Zelfonderzoek

Teellinck schrijft dat een christen zichzelf heel goed moet onderzoeken voor hij tot het Avondmaal des Heeren komt. We lezen over dat zelfonderzoek in 1 Kor. 11:28 ‘maar de mens beproeve zichzelf, en ete alzo van het brood en drinke van de drinkbeker.’ Het ware bruiloftskleed is nodig om op de juiste wijze aan te gaan aan het Heilig Avondmaal. Dit brengt met zich mee dat nagegaan dient te worden wat het ware avondmaalskleed is. Teellinck schrijft dat het bruiloftskleed bestaat uit zes delen. Een mens moet eerst en vooral een ware christen zijn voor hij ten Avondmaal mag komen. Het Avondmaal is immers ingesteld voor de ware gelovigen om hun ziel te voeden. De mens is van nature dood in zonden en misdaden. Een geestelijk dode heeft geen belang in voedsel voor de ziel. “Ieder weet immers dat voedsel voor levenden wordt bereid en niet voor doden.” Het is ook niet voldoende om een waar christen te zijn. Het kan immers gebeuren dat ware christenen een tijdlang op een verkeerde manier het Avondmaal gebruiken. Daarom is ook voor hen zelfbeproeving nodig.

Het ware berouw

Iemand is geen waar christen als hij geen waar berouw heeft. Berouw, droefheid over de zonde en afkeer van het kwade zijn nodig om tot het Avondmaal te mogen komen. De bittere kruiden bij het Pascha wijzen heen naar de bittere kruiden van berouw en droefheid over de zonden. De zonden dienen verlaten te worden en er dient bekering tot God te zijn. Niet iedereen heeft evenveel verdriet over zijn zonden. Het is erg wanneer onnadenkende mensen er echt van overtuigd zijn dat zij berouw hebben, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Hoe kun je weten dat je echt berouw hebt over je zonden? Als je niet alleen over bepaalde zonden berouw hebt, maar over alle zonden. Wie echt bekeerd is, is een vijand van alle zonden. We lezen in Psalm 119:110 ‘Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.’

Waarschuwing

Wie het ware berouw mist, moet gewaarschuwd worden. Hij kan en mag niet aangaan aan de tafel des Heeren. Teellinck schrijft “Die durft zijn zoete en smakelijke zonde als het ware onder de tong te houden.” Velen willen best een bepaalde zonde laten, maar de zonde waar zij erg op gesteld zijn, willen ze aan de hand houden. “Die zonde hebben zij lief als hun rechteroog en heeft voor hen de waarde van de rechterhand.” Een gierig mens wil strijden tegen alle zonden, behalve tegen zijn geldzucht. Een ander blijft verslaafd aan de drank of het dobbelspel. Maar zij bedriegen zichzelf. Het rechteroog moet uitgerukt worden en de hand moet afgehakt worden. Een man kan er toch geen genoegen mee nemen dat een overspelige vrouw al haar minnaars aan de kant zet, behalve één op wie ze bijzonder gesteld is. Zo wil de Heere dat er gestreden wordt tegen alle zonden. Wie niet tegen alle zonden strijdt heeft geen bruiloftskleed aan. “Deze Bruidegom wil Zich niet op de mond laten kussen door hen die ook nog op een schandelijke manier de wereld kussen en liefhebben.”

Aansporing

Ieder die wil aangaan aan het Heilig Avondmaal wekt Teellink op om hart en leven nauwkeurig te onderzoeken. Hij spoort aan om na te gaan wat er in handel en wandel en in het hart niet in orde is. Hij verwijst daarbij naar de Israëlieten. Zij moesten voordat zij het paaslam aten eerst alle zuurdesem uit de huizen verwijderen. Zo moeten Gods kinderen alle zuurdesem van de zonde uitzuiveren en verwijderen. Teellinck noemt overdadigheid, lichtzinnigheid, hoogmoedig pronken met kleding en onderlinge ruzies. Velen laten zo’n voorbereiding geheel of gedeeltelijk na. Alles wat te verbeteren is in huis en hart dient verbeterd te worden. Maar hoe moet dat gebeuren?

Middel

“Dat middel is: denk aan de Heere Jezus Christus als u zich voorbereidt tot de tafel des Heeren. Houd de Heere Christus in gedachtenis; dat vraagt onze tekst van ons. Vergeet niet dat het uw zonden zijn geweest – als u althans een waar christen bent – die de Heere Christus in de dood hebben gebracht. De doornenkroon waarmee Hij werd gekroond, de spijkers waarmee Hij werd vastgenageld en de spies waarmee Hij werd doorstoken hebben de Heere Jezus niet zoveel pijn gedaan als juist uw zonden! Het waren niet alleen de doornen, de stokslagen en de spijkers, maar het was vooral de toorn van God tegen de zonden die Hem het meest heeft benauwd.” In de hof van Gethsemane zweette Christus grote druppels bloed die op de aarde dropen. Hij werd geperst door de last van de zonden der Zijnen. Het bloed drong van alle kanten uit Zijn lichaam. Hieraan moet gedacht worden als u zich voorbereidt om naar het Heilig Avondmaal te gaan. Aan welke zonde wilt u nog vasthouden? Dronkenschap of een onverzoenlijke houding? Strijdt tegen alle zonden. Ook uw geliefkoosde zonde heeft Christus doorstoken. Breek ermee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen