Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Hogepriesterlijk gebed-2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Hogepriesterlijk gebed-2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Macht gegeven

In Johannes 18:2 staat ‘Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve.’ Christus is ten hemel gevaren en zit nu aan de rechterhand van God. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. “Hij is thans immers bekleed met de allerhoogste majesteit, zodat Hij in staat is om Zijn arm klein kuddeke, dat Hem in geloof aanhangt, maar dat in deze wereld zoveel verdrukking, schande en smaad lijdt, tot eer en heerlijkheid te brengen, dat is, tot het eeuwige leven.” Omdat Christus alle macht heeft ontvangen is Hij in staat om al de Zijnen van zonde, dood, alle onheil en ellende te verlossen. Dat kan Gods kinderen moed en troost geven in de strijd met de vijanden. Wat er ook gebeurt in de wereld, Christus beschermt en bewaart Zijn klein kuddeke. Na diepe vernedering ontving Christus grote eer. Zo zullen Gods kinderen verdrukking in de wereld ondervinden, maar daarna zal eeuwige eer en heerlijkheid gegeven worden.

Christus is God

In Johannes 18:3 wordt omschreven wat het eeuwige leven is. ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt.’ Het eeuwige leven is dus het kennen van God en van Jezus Christus. Luther wijst erop dat de kerkvaders zich op Johannes 18:3 hebben beroepen om de Godheid van Christus te benadrukken. Een mens kan het eeuwige leven niet geven, dat kan alleen God. In Joh. 18:2 staat duidelijk dat Christus dit eeuwige leven geeft. “En omdat alleen God dat geven kan, en niemand anders, moet daaruit noodzakelijkerwijs volgen dat Christus waarachtig en wezenlijk God is.” Het kennen van God de Vader en van de Zoon staat op één lijn. Ook daaruit volgt dat Christus waarachtig God is, eenswezens met de Vader. Het woordje ‘enige’ betekent niet dat Christus niet God zou zijn. Christus wil samen met de Vader gekend worden als de God Die het eeuwige leven geeft. Luther geeft aan dat de Joden, Turken en andere ketters de ene ware God niet kennen omdat zij Jezus Christus niet kennen.

Kennen

Het eeuwige leven begint niet pas na het sterven, maar het begint in dit leven met het kennen van God de Vader en Christus. Petrus spreekt in 2 Petrus 3:18 over het opwassen in de genade en kennis van onze Heere Jezus Christus. Gods kinderen kennen Christus Die door de Vader in de wereld gezonden is. Luther benadrukt dat zij alleen een christen zijn die God de Vader en Jezus Christus kennen. “Wilt u het eeuwige leven hebben, dan is er voor u geen andere weg en geen ander middel dan dat u de Vader kent, de alleen ware God, door Christus, Zijn Zoon, Die Hij in de wereld gezonden heeft. Wie u een andere weg wijst, misleidt en bedriegt u.” Door vroom te leven wordt het eeuwige leven niet verkregen.

Gezonden

Christus is door de Vader gezonden naar deze aarde om Zijn verlossingswerk te volbrengen. Christus is mens geworden en is gekomen om te doen al wat de Vader Hem had opgedragen. Hij is gekomen om de toorn van God te dragen, om een vertoornd God te verzoenen, om de duivel en de dood te overwinnen. Geen engel of heilige kon dit werk volbrengen. Dat heeft alleen Gods eniggeboren Zoon kunnen doen. Wat Gods Zoon heeft gedaan is van eeuwige waarde. In het zenden van de Zoon toont God de Vader Zijn hart en genegenheden, Zijn ondoorgrondelijke liefde en barmhartigheid. “Al vallen zonde, dood, wereld en duivel mij aan om mij alle moed te benemen en mij tot vertwijfeling te brengen, ik weet dat ik door Christus een almachtige en genadige Vader heb, en dat beiden, Vader en Zoon, mij bijstaan en voor mij strijden, zodat ik vrolijk en getroost de duivel met al zijn hellemachten kan trotseren, en met hem kan spotten en om hem kan lachen.”

Christus kennen

Luther laat goede werken en een goed leven wel in hun waarde als zij vrucht van het geloof zijn. Maar hij schrijft heel duidelijk “Kennen, wat voor een werk zou dat moeten zijn? Het is geen vasten en geen waken, het is niet zichzelf kastijden of iets anders doen wat het lichaam ondergaan kan of presteren kan. Het ligt geheel en al verborgen in de diepste grond van het hart, in onze innerlijkheid. Dus kennen is niet een prestatie van onszelf, het heeft geheel en al betrekking op hetgeen door Christus gedaan is, het gaat aan al onze goede werken vooraf. Pas na het kennen komen die goede werken, zij vloeien eruit voort. Een werk is iets wat door ons gedaan wordt, maar de kennis ziet op hetgeen wij ontvangen en mogen aannemen. Zo wordt dan door dit woord ‘kennen’ als door een bliksemstraal getroffen alle leer die rust op mensenwerk, of op geestelijke orden en culten, als zouden wij daardoor ons van de zonde kunnen bevrijden, God met ons kunnen verzoenen en genade kunnen verwerven.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het Hogepriesterlijk gebed-2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's