Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat wijkt, Gods Woord blijft!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat wijkt, Gods Woord blijft!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paulus heeft altijd kunnen werken. Daarbij behoort ook het schrijven van brieven. De lijst en inhoud van brieven staan in de Bijbel die God de Heere ons gegeven heeft.

Teksten, tekstgedeelten worden in de kerkdiensten behandeld. Bijzonder op of na Pasen heeft in de prediking 1 Korinthe 15 een plaats. Het is een uniek hoofdstuik. Het spreekt van de opwekking, de opstanding van Jezus Christus uit de doden en de vrucht daarvan. Welk een stof wordt in 1 Korinthe 15 gegeven voor de prediking. Ja, voor ons allen. Welk een Persoon is Jezus Christus. Door het alles machtige werk van de Heere geboren uit de maagd Maria.

Door de heilige werking van de Heilige Geest is Jezus Christus waarachtig mens geworden. Laten we bijzonder als dienaren hartelijk instemmen met de geloofsbelijdenis en de verklaring daarvan in de Heidelbergse Catechismus. Een levensgetuigenis. Verstaan we wat we in zondag 15 lezen over het woordeke ‘geleden’? Het waarom en waartoe? De overgang van Jezus Christus uit de staat van Zijn vernedering in de staat van Zijn verhoging? Als Profeet, Priester en Koning kunnen we over Hem lezen in het laatste deel van de evangeliën, het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen en niet te vergeten ook in de brieven van Paulus. Onder de brieven van Paulus zijn er die de naam dragen van gevangenisbrieven. De brieven aan de gemeente van Efeze, de gemeente van Kolosse en de brief aan Filemon. Gelovend dat zijn levenseinde naderde, heeft Paulus een brief geschreven aan zijn geestelijke zoon Timotheüs. Alles kunnen we lezen. Leven we erbij dat God de Heere dit lezen heeft gewild en mogelijk heeft gemaakt door vertaling? Ook het kunnen lezen is een gunst van de Heere. Ik denk nog weleens aan het leven in gemeenten. Vooral in de vijftiger jaren waren er nog analfabeten.

Hun handtekening was een kruisje. In de kerk kon er niet meegelezen worden en onbekende Psalmen konden niet meegezongen worden. Tijdens het eerste contact vertelde een christin mij: Toen de Heere in mijn leven kwam kreeg ik een bijzonder sterke betrekking op het Woord van de Heere. Het trof mij dat ik het Woord tijdens het lezen slechts kon aanhoren. Zelf lezen was geheel uitgesloten. Het gebed was: Heere, leer mij Uw Woord lezen. Met de hulp van een onderwijzer heb ik Bijbellezen geleerd. Het mag leven: Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door zijnen smaak en hart en zinnen strelen (Psalm 119:84). Wat ik daarna op een maandagmorgen met haar meemaakte wil ik graag doorgeven. Zondag voor de maandag zei moeder tegen haar twee dochters: Ik voel me niet goed en ik ga sterven. Vandaag moet je allen die in Den Haag wonen niet bellen. Ook de anderen niet. Het is vandaag zondag. Bel de dominee ook niet. Maandagmorgen ben ik op bezoek gegaan. Mij werd met overtuiging, rustig en met een zekere blijdschap, doorgegeven waar ze aan dacht en wat er zou gebeuren: sterven en begraven worden. Daarop was mijn opmerking: Bij leven en welzijn hoop ik u dan te begraven. Zij knikte ja. Wat zullen we zingen bij uw graf? Och dominee, was het antwoord: Op het graf van mijn Borg is niet gezongen en daarom voor mij ook niet. Mijn opmerking was: Bij het graf van uw Borg werd niet gezongen en mede daardoor heeft het uw Borg verdiend het zingen op uw graf. Laat dan zingen: Daar zal ons ’t goede van Uw woning verzaden, reis op reis, En ’t heilig deel, o grote Koning, van Uw geducht paleis. Gij, Gij zult vreselijke dingen ons, in gerechtigheid, doen horen, en ons blij doen zingen van ‘t heil voor ons bereid. (Psalm 65:3). Geestelijke eenheid ligt vertolkt in wat we lezen in Psalm 104:34. ‘Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn. Ik zal mij in de HEERE verblijden.’ Die eenheid is er in het beleven van het Woord. Uiterlijk kunnen er muren blijven. Maar het zijn geen muren van scheiding, maar van onderscheiding met een leven van het aanvaarden van elkaar. Dat wordt ook gezien in open kansels. Wat dat geeft en wat dit doet is mij niet onbekend.

Het is een zegen dat dat er nog mag zijn, zelfs in het laatste stadium van mijn leven. Ik ben een vriend en metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen. Psalm 119:32. Dit beleefde en beleed Paulus ook, maar niet met voorbijzien van zijn medemens. In geen enkel opzicht. Het beantwoorden aan zijn lastbrief was zijn lust. Het wezen van de dienst des Heeren is de uitbreiding en verdieping van het Koninkrijk des Heeren. Dit dreef hem des te meer naar Rome. De Heere had het ook in de cel te Jeruzalem gezegd dat Paulus in Rome getuigen moest van Hem. Net zoals Paulus gedaan had in de Godsstad Jeruzalem: getuigen van de Zaligmaker Koning Jezus Christus. Van het gebeuren, waar en hoe, zouden we wel iets willen weten en het verloop van het proces te Rome. We weten wel dat het levenseinde van Paulus op het schavot was. Zijn spreken in het openbaar was toen voorgoed voorbij. Maar één zaak verduurde de eeuwen. Het Woord van God geschreven door Paulus is niet gebonden, 2 Tim. 2:9b. Dit kan en moet gezegd worden van het Evangelie Gods in en door Jezus Christus. Zeker, niet één werk van God kan door mensen weggedaan, veranderd of aangevuld worden. Het hele Woord van God bestaat in der eeuwigheid. Luther heeft terecht beleden in de tijd van zelfbepaling en zelfs van eigen vaststelling van het Woord: Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. God de Heere schrapt of wijzigt niets. Synoden, kerken kunnen besluiten. De toets is: Wordt vertolkt wat het Woord zegt en dat kunnen we lezen. Dit raakt het hele leven. Het zo zegt de Heere, het zo staat geschreven, gaat mee, de jaren, de eeuwen door. Het eerste en het laatste Woord is aan de Heere Die regeert over heel de aarde. Bijzonder dienen ambtsdragers daarbij te leven. De ongebondenheid van het Woord is ook een steun, een kracht, een stimulans in het leven. Met de wetenschap: Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen. Matth. 28:20. Verwachtend Hem Die komt, de eeuwige Koning.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Wat wijkt, Gods Woord blijft!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's