Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mijn vragen, uw antwoorden (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijn vragen, uw antwoorden (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag die nog voor ons ligt en die ik u ter overweging en beantwoording heb voorgelegd is de vraag over de tollenaar Levi, die tijdens zijn tollenaarswerk door de Heere Jezus werd geroepen en die aan die roeping terstond gehoor gaf. Moet er niet wat zijn vooraf gegaan in het hart van Levi? Moet er niet eerst zondekennis zijn? Geen mens zal toch zomaar de Heere Jezus gaan volgen?

Op deze vraag heb ik heel mooie antwoorden gehad. Ik was daar heel blij mee en was er zelf nog weer door getroost. Hartelijk dank daarvoor. En ik geef de antwoorden maar gewoon door. Opdat het tot lering van meerderen mag zijn.

Iemand van onze lezers antwoordde: “Over Levi nagedacht. Hij zal zich niet gelukkig hebben gevoeld, hij werd genegeerd en veracht door zijn volk vanwege zijn werk voor de Romeinen. Maar Gods roeping is onwederstandelijk. Ook Paulus preekte terstond Christus. Daarna zal Levi aan zijn zonde verder ontdekt zijn geworden. Gezien zijn geschreven evangelie (het evangelie naar Mattheus), is hij toch van grote betekenis geworden in Gods Koninkrijk en nog voor ons in deze tijd”. Ja, dat is waar: gelukkig heeft hij zich niet gevoeld, want een leven in de zonde geeft geen vrede, Jesaja 58:21.

Een andere lezeres zegt dat er misschien wel onbewust onrust bij Levi was, als een werk van de Heere, terwijl hij zich daar niet zo bewust van was. Mooi vind ik wat u schreef: “Ik vind het zo troostrijk dat de Heere altijd de Eerste is, dat het niet van mij afhangt, want dan kon het nooit meer goed komen tussen Hem en mij. Maar nu mag mijn hoop op Hem zijn, halleluja!”

Inderdaad gaat alles van God uit. Wie dat belijdt zegt daarmee immers dat er van hemzelf geen enkele verwachting is. Het geeft wel hoop op God!

De volgende reactie, afkomstig uit Ommen, is ook heel mooi en treffend. Ik laat u mee lezen: “Levi werd door de Heere Jezus geroepen als zondaar. Hij lag midden in de dood. Niets in hem vroeg naar de Heere. Maar de Heere vroeg naar Levi, toen Hij zei: Volg Mij. Toen Hij dat zei werd terstond de liefde bij God vandaan in zijn hart uitgestort. Er kwam bekering, want hij stond op en keerde zich naar de Heere Jezus. Hij liet alles achter, zijn werk, geld en alles wat hem voorheen lief was. Maar op Jezus’ Woord ging hij Hem volgen. Hoe dat kwam? Jezus spreekt altijd krachtdadig als Machthebbende. Dat begon al in de schepping: Er zij licht! En er was licht! Zoals het ging in de schepping, zo gaat het ook in de herschepping. Het is het Woord dat door de Heilige Geest vrucht gaat dragen: Ik wil, en zij zullen. Geen enkele grond of voorwaarde in Levi. Wij willen als grond aanbrengen: onrust, zondekennis, enzovoort. Maar de ene, ware grond is de Heere Jezus Zelf”.

Een bijzonder duidelijk antwoord, waar we gerust amen op mogen zeggen.

Ook met het antwoord uit het hoge noorden kunnen we van harte instemmen. Ik zal het vanwege de lengte wat inkorten, eigen woorden gebruiken, maar ook citeren. Op veel plaatsen wordt de tollenaar in een adem genoemd met zondaren. Ze waren vaak corrupt en heulden met de vijand. “Het was geen reclame als iemand tollenaar was, zegt Mattheus zelf. Ik was die tollenaar: Mij in de kuil gezonken, mij heeft Hij hulp geschonken. Levi hoort de roepstem en breekt met zijn duistere praktijken en volgt van de ene op de andere dag de Heere Jezus. Hoe dat komt? Volgens Spurgeon zijn twee woorden genoeg: Volg Mij, om een mens in te winnen voor Hem. Woorden die door de kracht van de Heilige Geest het hart raken. De machtsroep van Jezus trekt Levi uit zijn zondig bestaan”.

Onze geachte lezer gaat verder in op het wel gemaakte onderscheid tussen inwendige en uitwendige roeping. De Heere bereikt het hart en daarvoor komt Hem alle eer toe. Maar als het niet verder komt dan het oor is dat enkel schuld aan onze kant. Nog iets uit de brief: “Een blik van Jezus ontwapent Levi geheel. Wat vaders vermaan niet vermocht, waarvan de verachting van het publiek hem niet weerhouden heeft, waarvan de kerkelijke tucht hem niet afgehouden heeft, dat doet die ene blik van Jezus alleen. Die ogen doen geweld, doen wonderen”.

Tenslotte het volgende citaat: “Wat gaat alles eenvoudig toe. Levi wordt genodigd de Heere Jezus te volgen. Dat is de Tweede Persoon uit het Goddelijk Wezen. Wij hebben daar zo onze dogmatiek voor: eerst krijgt men te doen met God en wordt zondaar en dan leert men Christus kennen. Dat mag allemaal zo wezen, maar hier geschiedt dit niet. Wij moeten God in het werk der bekering maar geen wetten stellen. Hij krijgt terstond Jezus te zien op de eerste dag van zijn bekering. En hij mag Hem volgen. Geloof maar gerust dat Levi wel alles geleerd heeft wat tot zaligheid nodig is. Bij Jezus is Levi in goede handen. Hij komt bij Jezus op school om van Hem alles te leren”.

Ten slotte: de originele vraagstellers hebben wat langer op hun antwoord moeten wachten. Het ging dit keer via een omweg. Maar ik hoop wel tot tevredenheid! Met een hartelijke groet van

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Mijn vragen, uw antwoorden (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2019

Bewaar het pand | 12 Pagina's