Paulus naar Rome
Paulus leefde met zijn lastbrief. Wat de Koning van de Kerk tot Ananias gesproken heeft is Paulus niet onbekend gebleven. Paulus werd gedreven om tot mensen, tot Joden en heidenen, te gaan.
Heel wat kilometers heeft Paulus gelopen. De zeereis bleef hem niet onbekend. Er was tegenwerking in woord en daad. Tijden bracht Paulus door in een gevangeniscel. Maar het werk in Gods Koninkrijk en voor Gods Koninkrijk werd niet gestaakt. De liefde tot Christus en Zijn Kerk en tot zondaren drong hem. Paulus wilde een navolger van Jezus Christus zijn. Hij wilde een middel in ’s Heeren hand zijn. Paulus wist dat de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was (Lukas 19:10). Iets van het levensprogram van Paulus lezen we in Hand. 19:21. Na intensief en niet zonder zegen in Efeze gewerkt te hebben nam Paulus voor in de geest na door Macedonië en Achaje gereisd te hebben naar Jeruzalem te reizen. Na in Jeruzalem geweest te zijn, moet ik ook Rome zien. Rome, de stad in het grote wereldrijk. In de tijd van het Nieuwe Testament was Rome door verschillende oorlogen opgeklommen tot een wereldmacht. De stad Rome was een koningsstad een keizersstad. Het was de residentiestad. Rome was het domein van de keizer geworden. De keizer werd gezien en erkend en aanbeden als godenzoon. Laten we over Lukas 2:1 niet heenlezen. Het heeft ons in verband met wat we verder lezen en weten veel te zeggen. Augustus was een erenaam. De keizer werd gezien en erkend als de Verhevene.
De naam en aanbidding had hij verdiend. Het ging nog verder dan deze erenaam. De keizer werd ook genoemd Heiland, Soter, Redder der wereld, Vader des vaderlands, Vredevorst. De tempel van janus was tijdens de regeringsperiode van Augustus gesloten. Dit was een bewijs dat er vrede was. De grootheid, de roem van de stad en de keizer, trok velen. De naamgeving Augustus is er het bewijs van. Maar let op, Paulus hoorde in de nacht de stem van zijn Zender in de gevangeniscel te Jeruzalem. De almachtige, alomtegenwoordige Jezus Christus komt overal. Waar Hij wil, waar Hij moet zijn, komt Hij. Weten we ervan?
Tot Paulus werd gesproken: Heb goede moed Paulus, want gelijk gij te Jeruzalem van Mij betuigd hebt, alzo moet gij ook te Rome getuigen, Hand. 23:11. Later spreekt de Heere in de kritieke stormnacht: Vrees niet Paulus, gij moet voor de keizer gesteld worden. Het beroep dat Paulus zelf op de keizer deed, staat daar niet buiten. De weg naar Rome werd een weg van belevenissen, van ondervindingen en zeker niet zonder vrees. Maar de Heere liet merken dat Hij van Paulus af wist. Er waren hartversterkende momenten. Mijlpalen. Daartoe behoorde de ontmoeting te Appiasmarkt met de broeders uit Rome. Paulus dankte God voor de ontmoeting en greep moed, Hand. 28:15. Calvijn schrijft: God heeft door de komst van de broeders het hart van Paulus verkwikt opdat hij zich te ijveriger zou haasten tot de verdediging van het Evangelie. De ijver en vrome bezorgdheid der broeders en hun meelevendheid heeft Paulus gesterkt. In hun plichtsbetrachting hebben de broeders getuigenis afgelegd van hun liefde tot Christus.
En het was voor Paulus een nieuwe versterking van zijn ijver. En hij bemerkte dat zijn volharding vrucht gedragen had. Want hoewel hij met een onverwinbare kracht begiftigd was, zodat hij allerminst van menselijke hulp afhankelijk was, heeft God toch, daar Hij de Zijnen op menselijke wijze pleegt te sterken, hem op deze wijze nieuwe kracht ingestort. Daar hij later in de kerker verlaten was, gelijk hij zich in één van zijn brieven beklaagt, is hij daarom toch niet moedeloos geworden, maar heeft hij onder de vanen van Christus niet minder dapper en onbevreesd gestreden, dan indien hij een grote menigte van hulptroepen ten strijde geleid had. Maar ook in die dagen was hem de herinnering van deze ontmoeting tot versterking, daar hij bedacht, dat er te Rome vele vrome broeders waren, maar die zwak waren en tot wier vertroosting hij gezonden was. Voor het tegenwoordige moeten wij ons dus waarlijk niet verwonderen dat Paulus op het gezicht van de broederen moed heeft gegrepen omdat hij de hoop had dat de belijdenis van het Evangelie niet geringe vruchten zou dragen. Want zo dikwijls God Zijn dienaren enige vrucht op hun werk laat zien, wekt Hij hen als met prikkels op dat zij gemoedigd in hun arbeid voortvaren. Op weg naar Rome wordt Paulus versterkt in de wetenschap dat hij van Godswege naar Rome moet. Het verlangen naar Rome leefde bij Paulus al een aantal jaren. Paulus had gehoord van een gemeente van Christus te Rome. Men denkt dat die gemeente te Rome ontstaan is door de vestiging van christenen in Rome. Samen vormde men de Christelijke kerk. Paulus leerde leden van de gemeente kennen. Een hele lijst van namen lezen we in Romeinen 16. Het horen van het geestelijk leven in Rome deed Paulus uitzien naar het contact met de christenen. In zijn brief aan de gemeente te Rome geschreven op de derde zendingsreis te Korinthe, laat op de eerste bladzijde al horen hoe de gezindheid van Paulus was en waar hij naar uitzag. Laat het ons gebed zijn: Heere, geef dat de levensgezindheid van Paulus ons beheerse.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020
Bewaar het pand | 12 Pagina's