Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘En dat Hij is van Cefas gezien’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘En dat Hij is van Cefas gezien’

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Korinthe 15:5a

Dominus surrexit vere. Met die woorden begroetten de christenen in het oude Rome elkaar op Pasen: Het zijn de woorden waarmee de terugkerende Emmaüsgangers werden begroet door de discipelen. De Heere is waarlijk opgestaan. Hoe wisten ze dat? Wel, Hij is van Simon gezien, zo lezen we in Lukas 24. Cefas betekent in het Aramees hetzelfde als Petrus. Cefas is dus dezelfde persoon als de discipel Simon Petrus.

Hoe was het bekend geworden dat Simon Jezus heeft gezien? Heel eenvoudig: Simon heeft het verteld. Hij heeft een persoonlijke ontmoeting gehad met de opgestane Heere Jezus. Hij moest de diepgevallen discipel met bijzondere zorg omringen. Want Petrus was duidelijk geweest: hij kende Jezus niet, hij had geen band met Hem. Maar de Heere hield Petrus vast, met Zijn ogen. En wat Petrus toen in die ogen las? Liefde; gekrenkte liefde, maar toch: liefde. En Petrus is wel de diepte ingegaan, maar hij werd door Jezus vastgehouden. Niet aan zijden draadje, maar – zo zegt professor Wisse ergens - aan een staalkabel van eeuwige liefde.

En zo werd het zondagmorgen. En toen kwamen die vrouwen met de boodschap die grote beroering teweegbracht. Zeg het Zijn discipelen en Petrus. En met al die dingen heeft hij de eenzaamheid weer opgezocht. Om na te denken, te bidden, om alleen te zijn. En toen is het gebeurd waar onze tekst van spreekt.

En toen is gebeurd wat Petrus nodig had. Toen werd er weggenomen wat zijn geestelijke rust en vrede zo in de weg stond. De zonde en de schuld. Toen mocht hij ervaren dat Jezus het goed maakte. Petrus kon dat niet. Ja, hij had wel berouw. Bitter heeft hij geweend. Hij bracht de nachten door met klagen. En dat is groot als dat mag gebeuren. Als er droefheid over de zonde mag zijn. Maar daarmee is het nog niet opgelost. Want berouw over de zonde is nog niet hetzelfde als vergeving van de zonde. Petrus ontving geen rust toen hij Jezus in de ogen keek. En ook niet toen hij naar buiten ging en daar bitterlijk weende. Petrus kon het ook niet doen met die boodschap voor hem apart. De onrust in zijn hart bleef.

Totdat hij die persoonlijke ontmoeting met Jezus kreeg. Hoe is dat gegaan? Wat is daar besproken? De Schrift zwijgt erover. Althans in directe zin. Maar als we onszelf afvragen: hoe gaat dat, als een arme zondaar, die door schuldbesef getroffen en verslagen is, wordt opgezocht door de Zaligmaker? Dan kunnen we vanuit de Schrift ongeveer wel weten wat er tussen Jezus en Petrus is besproken. Daar is het gegaan over de zonde. Daar heeft Petrus met David zijn zonde beleden. Ik heb gedaan wat kwaad was in uw oog.

Maar toen heeft Petrus ook ervaren dat de Heere Jezus alles goed maakte. In die persoonlijke ontmoeting. ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.’ Toen heeft Jezus Petrus niet alleen getoond waarom Hij moest lijden en sterven, maar toen kreeg hij deel aan de gerechtigheid van de opgestane Christus (Zondag 17).

Dat hebben wij ook nodig. Met minder kan het niet toe. Berouw te hebben is groot. Droefheid over de zonde te hebben, ach was het er maar meer. Maar het is de vergeving nog niet. En dat wordt gevoeld. Is God dan niet barmhartig? Ja, maar Hij is ook rechtvaardig, zo zegt zondag 4.

Alleen het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden. Om dat alleen over te houden in het gericht. En dat alleen als pleitgrond te gebruiken, door het geloof. En dan komt er in de oefeningen des geloofs rust mee, in de omhelzing van Christus, in Zijn beloften. Die zijn voor het geloof ja en amen.

Zullen we met bewustheid kunnen genieten van het geestelijke leven, dan moet er een grondslag, een fundament in ons leven gelegd worden. En we blijven een ongelukkig en onrustig mens totdat er enig bewustzijn is van ons aandeel in Christus. Dan beginnen we geestelijk pas te leven. Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Johannes 3:36).

Dat is het ware leven. Uit Christus, door Christus en tot Christus.

Zijn bloed en Zijn gerechtigheên, die zijn de losprijs en anders geen

Daarmee alleen kan ik voor God bestaan, wanneer hemel en aarde zullen vergaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

‘En dat Hij is van Cefas gezien’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's