Theodorus Avinck-3

Zelfvertrouwen

Avinck behandelt de ware evangelische verootmoediging vanuit Jeremia 2:31b ‘Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen?’ Dat is de taal van het hoogmoedige en op zichzelf vertrouwende Israël, dat alleen van de Heere de zaligheid kon verwachten. ‘Wij zijn heren’. Dit betekent dat het volk de eigen zaken zelf wilde regelen, wij zijn heer en meester over onszelf. Het volk meent de Heere en Zijn hulp niet nodig te hebben. Toch vraagt de Heere met een teer en ontfermend hart: ‘Waarom zegt dan Mijn volk?’ Het volk Israël is Gods eigendom. De Heere heeft het verbond met dat volk opgericht.

Verootmoediging

Wie niet aan zichzelf ontdekt wordt, zal niet tot Christus komen. Maar wie zijn schuld, zonde, ellende en onmacht duidelijk ziet en diep gevoelt, zal wel komen tot Christus. Verootmoediging behoort tot het geestelijk leven dat de Heilige Geest in de ziel werkt. De Heilige Geest doet walgen van zichzelf. Ook de openstaande schuld wordt blootgelegd. Alle ellende naar ziel en lichaam is eigen schuld. Zichzelf verlossen is onmogelijk. Er is geen schepsel dat kan helpen. De toorn van God is verdiend. God mag met hem doen wat hij wil.

De Heilige Geest

Van nature denkt een mens dat het goed met hem staat. We leven rustig voort, totdat Gods Geest gaat werken. De Heilige Geest is vrij in de manier waarop Hij ontdekt aan zonde. Avinck schrijft: “De Geest is vrij in Zijn werkingen en het is niet belangrijk op welke manier de zondaar aan zichzelf ontdekt wordt. Alleen…dit moet wel werkelijk gebeuren, want de mens kan het wezen van de zaak niet missen.” Vervolgens beschrijft Avinck Gods gewone weg. De Heilige Geest ontdekt aan zonde en schuld. De Heilige Geest begint vaak bij een concrete zonde. Meestal gaat de mens aan het werk om zichzelf te verbeteren en te herstellen. Bepaalde zonden laat hij na en hij gaat ijverig bepaalde plichten vervullen. Dit komt omdat wij onder een verbroken werkverbond geboren zijn. De Heere toont de tekortkomingen die er in dat alles zijn. “En dan ligt dat hele gebouw omver, waaraan hij zolang gewerkt had.” Meestal worden dan die tekortkomingen beleden en de strijd ertegen aangebonden.

Ongeloof

De Heilige Geest ontdekt dieper en laat zien dat de openstaande schuld niet betaald kan worden. “De Heere laat hem zien dat hij een eeuwige gerechtig-heid nodig heeft, en dat Jezus de zijne moet wezen.” De zondaar wordt bepaald bij de algenoegzaamheid en noodzaak van Christus. De Heilige Geest laat zien dat de diepste verootmoediging en dat het belijden en betreuren van de zonde geen koopgeld is op de markt van vrije genade. Ook een oprechte schuldbelijdenis is geen betaling. Er blijft niet anders over dan als een rechteloze te bedelen aan de troon van Gods genade. De Heere mag met de zondaar doen wat Hem behaagt. “Ik ben een slechter schepsel dan de duivels in de hel. Die hebben nooit een aanbod van Christus gehad zoals ik, en dat heb ik door ongeloof zo’n lange tijd verworpen.” Door ongeloof en vijandschap is lange tijd een biddende en nodigende Jezus verworpen. De Heilige Geest gebruikt de wet om de kennis der zonde te werken. De wet neemt niet de wil voor de daad aan. Alles moet altijd volmaakt zijn. Door het Evangelie wordt de zondaar diep verootmoedigd door het zien van de lijdende Borg.

Toepassing

Er zijn zondaren die rustig en zorgeloos voortleven. De tijdelijke dingen wegen zwaarder dan de eeuwige dingen. Zij spreken over wereldse zaken. Zij smeken hun Rechter niet om genade. Als dat zo blijft bij u, gaat u voor eeuwig verloren. U slaat geen acht op Gods Woord dat de zonde duidelijk tekent of u verwerpt wat Gods Woord daarover zegt. Beeldt u zich soms in dat God barmhartig zal zijn buiten Christus? Steunt u op uw goedheid? Dat is een rietstaf. Wordt u weleens onrustig onder een ontdekkende prediking? Waarschuwt het geweten? Stelt u het ene nodige uit? De satan wil dat u zich verhardt tegen alle indrukken in. Pas ervoor op dat de Heere u niet zal overgeven aan uw zondige lusten. Al is uw hart nog zo hard, u kunt nog zalig worden. Smeek dat de Heilige Geest de echte verootmoediging werkt. De Heere neemt stenen harten weg en geeft vlezen harten. “Breng uw harde hart bij de bloedfontein van Christus.” Vlucht tot dit bloed.

Gods kinderen mochten als arme bedelaars Christus aannemen. “Het gaat om het wezen van de zaak, namelijk dat u zich als een doodschuldige voor God hebt neergeworpen, en op al uw eigengerechtigheid, uw gemoedsgestalte, uw godsdienstige plichten en wat niet allemaal de dood hebt leren schrijven. Het gaat er wezenlijk om of alleen Jezus alles voor u was en is.“ in zichzelf blijft Gods kind altijd leeg en arm. Alles ligt buiten hem in Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen