Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blaffen en grommen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blaffen en grommen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jona 1:1-2 En het woord des HEEREN geschiedde tot Jona, den zoon van Amitthai, zeggende: Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé.

God is van ons. Zo denken wij vaak. Hij is niet van de wereld, maar van ons. En de Bijbel is ook van ons. Het is wel Gods Woord, maar: voor óns. En als de wereld iets zegt over God of over de Bijbel, dan komen we in actie. Dan doen we net als een hond die blaft en gromt tegen iemand die te dicht bij zijn baasje komt. Is dat verkeerd? Niet persé. Natuurlijk mogen we opkomen voor de Heere en Zijn Woord. Dat gebeurt in de Bijbel ook heel vaak.

Paulus verdedigt het christelijk geloof tegenover de Grieken. Maar: niet vanuit de gedachte dat hij de Heere moet beschérmen tegen de Grieken. Niet vanuit de gedachte dat God van óns is. God is niet alleen de Schepper van kerkmensen. God is niet alleen de God van bevindelijk-gereformeerden. God is Schepper van alle mensen. En Zijn Woord is een Woord voor alle mensen. Zijn liefde gaat uit tot de hele wereld, zo zegt de Heere Jezus in Johannes 3. Niet de uitverkoren wereld, maar de goddeloze wereld.

Maar daar had Jona het knap moeilijk mee.

We gaan beginnen met het lezen van het boekje. Het gaat over de profeet Jona, de zoon van Amitthai. Dat is alles wat we van hem weten. Zijn eigen naam en de naam van zijn vader.

Althans uit het boekje zelf.

Vanuit 2 Koningen 14 komen we meer van hem te weten. Daar wordt verteld dat hij afkomstig was uit Gath-Hefer. Dat was een dorpje ten westen van het meer van Galilea.

Jona leefde in de tijd van de goddeloze koning Jerobeam II. Die volgde het voorbeeld van zijn zondige voorvader Jerobeam I. Hij handhaafde de kalverendienst in Dan en Bethel.

En wat verwachten we dan, als het volk zich in een eigenwillige godsdienst van de Heere afkeert? Wel, dan zal God dat volk straffen. Dan zal er een oordeel komen. Dan zullen er vijanden komen, of een hongersnood of een aardbeving. Om het volk weer tot bekering te brengen.

Maar wat zien we in 2 Koningen 14? Jona werd niet met een boodschap van oordeel gezonden, maar met een boodschap van vrede. Hij verloste hen van de onderdrukking van de Syriërs. Em dat mocht Jona aan Jerobeam en het volk profeteren. Toen al was Jona profeet van Gods genade. Zo heeft Jona de Heere dus leren kennen. En Jona was heel gewillig toen hij die boodschap aan zijn eigen volk mocht brengen. Hij vond dat toen helemaal niet moeilijk. Hij heeft niet geprotesteerd.

Maar, toen Jona moest gaan preken tot de heidenen, toen werd het anders. Toen was Jona helemaal niet gewillig. Toen rebelleerde hij, en hij ging er vandoor.

Hij moest naar Ninevé toe. Maak u op. Dat wil zeggen: ‘maak je gereed. Trek je schoenen aan, doe je jas aan en je gordel om.’ Jona wordt door God geroepen. En Hij moet luisteren, hij moet die opdracht aanvaarden. Want Jona is een profeet, hij is een geroepen knecht van God. En een roeping is wel wat anders dan ergens zin in hebben.

Jona solliciteerde niet naar een profetenbaan in Ninevé. Nee, hij werd geroepen.

Maar Jona gaat weigeren. Vanuit de gedachte dat God die heidenen maar aan hun lot moet overlaten. God is van Israël, en niet van Ninevé. Genade is er voor de Joden en niet voor de heidenen.

Denken wij misschien ook niet zo? Ik hoorde in een interview iemand zeggen dat God met het coronavirus de wereld straft. Het is een oordeel van God. ‘Wat is dan de reden dat God dat doet?’ zo vroeg de verslaggever. Het antwoord was: ‘nou, vanwege het homohuwelijk en vanwege de abortuspraktijk en vanwege de kerkverlating en zo.’

Heeft die man gelijk? God heeft toch redenen genoeg om de wereld te straffen? Wie zal het ontkennen. De mensheid is van God los. De zonden zijn ten hemel schreiend. Maar hebben wij wel reden om te blaffen en te grommen tegen de wereld? Vanuit de gedachte dat die slechte wereld onze God zo heeft beledigd? Zijn wij als kerkmensen in de positie om God te claimen voor onszelf? Of moeten wij als eerste in de schuld buigen onder God? Ik

denk het laatste.

Ds. M.A. Kempeneers

www.bewaarhetpand.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Blaffen en grommen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's