Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De aanspraak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De aanspraak

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag die nu voor ons ligt is van een slimme catechisant, die zich afvraagt waarom de verlamde man uit Bethesda, Johannes 5, Jezus Heere noemt, terwijl hij later zegt dat hij niet weet wie hem genezen heeft. Hoe kan dat?

Ik preekte eens over de vrouw op overspel betrapt en naar de Heere Jezus gebracht. In die preek maakte ik met zoveel woorden duidelijk dat we niet moeten aannemen dat die vrouw de Heere vreesde. In de week daarop maakte een lid van de gemeente bezwaar tegen mijn opvatting, omdat de vrouw immers Jezus ‘Heere’ noemt, Joh. 8:11. Ik herkende de vraag van onze vriendin dus goed en deel met u het antwoord dat ik haar gegeven heb.

Het Nieuwe Testament is oorspronkelijk tot ons gekomen in de griekse taal. In die taal werd de Heere Jezus met Kurios aangesproken. En kurios betekent gewoon meneer. Als Jezus, een voor de verlamde man uit Bethesda onbekende Man, vraagt: Wilt gij gezond worden? antwoordt de man dan ook met: Meneer, ik heb geen mens. Als hij na zijn wonderlijke genezing blij met zijn opgerolde mat naar huis gaat en plotseling wordt gearresteerd omdat het sabbat is en dus volgens de strenge joden niets mocht dragen, kan hij niet zeggen ‘wie de Mens is die hem gezegd heeft zijn beddeke op te nemen’. De man wist niet dat het Jezus was. Hij wist niet dat het de Zoon van God was. En als hij er even later achter komt dat Jezus het was Die hem genas, geeft hij die Naam onmiddellijk door aan de joden. Dat er in onze Statenvertaling staat: Heere, ik heb geen mens, is dus verwarrend. De HSV vertaalt terecht met: Mijn heer, ik heb geen mens.

Ook de Samaritaanse vrouw, Johannes 4, weet echt niet Wie die Man is daar bij de Jakobsbron. Ze komt er wel achter op die dag, maar als zij nog geen flauw idee heeft Wie Hij is, zegt ze toch: Heere! Gij hebt niets om mee te putten. En later: Heere, geef mij dat water. En nog weer later: Heere, ik zie, ik merk dat Gij een Profeet zijt. De HSV heeft in alle drie deze gevallen: Mijnheer.

En dan die vrouw, in overspel gegrepen door een groep vrome huichelaars. Als de Heere Jezus haar aan het einde van dit dramatisch gebeuren vraagt of niemand van die groep haar veroordeeld heeft zegt ze ‘gewoon’: niemand mijnheer, niemand meneer. Het is dan ook inkonsekwent als de HSV vertaalt: Niemand Heere. Uit niets blijkt immers dat zij de Heere Jezus zag als de Zoon van God, de Heere.

Ook de blindgeborene uit Johannes 9 kende de Za-ligmaker aanvankelijk niet. Hij heeft op die dag Hem wel leren kennen en heeft Hem zelfs mogen aanbidden: Ik geloof, Heere! Hoewel hij hetzelfde woord kurios gebruikt, bedoelt hij het nu in verheven zin. Geen gewone man is Hij, maar de Heere. Vandaar zijn aanbidding.

Wij zijn gewoon God de Heere te noemen, Heer met een toegevoegde e. Daar moeten wij aan vast houden. Alleen al om het feit dat ook ik in het dagelijks spraakgebruik meneer wordt genoemd. Jezus is meer dan ‘een meneer’.

In het engels speelt deze vraag niet. Daar hebben we het over de Lord Jesus. Maar ik ben in het engels gewoon mister H. En Lord is een titel.

Het is verwarrend als de SV in Johannes 12:21 ook het woord Heere gebruikt. Daar komen we enige Grieken tegen die aan de discipel Filippus vragen: Meneer, wij wilden Jezus wel zien. De SV heeft: Heere, wij wilden Jezus wel zien.

Tot zover het antwoord. Ik kan het tenslotte niet nalaten om te vragen of wij de Zaligmaker ook al persoonlijk als Heere, Kurios, ja als Heere der heren, hebben leren kennen en, net als de genezen blindgeborene hebben leren aanbidden. Eenmaal zal zich alle knie voor Hem buigen en alle tong belijden dat Jezus Christus de Heere, de Kurios is, tot eer van God de Vader. Alle schepselen zullen Hem als zodanig erkennen. Die eer komt Hem toe! Hij is immers de eeuwige Koning, de Overwinnaar van al Zijn vijanden?

Maar het komt er voor u en mij wel op aan dat wij hier en nu, in het heden der genade, in de tijd dat we hier op aarde leven, tot erkentenis van de Heere en Zijn macht en Zijn genade mogen komen. En wie hier tot de aanbidding van de Heere komt, zal dat gewillig en in liefde gaan doen. Gewillig gemaakt door de grote zondaarsliefde van de Heiland, Die Zich zo diep wilde vernederen, om trotse en hoogmoedige zondaren te bevrijden van zonde, schuld en dood. Gewillig gemaakt door het werk van Woord en Geest. Met een hartelijke groet van

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De aanspraak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's