Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kenmerkenprediking (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kenmerkenprediking (7)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het slot van mijn vorige bijdrage noemde ik de naam van professor W. Kremer. Veel jaren geleden is het: de generale synode van 1953 benoemde hem tot hoogleraar aan de Theologische School te Apeldoorn. Daar heeft hij veel jaren lang een stevig pakket vakken gedoceerd aan de aanstaande predikanten van onze kerken: de nieuwtestamentische vakken, ethiek en de zogenaamde ambtelijke vakken. Onder die laatste viel naast poimeniek (ofwel pastoraat) ook homiletiek, de predikkunde. Onder ons zijn nog emeritipredikanten die onder zijn colleges zaten en die naar hun eigen zeggen door het onderwijs in met name de heilige kunst van het preken veel van deze dienaar hebben mogen leren. Dienaar – zeg ik bewust. Ja, want prof. Kremer was boven alles dienaar van het Goddelijke Woord. Hij was zich ervan bewust – en droeg dat ook uit – dat de Heere voor de komst van Zijn Koninkrijk en voor het onderhoud van het geestelijke leven van Zijn kinderen bij uitstek de prediking van het Evangelie wil gebruiken. “Zijn prediking en zijn onderwijs waren doortrokken van eerbied voor en verwondering over het majesteitelijke Woord van God, waarin de drie-enige God Zich heeft geopenbaard, en waardoor Hij tot ons spreekt. Het ging hem om dat Woord en om de bediening ervan in het midden van de gemeente” (ds. J. Westerink in RD, 14-08-1985).

Al sinds 1976 heb ik in mijn bezit het (inmiddels beduimelde) boek dat tot titel heeft Priesterlijke prediking. Het betreft een bundel eigen werk van prof. Kremer dat hem destijds is aangeboden ter gelegenheid van zijn gouden ambtsjubileum in dat jaar. Daarin is onder meer opgenomen de rede die hij in 1954 uitsprak ter gelegenheid van zijn inauguratie, zijn entree in de Theologische School. Geestelijke leiding in de prediking, daar sprak hij over. Een rede die nog steeds het lezen en overdenken waard is. Hier lag ook zijn zorg. Toen al! Dat er in de prediking binnen onze kerken geen of te weinig geestelijke leiding werd gegeven.

Op de vraag hoe zulk een vruchtbare prediking dan wel zal zijn, gaf de aantredende hoogleraar van toen een antwoord met vijf kenmerken. Ik noem ze alle vijf, maar ga in het verband van ons thema (Kenmerkenprediking) op één ervan nader in. De verkondiging van het Woord en de geestelijke leiding die ze geeft, moet allereerst exegetisch gefundeerd zijn. Gebaseerd op het heldere spreken van de heilige Schrift dus. Een tweede voorwaarde voor geestelijke leiding in de prediking is dat de bediening van het Woord theologisch verantwoord is. Er moet geput worden uit de schatkamer van de héle Schrift. Zulk een prediking dient ten derde ook haar oriëntatie in het belijden van de kerk te hebben. De gereformeerde belijdenis mag en moet in de verkondiging doorklinken. Evenmin mag vergeten worden dat de geestelijke leiding in de prediking doel-bewust heeft te zijn. De gemeente moet maar niet besproken, maar veelmeer áángesproken worden. Het heil moet worden áángezegd, met zijn klemmende eis en met zijn bevrijdende belofte.

Naast deze vier elementen wijst prof. Kremer er nog één aan. Met zijn eigen woorden: deze geestelijke leiding, die de prediking geven wil, dient afgestemd te zijn op de werkelijkheid van de gemeente. De prediking zal moeten aansluiten op de geestelijke realiteit van de hoorders. De kinderen van Abraham, delend in de beloften van Gods verbond, zijn tegelijkertijd ook kinderen van Adam. Er loopt een scheiding door de gemeente. We spreken van twee-erlei kinderen des verbonds. Er is de schrikwekkende mogelijkheid om als kinderen des Koninkrijks verloren te gaan. Prof. Kremer was zich hiervan terdege bewust. En het lag op zijn hart dat zijn studenten die hij opleidde tot dienaar van het Woord zich dat in hun bediening van het Woord en in het pastoraat ook bewust zouden zijn.

Laat ik het nog even zeggen met woorden die ik aan die rede van de beginnende prof. Kremer ontleen. Allerwegen dreigt er gevaar van vervlakking, zo wijst hij aan. Daarom moet in de prediking het snode van het kostelijke onderscheiden worden. Met het oog daarop moet er onderscheidend gepreekt worden. Let wel: om dat te bereiken is er niet slechts de grote cesuur: die van bekeerden en onbekeerden. Zelfs de separatie in onbekeerden, bekommerden en bevestigden is ongenoegzaam. Onvoldoende dus. De onderscheidende prediking dient nog fijnmaziger, fijngevoeliger en verfijnder te zijn (deze typeringen zijn van mij). Er is, aldus Kremer, in de gemeente van Christus veel meer verscheidenheid. De eis van de heilige Schrift aan de prediking is dat zij “onderwerpelijk, onderscheidend en ontdekkende prediking” zal zijn.

In dit verband wijst hij op zijn beurt naar het Convent van Wezel van november 1568. Het was toen de prille gereformeerde kerken in de Nederlanden nog onder het kruis verkeerden. De vergaderde broeders spraken de taal van de tweede generatie van de Reformatie. Kremer verwijst naar de opdracht die deze kerkelijke vergadering aan de prediker gaf: “Hij zal trachten zoveel dit in zijn vermogen zal staan alle schuilhoeken en verborgen omhulsels van het menselijk hart bloot te leggen. Hij zal niet alleen de grove schelmstukken en openbare schanddaden (sic) vervolgen, maar evenzo trachten de verborgen geveinsdheid der zielen uit te kleden en het broeinest van goddeloosheid, hovaardigheid en ondankbaarheid, dat zelfs in de allerbesten schuilt, in het licht te stellen en op de geschiktst mogelijke manier uit te roeien.”

Al met al: de gemeente moet in haar verscheidenheid met de levende God geconfronteerd worden en in Zijn oordeel betrokken, aldus prof. Kremer aan de kerken van toen. Zou er heden, zoveel jaren later, iets anders gelden? De vraag stellen, is haar beantwoorden. Wat een hoge roeping!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Kenmerkenprediking (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's