Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat hebben deze schapen gedaan?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat hebben deze schapen gedaan?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige keer besprak ik het recent herverschenen boek van ds. M.A. Kempeneers Waar is ons kind? In dezelfde weken kwam er een soortgelijk boekje van ds. A. Schot (Ger. Gem., Nunspeet) uit. Hij schreef het “om zulke ouders bij te staan in hun verdriet”. Ook hier treft ons de tere en betrokken toon. Woorden schieten tekort, zo is de titel van het eerste hoofdstukje. Dat is terecht gezegd. Alleen wie zo’n verlies meemaakte, weet wat het is. Tegelijkertijd mogen we beseffen dat Gods voorzienigheid over alle dingen gaat; ook over het verlies van een lief klein kindje. Het Woord van de Heere reikt dan ook troost en leiding aan voor bedroefde vaders en moeders. Daaruit wil dit boekje dan ook putten.

Er komt veel aan de orde. Ik citeer een paar hoofdstuktitels. Enkele voorbeelden uit de Heilige Schrift. De visie op de erfzonde. Heeft het kind een ziel? Rondom de begrafenis. Het leven gaat door. De schrijver schroomt niet om ook zijn eigen ervaringen van verdriet en vertroosting in dezen met de lezers te delen. Ze zijn fijngevoelig onder woorden gebracht en zullen voor deze en gene lezer wellicht tot herkenning en bemoediging dienen.

Het boekje laat zich lezen als een pastoraal bedoelde handreiking. Met veel verwijzingen naar het spreken van de Heilige Schrift. Op meerdere plaatsen schrijft ds. Schot nadrukkelijk dat voor hem de belangrijkste vraag is: Wat zegt de Schrift? Ook wat onze belijdenis zegt, is daaraan ondergeschikt, voegt hij er veelbetekenend aan toe. Daarbij doelt hij dan vooral op gestelde vragen en gegeven antwoorden die betrekking hebben op “de staat van onze kinderen”.

Ds. Schot maakt er in zijn boekje nogal een punt van om vast te stellen dat we met een beroep op Gods Woord niet kunnen beweren dat alle jonggestorven kinderen (al dan niet kinderen der gemeente) zalig zijn. Op heel wat bladzijden maakt hij deze opmerking. En waar hij het niet uitdrukkelijk zegt, blijkt dit op veel andere pagina’s de achtergrond van zijn wat polemische woordkeus te zijn. Ik geef de schrijver toe dat de Bijbel dat ook niet met zoveel woorden zegt.

Toch zijn er nogal wat Godzalige schrijvers geweest die hierin heel wat ruimer dachten dan ds. Schot onder woorden brengt. Wilh. à Brakel, een onverdacht gereformeerd en bevindelijk prediker toch, schrijft in zijn Redelijke Godsdienst bijvoorbeeld: “Alle kinderen der bondgenoten, hetzij bekeerd of onbekeerd, hetzij voor of na het ontvangen van de Doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden zalig te zijn uit kracht van het Verbonds Gods, in hetwelk zij geboren zijn, en alzo te zijn kinderen des verbonds.” A Brakel wist zich in deze ruimhartige opvatting verbonden aan Dordtse vaderen als Petrus Plancius en Festus Hommius, felle bestrijders van de remonstrantse leer. Laatstgenoemde was scriba van de Synode van Dordt. In de Contra-remonstratie, de voorloper van de Dordtse Leerregels, hadden zij met andere gereformeerde leraren het volgende verklaard: “Dat voor Gods uitverkoren kinderen te houden zijn niet alleen de volwassenen, die in Christus geloven en die waardiglijk het Evangelie wandelen, maar ook de kinderen des verbonds, zo lang als zij metterdaad niet het tegendeel bewijzen, en dat overzulks gelovige ouders, wanneer hun kinderen in hun kindsheid komen te sterven, geen oorzaak hebben om te twijfelen aan de zaligheid van deze hun kinderen.” Het was ook de gedachte van Gomarus.

Wat is de achtergrond van deze milde en royale opvatting aangaande de jonggestorven kinderen bij onze vaderen? Het is het geloof in de welgemeendheid van Gods beloften en de waarachtigheid van Zijn trouwverbond voor de kinderen der gemeente. Dat doet het gewicht van de erfzonde en de ernst van de menselijke verdorvenheid, ook van onze kinderen, niet teniet. Ook zij kunnen in het rijk van God niet komen dan door het wonder van Gods genade, zoals ons doopformulier terecht beklemtoont. Maar tegelijkertijd betitelt datzelfde formulier de te dopen jonge kinderen als “erfgenamen van het rijk Gods en van Zijn verbond.” Op blz. 48 van zijn boekje schrijft ds. Schot dat het “wij en onze kinderen” van het formulier niet de gehele gemeente betreft. En even verder dat het er bij de doopsbediening niet om gaat of het gedoopte kindje in de verbondsbelofte deelt. Mijn vraag: hoe zijn zulke en andere beweringen te combineren met het duidelijke spreken van onze Catechismus in antwoord 74?

Bij al het mooie en tere dat in dit boekje te vinden is, ervaar ik een onnodig tekort aan bijbels en gereformeerd pastoraal spreken. Onze vaderen durfden over dit thema heel wat onbevangener – en daarmee troostvoller – te spreken en te schrijven. Tot slot nog een voorbeeld daarvan. Jacobus Revius, één van de medewerkers aan de Statenvertaling, schreef het volgende gedicht over Een ongedoopt kind.

“Mijn naam en vraag mij niet. Ontijdelijk geboren, / Eer ik het leven kend’ had ik het al verloren. / Het zegel des verbonds onwetend ik gemis, / Dies mij ook gene naam alhier gegeven is. / God, die van eeuwigheid tot een veel beter leven / Mij in des levens boek had nameloos geschreven, / Heeft mij om Christus’ naam ten hemel in geleid, / Waarin alleen bestaat der mensen zaligheid.”

N.a.v.: Ds. A. Schot, Wat hebben deze schapen gedaan? Uitgeverij Koster, Barneveld. Gebonden. 127 pag. ISBN 9 789 463 700 511. Prijs € 9,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Wat hebben deze schapen gedaan?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's