Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Puriteinse emigranten (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Puriteinse emigranten (8)

De erfenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het einde van deze serie maken we de balans op: ‘Wat is de blijvende betekenis van de emigratie van vele duizenden emigranten naar Nieuw-Engeland en van hun pogingen daar een kerk en een maatschappij te stichten volgens puriteinse principes?’ Het zal volstrekt duidelijk zijn dat we er niet aan kunnen denken hiervan een enigszins compleet beeld te schetsen. We stippen slechts enkele belangrijk punten aan.

Kolonisatie

De emigratie naar Nieuw-Engeland hangt nauw samen met het streven van verschillende landen in Europa om hun gebied en hun macht uit te breiden door het stichten van kolonies in nieuw ontdekte werelddelen. Dat streven wordt vandaag – niet ten onrechte - nogal negatief beoordeeld. Het wordt namelijk geassocieerd met begrippen als machtsmisbruik, uitbuiting van de oorspronkelijke bevolking, slavernij, racisme en daarmee is de reeks nog niet uitgeput. Deze kwalijke gevolgen van kolonisatie komen we ook tegen wanneer de emigratie naar Nieuw-Engeland goed op gang komt. Er wordt zonder meer van uit gegaan dat de Engelse koning het recht heeft om hier grote gebieden aan de kolonisten toe te kennen die in feite aan de indianen toebehoren. Ook laten de immigranten in hun benadering van de inheemse bevolking doorgaans overduidelijk merken dat het blanke ras en de West-Europese cultuur volgens hen op alle fronten superieur zijn. Toegegeven, in het begin van de emigratie wordt in alle stichtingsoorkonden van nieuwe koloniën gesproken over het voornemen de indiaanse bevolking in aanraking te brengen met het evangelie. Maar het echte zendingswerk onder hen komt relatief laat op gang en blijft feitelijk beperkt van omvang. Wel wordt het mooie werk dat John Eliot en zijn medewerkers verrichten rijk gezegend. Zo zijn er in 1675 meer dan 4000 bekeerlingen (Praying Indians) in Nieuw-Engeland. Maar de verkondiging van het evangelie heeft zwaar te lijden onder de bloedige indianenoorlogen waarbij de wreedheden van twee kanten alle beschrijving tarten.

Kerk en samenleving

Wat komt er terecht van het ideaal van de vroege emigranten dat de koloniën in Nieuw-Engeland ‘een stad op een berg’ zouden zijn? Zowel de samenleving als het kerkelijke leven zouden immers zoveel mogelijk ingericht worden volgens de regels van het Woord van God. Deze vorm van samenleven handhaaft zich in principe doorgaans tientallen jaren. Maar vooral de regels die in de maatschappij gelden, blijken niet tegen de tijdgeest bestand. Sommige typisch puriteinse wetten zijn ook moeilijk te handhaven in een samenleving waarin steeds meer immigranten van verschillende nationaliteiten en godsdienstige achtergronden binnenstromen. Wanneer orthodoxe predikanten waarschuwen tegen de verwereldlijking en liberalisering in de koloniën, wordt aan hun preken een nieuwe naam gegeven: de ‘jeremiade’ (jeremiad) waarin ‘alsmaar geklaagd wordt over verval en achteruitgang’. Niettemin is er, ook wanneer de liberalisering en de secularisering in het moderne Amerika steeds meer toeslaat, nog altijd sprake van een stille onderstroom van het gedachtengoed van de puriteinen uit Nieuw-Engeland. Wie de toespraken van de presidenten van de Verenigde Staten doorleest, zal regelmatig gedachten tegenkomen die aan de vroege leiders van de kolonisten zijn ontleend. En tot ver in de twintigste eeuw worden op de middelbare school in Amerika verplicht stukken gelezen die van puriteinen afkomstig zijn. Daartoe behoort in elk geval de befaamde preek van Jonathan Edwards: ‘Zondaren in de handen van een toornend God’. Wat het kerkelijke leven betreft heeft het congregationalisme uit Nieuw-Engeland een enorme invloed uitgeoefend, ook al is nu het aantal kerken dat de naam ‘congregationalistisch’ draagt betrekkelijk gering. Niet voor niets is gezegd dat het huidige leven in de Verenigde Staten niet te begrijpen is zonder enig inzicht in de geschiedenis van de immigranten in Nieuw-Engeland!

Geestelijk leven

Ondanks alle schaduwzijden, is vanaf het begin van de immigratie sprake van een bloeiend geestelijk leven in Nieuw-Engeland. De invloed daarvan is tot ruim een eeuw later in deze gebieden merkbaar. Er is regelmatig sprake van geestelijke opwekkingen in de koloniën en die vinden hun hoogtepunt in de Grote Opwekking van ±1739-1742. De invloed van deze vroomheid strekt zich ook ver in de omgeving uit. Als de befaamde evangelist-prediker George Whitefield aan het begin van de 18 e eeuw een bezoek brengt aan New Jersey, treft hij daar mensen aan met een bijzonder rijk geestelijk leven. Hij schrijft dan: ‘Vergeleken met hen voelde ik mij een kind in het geloof’ (a babe in Christ). Nederlandse emigranten uit de afgescheiden kerken die in de jaren ’40 van de 19 e eeuw naar Amerika emigreren treffen daar nogal eens geestverwanten aan die diepgaand door de werken van de puriteinen uit Nieuw-Engeland zijn beïnvloed. Hun geschriften worden trouwens nog steeds met zegen over de hele wereld gelezen. Maar dat is een ander verhaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Puriteinse emigranten (8)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's