Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Deze zendbrief is een zeer treffelijk geschrift des Nieuwen Testaments, waarin de uitnemendheid van de Persoon en van de ambten van Jezus Christus, onze Zaligmaker (…) met een zeer goddelijke stijl wordt beschreven…” Het zijn woorden van de statenvertalers, de beginregels van hun samenvatting van deze brief aan de Hebreeën. Ze hebben er niets teveel mee gezegd. De inhoud van de brief: de uitnemendheid van Christus. De vorm: een goddelijke stijl.

Ik heb het voornemen om in de komende weken – en wellicht maanden – met u wat gedeelten uit deze zo inhoudsvolle en stijlvolle brief te lezen. Is er een beter thema immers dan ons met elkaar te bezinnen op de uitnemendheid van Christus? En zeker wanneer de vorm en de stijl van dit geschrift dan ook nog eens verheven en aansprekend is, dan is de energie besteed aan het schrijven en aan het lezen hopelijk geen verspilde moeite.

In dit inleidende artikel eerst maar wat algemene eigenschappen van deze brief. Trouwens, is het wel een brief? Anders dan we van Paulus en Petrus in hun Nieuwtestamentische brieven gewend zijn, ontbreekt aan dit epistel de gebruikelijke aanduiding van auteur, adres en groet. De schrijver valt zomaar met de deur in huis, zonder enige inleiding. Wel komt het briefkarakter enigszins tot uiting aan het slot. Er is veel voor te zeggen om deze ‘brief’ te beschouwen als een betoog, misschien wel een preek, die met een begeleidend briefje verzonden is aan degenen voor wie hij bestemd is. Toch zullen we het in het vervolg gewoon hebben over de ‘brief’.

En wie de schrijver is? “Ik voorwaar kan niet geloven dat hij door Paulus is geschreven”, schrijft Calvijn. Ik meen met recht en reden. Dat is anders dan de veronderstelling van de Statenvertaling. In hoofdstuk 2 onderscheidt de schrijver zich van de apostelen, de oog- en oorgetuigen van de Heere Jezus. Ook verschilt de woordenschat van deze brief aanmerkelijk van Paulus’ brieven. Wie de schrijver ook was, wij erkennen van harte dat hij in dit geschrift geïnspireerd is door de Heilige Geest. Hij behoort tot de heilige mensen Gods, door de Heilige Geest gedreven zijnde [2 Petrus 1: 21]. De kerkvader uit de derde eeuw Origenes, schreef al: “Alleen God weet wie de schrijver van de brief aan de Hebreeën is.”

Opmerkelijk is dat hij speciaal voorbede en daadwerkelijke hulp vraagt voor de gevangenen [13: 2]. Bevindt de auteur zich soms zelf ook in gevangenschap? Het lijkt er zeker op. In 13: 19 vraagt hij om gebed “opdat ik u moge wedergegeven worden.” In dezelfde lijn ligt wat we lezen in 10: 34 waar hij de geadresseerde gemeente prijst, daar ze medelijden hebben getoond met zijn banden.

Maar – wie zijn die Hebreeën zelf eigenlijk? De titel “aan de Hebreeën” komen we niet in de brief zelf tegen. Ze is er later aan toegevoegd. Toch wijst alles erop dat deze brief gericht is aan Joodse mensen. Joden namelijk die gekomen zijn tot het geloof in de Heere Jezus, de Messias van Israël, de Zaligmaker der wereld. De zeer overvloedige mate waarin de schrijver terug verwijst naar het Oude Testament maakt het vermoeden gewettigd dat de eerste lezers van deze brief bekend waren met de inhoud van de Schriften van Israël. Er is wel geopperd dat de geadresseerden gezocht moeten worden in Jeruzalem. De brief zou gericht zijn tot een deel van de jonge christelijke gemeente daar. Wellicht speciaal tot de priesters van wie we in Hand. 6: 7 lezen dat velen van hen gelovig waren geworden.

Wie deze ‘Hebreeën’ ook precies waren, duidelijk wordt wel dat er reden is om hen te waarschuwen voor afval en verslapping van het geloof. Ik schreef dat de hoofdinhoud van de brief gewijd is aan de uitnemendheid van Christus, en dan met name in Zijn hogepriesterlijke bediening. Maar de hooggestemde woorden die deze uitnemendheid beschrijven, worden telkens afgewisseld met scherpe vermaningen. “Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van de levende God”, lezen we in 3: 12. Even daarvóór klinkt het alarm: “Hoe zullen we ontvlieden, indien we op zo grote zaligheid geen acht nemen?” [2: 3]. De oproep klinkt om ook elkaar te vermanen, namelijk “te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt” [3: 13]. En telkens weer vallen de woorden: “Laat ons…” In hoofdstuk 4 vooral: “Laat ons dan vrezen…” [4: 1], “Laat ons dan ons benaarstigen…” [4: 11], “Laat ons deze belijdenis vasthouden…” [4: 14] en “Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade…” [4: 16]. Het is duidelijk: de Heilige Geest zou het zo niet hebben laten schrijven, als er niet juist in deze dingen nalatigheid bij de Hebreeën was.

Duidelijk is dat deze Hebreeën bevoorrechte mensen zijn. Er is sprake van dat ze “gesmaakt hebben het goede Woord Gods en de krachten der toekomende eeuw” [6: 5]. Maar het levensgrote gevaar is er dat ze afvallig worden. Er is verslapping bij hen ingetreden [5: 11], en dat terwijl ze zo goed begonnen zijn [10: 32-34]. Al met al: de Hebreeën bevinden zich kennelijk in een ingrijpende crisis. Dat maakt juist deze brief misschien wel hoogst actueel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 2020

Bewaar het pand | 12 Pagina's