Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opstandingsgeloof in de Vroege Kerk (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opstandingsgeloof in de Vroege Kerk (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijwel alle lezers van ons blad zullen er meermaals geweest zijn: op de begraafplaats. Daar waar de lichamen van geliefden die ons ontvielen, rusten. Daar waar elk graf ons toeroept: Bereid uw huis, want ook gij zult sterven.

Het is een plaats waar zomaar de vraag kan opkomen, die Paulus citeert in het grote hoofdstuk over de opstanding uit de doden, 1 Korinthe 15: ‘Hoe zullen de doden opgewekt worden?’ Wat kan de duivel juist op zo’n plaats de twijfel inblazen: Is het allemaal wel waar? Zullen al de doden opgewekt worden? Hoe is dat ooit mogelijk?

Voor een antwoord op die vraag luisteren we naar de woorden van een vroegchristelijke apologeet, Athenagoras van Athene. De vorige keer maakten we al even kennis met hem. Deze keer luisteren we naar de boodschap van één van de twee geschriften die op zijn naam staan: ‘De opstanding van de doden’. In dit boekje verdedigt Athenagoras de opstanding van het lichaam. Het is de eerste verhandeling in de kerkgeschiedenis die specifiek aan dit onderwerp gewijd is.

De tijd van Athenagoras

De tijd waarin Athenagoras dit boekje schrijft, werpt nog wat meer licht op zijn bedoelingen. Enerzijds is dat de periode van christenvervolgingen. Probeert u zich het voor te stellen: Een tijd waarin christenen zomaar kunnen worden onthoofd of voor de wilde dieren worden geworpen. Juist in die periode vormt het leerstuk van de opstanding der doden een bron van troost.

Anderzijds is de tijd van Athenagoras ook een periode waarin de gnostiek haar duizenden verslaat. De gnostiek is een dwaling, soms ook gehuld in een schijnbaar christelijk gewaad, waarbij het lichamelijke onderge-waardeerd wordt, en de vleeswording van Christus en de opstanding van het lichaam ontkend worden. Wat Athenagoras naar voren brengt over de opstanding van het lichaam, is (indirect) ook tegen deze dwaling gericht.

God kan de doden opwekken

Wat is de inhoud van Athenagoras’ boekje over de opstanding? De schrijver noemt drie argumenten die zijn lezers ervan moeten overtuigen, dat God de doden op de dag van de wederkomst echt zal opwekken.

Zijn eerste argument is: God kan de doden opwekken. Hij is ertoe in staat. Daarvoor argumenteert Athenagoras allereerst vanuit de schepping. De Heere heeft in Zijn almacht het menselijk lichaam Zelf geschapen. Welnu, als Hij dat kan, is Hij ook in staat om lichamen uit het stof op te wekken.

Daar voegt Athenagoras nog een overweging aan toe. De Heere is namelijk niet alleen almachtig, maar ook alwetend. Hij weet volmaakt, hoe de mensen eruit gezien hebben en wat de eigenschappen van hun lichaam waren. Omdat Hij dat niet vergeet, maakt het feit dat mensen tot stof vergaan en niets van hun uiterlijke verschijning bewaard blijft, de opstanding evenmin onmogelijk.

God wil de doden opwekken

In de tweede plaats betoogt Athenagoras dat God de doden ook wil opwekken. Zijn redenering is in dit verband als volgt: God wil alleen wat én niet onrechtvaardig én niet onwaardig is voor Hem. Die stelling wordt op twee manieren uitgewerkt. Om te beginnen wil God de doden opwekken, omdat dit tegenover de mensen niet onrechtvaardig is. Daarnaast is de opwekking van de doden voor God ook niet onwaardig. Het is immers ook niet onwaardig voor Hem geweest om het menselijk lichaam te scheppen.

Misschien zijn niet alle gedachten van Athenagoras die tot nu toe besproken zijn, even makkelijk te begrijpen. Maar wat opvalt, is dat hij in antwoord op de vraag, hoe het mogelijk is dat de doden worden opgewekt, wijst op God en op Diens eigenschappen. Zou voor een almachtige, alwetende en rechtvaardige God iets te wonderlijk zijn? Zou het voor de Schepper van hemel en aarde onmogelijk zijn om de doden op te wekken? Laten we dat bedenken, ook als we op de begraafplaats zijn.

God ‘moet’ de doden opwekken

Nadat Athenagoras zo heeft betoogd dat God de doden kan en wil opwekken, volgt het tweede hoofddeel van zijn boekje. Daarin laat hij zien, dat God de doden in zekere zin ook moet opwekken. Hij draagt daarvoor drie gezichtspunten aan.

Het eerste gezichtspunt wordt gevormd door de schepping van de mens. God heeft de mens geschapen met het doel dat de mens zou leven, en dat hij Gods goedheid en wijsheid zou bewonderen. Aan dat voorgenomen doel zal de dood geen definitief einde maken. Gods raad zal bestaan. Dat betekent ook dat Gods kinderen moeten worden opgewekt. Opdat ze met ziel en lichaam voor eeuwig Hem zullen loven. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Opstandingsgeloof in de Vroege Kerk (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's