Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een puzzel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een puzzel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dank voor een vraag over Genesis 46. Een vraag van een mannenvereniging waar het boekje van ds. J. Westerink over Jozef behandeld wordt. De vraag gaat kort en goed over het aantal personen waarmee Jakob nu naar Egypte trok, nadat hij gehoord dat Jozef nog leefde.

Ik citeer:

“Het aantal namen mondt uit in de volgende aantallen: vers 15: drieëndertig zielen. Vers 18: zestien zielen. Vers 22: veertien zielen en vers 25 zeven zielen. Opgeteld zijn dat dus zeventig zielen. Maar in vers 26 staat dat het zesenzestig zielen betrof. Dan worden in vers 27 ook nog de twee zonen van Jozef genoemd, die geboren waren in Egypte. Daarna wordt het totaal genoemd die aan Jakobs huis behoorden en naar Egypte kwamen: zeventig”.

De vraagsteller geeft nog aan dat het weliswaar niet om een halszaak gaat, maar toch. Of ik deze puzzel kan oplossen. Welnu, ik houd wel van een puzzeltje, dus ik zal mijn best doen! En al gaat het dan niet om een halszaak, de gedachte zou zomaar op kunnen komen of het niet een fout betreft. En op grond van ons geloof in de inspiratie van de bijbel kan dat immers niet? Dus toch maar eens geprobeerd er achter te komen hoe het zit!

Als Jakob naar Egypte reist komt de Heere hem tegemoet en verschijnt Hij aan hem met een rijke belofte. Onder andere zegt de Heere dat Jakob in Egypte tot een groot volk zal worden. Wel, als zijn grootvader Abraham Jakobs gezin eens had kunnen zien, op weg naar Egypte, zou hij gezegd hebben: het is al een groot volk! Maar het zou zo groot worden dat het ontelbaar zou zijn. Zo talrijk als de sterren aan de hemel, lees maar Genesis 15 vers 5. Zo talrijk is het volk nu nog niet, dus deze puzzel moet op te lossen zijn.

Laten we allereerst vaststellen dat de groep reizigers, op weg naar Egypte, veel groter was dan 70. Want de vrouwen worden in dit hoofdstuk letterlijk niet meegeteld. In werkelijkheid hopelijk wel! Daarbij hadden ze allen hun nodig dienstpersoneel. Daartoe veel vee… Jakobs familie krijgt daarom niet zomaar een straat ergens aangeboden of een soortement vluchtelingenkamp, maar een hele provincie, het land Gosen. Heerlijk worden Gods beloften altijd vervuld!

In vers 15 wordt een tussentelling gemaakt en komen we met de kinderen en kleinkinderen van Lea op een totaal van 33, dat is 33 zonen en kleinzonen.

Dochter Dina wordt wel genoemd maar niet bij de 33 geteld. Twee zonen van Juda, Er en Onan, zijn wel meegeteld, hoewel die reeds gestorven waren. Formeel gaat het dus over 31 mannelijke nazaten van Lea die op weg gaan naar Egypte.

In vers 18 wordt opnieuw een tussentelling gemaakt en zien we dat het aantal kinderen en kleinkinderen van Zilpa, de díenstmaagd van Lea, 16 bedraagt. Eigenlijk 17. Maar hun zus Sera wordt, evenals Dina, niet meegerekend.

In vers 22 wordt vastgesteld dat Rachels nakomelingen 14 zonen en kleinzonen betrof, hoewel op het moment van de reis Jozef en zijn twee zonen reeds in Egypte waren.

Tenslotte worden de nazaten van Rachels dienstmaagd genoemd: in totaal 7 personen.

Al deze mannelijke nazaten zijn in totaal 70. Dit komt overeen met de 70 genoemd in vers 27.

Bij het aantal van 70 moeten we dus denken aan het werkelijke aantal zonen en kleinzonen van vader Jakob. Het werkelijke aantal dat met Jakob in Egypte arriveerde was echter 66, zie vers 26. Want er waren reeds 2 kleinzonen gestorven (Er en Onan) en in Egypte verbleven er al 2, Manasse en Efraim.

De vraagsteller ziet echter iets over het hoofd. Daar moeten we ook nog even naar kijken. De Septuaginta, de griekse vertaling van het oude testament, spreekt in Genesis 46 vers 26 namelijk van 75 personen in plaats van 70. Dit zou kunnen komen omdat de Septuaginta Jakob en Jozef weg laten (waarom weet ik niet) en komt dan op een totaal van 68 plus nog 7 kleinzonen van Jozef, totaal 75.

Dit laatste getal had niet vermeld hoeven te worden (het is al ingewikkeld genoeg), maar Stefanus houdt in zijn rede in Handelingen 7 de Septuaginta aan en spreekt daarom van 75, zie Hand. 7 vers 14. Ik denk dat we zo alles op een rijtje hebben. Het was een hele puzzel, maar we zijn er uitgekomen! Hartelijke dank voor de vraag en alle leden van de mannenvereniging de hartelijke groeten!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Een puzzel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's