Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs in de cel te Rome

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs in de cel te Rome

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Timotheüs 4 neemt ons mee naar een gevangeniscel in Rome. Het is voor de tweede keer dat Paulus in Rome gevangen zit. Nu niet meer voor een bepaalde tijd, het uitzicht is de dood. Het zal sterven zijn op het schavot. Het vonnis eist Paulus’ dood. Zijn prediking van Jezus Christus de enige Koning en de gevolgen van die prediking riepen vijandschap op. Bijzonder bij het staatshoofd keizer Nero. Wat voor Jezus geroepen werd ‘weg met Deze’ klonk ook voor Paulus te Rome. De executie vroeg uitstel. Het werk van de Heere met en door Paulus was nog niet af. Zeker trof het Paulus dat het levenseinde dreigde. Paulus was en bleef een mens. Invloeden van de satan blijven er zolang de wereld er is. Wat we lezen in zondag 52 van de Heidelbergse Catechismus bij de behandeling van de zesde bede ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’ heeft ook betekenis voor onze tijd. Het belijden in het gebed van wat we lezen mag ons niet onbekend zijn. Wij zijn zwak. We kunnen niet één ogenblik bestaan. Aanvechting door de drie doodvijanden, de duivel, de wereld en ons vlees, is er steeds.

Er wordt gesmeekt om de kracht van de Heilige Geest om staande te mogen blijven en versterkt te mogen worden. Gebed om in de geestelijke strijd bewaard te worden voor nederlagen en kracht om weerstand te kunnen bieden. Met het doel dat we voor altoos de overhand behouden, dat is de eeuwige triomf. We zijn toch geen vreemdeling van de zesde bede van het onze Vader? De satan weet dat we leven in de laatste periode van de wereld en werkt intensief met overtuiging onder de volken in alle levensomstandigheden en op alle terreinen. Satan slaapt niet en hij heeft tijd en weet hoe hij ingang kan vinden in het leven van de mens. Hij is thuis in de Bijbel. Zie Jezus’ verzoeking in de woestijn. De satan weet wat leeft en werkt in de mens. Hij weet waar een mens naar uitziet en zelfs kerken naar verlangen. Welk een verschil is er in de vrijgemaakte kerken tussen 1944 en 2020. Dat geldt ook onze kerken. Het is erg. Op zich is het niet vreemd. Het volgen is na de oorlog begonnen. Iemand zei tegen me: Jullie volgen ons als Gereformeerde kerken. Gelukkig niet door synodale besluiten. Maar in 2020 staan we wel op een kruispunt. Laten we luisteren naar het Paulinische woord tot Timotheüs, 2 Tim. 3:14. ‘Maar blijft in hetgeen gij geleerd hebt en waarvan u verzekering gedaan is, wetende van wien gij het geleerd hebt.’ Het is toch niet moeilijk een Bijbels pastoraal antwoord te geven op wat gevraagd en zelfs geëist wordt. God de Heere laat ons in deze bange tijd niet zonder Zijn Woord, niet zonder Zichzelf.

Psalm 27 vers 7 (berijmd) houdt betekenis voor de laatste periode van de wereld. Die rijke Psalm laat de Heere krachtig beleven en belijden tot bemoediging van allen die uitzien naar wat de Heere in Zijn Namen heeft vastgelegd. Op catechisatie werd met duidelijkheid, krachtig verklaard: de Namen van de Heere zijn uitdrukking van Zijn deugden. Onveranderlijk. Bij de Heere is raad in en voor elke tijd. Het Woord des Heeren laat ons niet staan. Zie Paulus’ leven. Ook aan het einde, 2 Tim. 4. Er was behoefte aan onderlinge gemeenschap en ontmoeting, aan het directe contact met Timotheüs. Paulus kent zijn jonge ambtsbroeder. De geest van de tijd is veelzijdig werkzaam. Het is de werking van de satan. Een commentator schrijft: als het gaat over de oude slang: In die oude naam slang wordt ons geopenbaard dat we in de satan te doen hebben met een geslepen tegenstander die een staat van dienst heeft en die de zwakke plekken in de verdediging van zijn tegenstander spoedig bemerkt en doorziet. Paulus wijst er ook op dat satan zich kan voordoen als een engel des lichts (2 Kor. 11:14). In zijn verschijning heeft de satan zich bijzonder gericht op de kerken, op de gemeenten. Op theologen. Op kerkelijke uitspraken. Satan haalt uit de Schrift wat men zoekt en wil vinden. Hij wijst op datgene wat niet verboden is en wat niet tegen de Schrift ingaat. Het oude woord ‘ongebondenheid’ behoort niet tot het verleden. Het is zelfs breder dan in het verleden.

Theologisch, ethisch en cultureel is er heel wat te leren. Van kerkdiensten kan men zich afvragen of daarin nog de identiteit van de kerk schittert. We kunnen ook als voorgangers gelaten staan tegenover de ontwikkelingen of die ontwikkelingen aanvaarden.

Groeit die mentaliteit, dan wiegen we de gemeenteleden in slaap. Er is dan geen oog meer voor de doorwerking van de tijdgeest. Het indringende woord van Jezus spreekt niet: ‘Waakt en bidt opdat gij niet in verzoeking komt.’ Het is noodzakelijk elkaar op te wekken tot het leven bij Schrift en belijden. Het dient beleden te worden: Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad (Psalm 119:105). De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten (de eenvoudigen) verstandig makende.

Dit behoort bijzonder nu vooraan te staan onder de Psalmen op de levensweg. Dat was zeker van toepassing op het leven van Paulus. Zo ook in het contact met zijn medewerkers in het Koninkrijk Gods. Gaat het over medewerkers in ’s Heeren dienst dan moest Paulus een ontzettende werkelijkheid verwerken. Hij wil, hij moet het aan Timotheüs doorgeven. Demas. Timotheüs kende hem. Demas heeft mij verlaten. In de steek gelaten. Dit is een werkelijkheid die ook vandaag voorkomt. We lezen in kerkbodes: onttrokken aan de kerk. Dat is een streep halen door het lidmaatschap. Afscheid nemen van God. Hoe kan dit ook gezinsleden treffen. Ga er toch niet aan voorbij, want het komt veel voor. Paulus wijst op Demas’ levensdoel. Demas had de tegenwoordige wereld lief gekregen. Het leven in Thessalonica trok. Daar had Demas zijn leven gevonden. Een leven wat het accent legt op het heden. De wereld van nu. Ik denk niet aan een leven van eten, drinken en vrolijk zijn. Maar aan een leven gelijk aan dat van Orpa. Bij de grenspaal nam Orpa voorgoed afscheid. Belijden wij: Het zal mij niet berouwen de keus van het smalle pad? De Herder zegt: Volg Mij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Onderwijs in de cel te Rome

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's