling zijn van de Christelijke deugden. Samenvattend: Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten (Psalm 119:83). Een predikant, als het goed is, weet zich één met de levenshouding, de levenswijze van de ouderling, met de gezindheid om te dienen. Het is Bijbels herder en leraar te zijn. Dat mag niet ontbreken. In de dienst van de Heere dient er levensdrang te zijn om vast te houden aan het getrouwe Woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij beide om te vermanen door de gezonde leer en om de tegensprekers te wederleggen. Titus 1:9. Paulus zegt dat de gekozen ambtsdrager dient vast te houden aan het getrouwe woord dat naar de leer is. De kanttekening zegt dat het getrouwe woord het woord is dat geloof waardig is. Dat naar de leer is, dat is naar de zuivere leer van het heilig Evangelie. Die leer is uit God. Met het woord wordt bedoeld het gepredikte woord van God zoals het gepredikt is en wordt door de apostelen en door hun helpers. De inzet en levenswijze van de apostelen werd nagevolgd. Men was ervan overtuigd dat de leer, de verkondiging van het Woord, behoorde gegrond te zijn op en volledig in overeenstemming te zijn met Gods Woord. Hoge eisen mogen gesteld worden aan de verkondiging en vanzelf ook aan de catechese. Het huisbezoek, het ziekenbezoek, het particulier kontakt vallen er niet buiten. Welk een mogelijkheden kunnen er zijn in het ziekenhuis. Wat kan een persoonlijk woord, het betrokken horen, bij het ambtsgebed doen. Afkerigheid kan wijken en betrokkenheid, luisteren naar, kan ervoor in de plaats komen en zelfs meer. God de Heere geeft gouden uren. Zelfs als er in de nacht ziekenhuisbezoeken gebracht worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Paulus’ dienen 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's